Nieuws
Defence for Children slaat alarm: vaak geen passende zorg bij uithuisplaatsing
Kinderen en ouders krijgen vaak niet de juiste zorg bij uithuisplaatsing van kinderen. Dat komt onder meer door de lange wachtlijsten in de zorg en het gebrek aan passende hulp, blijkt uit verkennend onderzoek van kinderrechtenorganisatie Defence for Children, die vrijdag alarm slaat over het jeugdbeschermingsstelsel.
“Een uithuisplaatsing is een zeer emotionele en ingrijpende gebeurtenis voor kinderen en ouders,” zegt Eva Huls, advocaat en auteur van het rapport. Afgelopen jaren kreeg Defence for Children meerdere signalen van de Kinderrechtenhelpdesk. Zo zouden kinderen tijdens de eerste fase vaak geen contact met hun ouders mogen hebben. Ook zouden gezinnen niet altijd passende hulp en behandeling krijgen in de perioden voor en na de uithuisplaatsing.
Het aantal kinderen in Nederland dat jaarlijks niet thuis opgroeit, daalt nauwelijks. Vorig jaar groeiden 43.000 kinderen niet in hun oorspronkelijke thuissituatie op. Ruim 18.900 kinderen werden via de kinderrechter uit huis geplaatst. Huls: “Om het jaarlijkse aantal te verminderen, is passende zorg en begeleiding voor kinderen en ouders nodig. Nederland moet daarom flink aan de bak.”
Onderzoek
Defence for Children voerde naar aanleiding van de signalen een enquête uit onder 95 medewerkers in en om de jeugdbescherming. Onder hen waren onder meer 26 jeugdbeschermers, 22 hulpverleners, 15 pleegzorgmedewerkers en 13 advocaten. Een derde vond dat ouders onvoldoende hulp krijgen voordat hun kind uit huis wordt geplaatst. Juiste hulp tijdens de uithuisplaatsing ontbrak volgens bijna de helft (46 procent). Dat zou onder meer komen door de veelheid aan betrokken instanties.
Minder dan de helft (46 procent) ziet dat kinderen en ouders tijdens de eerste fase van de uithuisplaatsing doorgaans contact hebben. Volgens ongeveer de helft van de ondervraagden worden ouders en kinderen bij beslissingen over dit contact betrokken.
Om uithuisplaatsingen te voorkomen en het aantal te verminderen, zouden jeugdbeschermers volgens de ondervraagden meer tijd moeten krijgen. Ook zou onder meer moeten worden geïnvesteerd in traumascreening en -behandeling, en in betere analyses van de problemen binnen het gezin.