PlusAchtergrond

De ‘grote tweede golf’ van het coronavirus lijkt voorlopig niet op komst

De versoepeling van de coronaregels hebben nog geen grote uitbraken veroorzaakt. Wel zijn er zorgen over de monitoring van het aantal besmettingen op scholen.  Beeld ANP
De versoepeling van de coronaregels hebben nog geen grote uitbraken veroorzaakt. Wel zijn er zorgen over de monitoring van het aantal besmettingen op scholen.Beeld ANP

Nederland lijkt geslaagd voor de grote versoepelingstest van drie weken. Het dagelijkse aantal nieuwe coronapatiënten in ziekenhuizen blijft laag. Al zijn onderwijsbonden bezorgd over het gebrekkige zicht op corona op scholen.

Ellen Van Gaalen en Niels Klaassen

Op 1 juni gingen veel restaurants, cafés, bioscopen en culturele instellingen weer (gedeeltelijk) open maar dat heeft de afgelopen weken niet tot een opleving van het coronavirus geleid. Dagelijks komen er nog enkele nieuwe coronapatiënten in het ziekenhuis bij, op sommige dagen geen, het grootste aantal op één dag was acht.

Hoofdmodelleur Jacco Wallinga van het RIVM: “Al met al lijkt er op dit moment beperkt overdracht van het virus plaatst te vinden.” De ‘grote tweede golf’ die sommigen vrezen, lijkt niet op komst: “Met hoe we op dit moment de monitoring inrichten, en met goede bron- en contactopsporing, lijkt het ontstaan van lokale clusters het meest reëel. Toch kun je een tweede golf niet compleet uitsluiten.” Maar alles is er nu op gericht om een eventuele brandhaard snel uit te trappen, waardoor een hausse aan nieuwe gevallen uitblijft.

Hoewel de versoepelingen zonder problemen lijken te verlopen, is het wel riskant dat mensen zich dan ‘veilig’ gaan wanen en bijvoorbeeld geen afstand meer bewaren, zegt de modellenmaker: “Het virus is niet het land uit, er kunnen weer haarden ontstaan. Zolang er nog mensen met Covid-19 in Nederland zijn, zal het loslaten van deze basisregels onherroepelijk leiden tot een snelle toename van het aantal besmette personen. Afstand houden blijft nodig.”

Zorgen

Ondertussen maken onderwijsbonden zich wel zorgen over het slechte centrale zicht op het coronavirus op scholen. De GGD, het RIVM en het ministerie weten niet op hoeveel basisscholen coronabesmettingen zijn, blijkt uit een rondgang. Enkele GGD’s weten wel precies op welke scholen besmettingen geweest zijn, maar andere regio’s kunnen deze informatie niet verstrekken.

Hoeveel scholen al de gevolgen hebben ondervonden van een coronabesmetting is onbekend.  Beeld ANP
Hoeveel scholen al de gevolgen hebben ondervonden van een coronabesmetting is onbekend.Beeld ANP

Het RIVM heeft alleen zicht op het aantal geteste leraren en de mate waarin Covid-19 is aangetoond. In de cijfers worden pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijven, basisschoolleerkrachten en docenten van middelbare scholen op één hoop geveegd. Een uitsplitsing is niet te maken, zegt het ministerie van OCW. Ook wordt niet bijgehouden hoeveel scholen bij de besmettingen betrokken zijn.

Het ministerie van OCW ontvangt de testgegevens van het RIVM. Bij grote uitbraken krijgt minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) óók een seintje, maar dat is volgens hem nog niet gebeurd. “We hebben een goed beeld en dat zegt dat er geen grote problemen zijn op scholen. Als het beeld rustig is, is het ook niet nodig om van de hoed en de rand op alle scholen te weten,” reageert zijn woordvoerder. Bij drie leerlingen in één groep met Covid-19-verschijnselen moet de school de GGD bellen. Er zijn weliswaar meldingen geweest, maar daaruit zijn vooralsnog geen corona-uitbraken voortgekomen.

Niet gerust

De onderwijsbonden zijn er niet gerust op. Zij betwijfelen of het beeld wel écht compleet is. AOb-voorzitter Eugenie Stolk hamert van begin af aan op een goede monitoring, zodat kinderen onbezorgd naar school kunnen en leraren veilig kunnen werken. De informatie die nu beschikbaar is, baart haar zorgen. “We weten misschien hoeveel besmettingen er onder leraren zijn, maar we hebben geen idee hoeveel basisscholen die coronagevallen zijn binnengekomen. Het lijkt me logisch daarnaar te kijken, want je wilt weten of een school een besmettingsbron is. Ook als iemand buiten school besmet raakt, komt zo’n persoon vaak wél die school binnen,” betoogt Stolk.

Ook CNV Onderwijs vraagt zich bezorgd af of er voldoende zicht is op de besmettingen in het onderwijs. “Wij hebben veel begrip voor de werkdruk van de GGD-medewerkers. Maar juist daarom moet het voor iedereen bij de GGD’s en in het onderwijs duidelijk zijn welke informatie er geregistreerd moet worden. Daarvoor is er een eenduidig beleid nodig,” reageert voorzitter Jan de Vries. Zeker nu er meer op scholen gebeurt, is het belang van goede monitoring groot, stelt de bond.

Intussen duiken berichten over besmettingen op in het nieuws. In Limburg moest een basisschool vlak na de heropening sluiten, omdat vijf leerkrachten Covid-19 hadden. Er waren te weinig leraren over om de klassen te draaien. Ook op andere plekken in het land, waaronder Den Haag en Utrecht, gingen scholen tijdelijk dicht of werden groepen naar huis gestuurd wegens zieke leerkrachten. In het protocol staat overigens dat leraren niet verplicht zijn om inzage te geven in hun medische gegevens.

Digitale lijst

Een groep bezorgde ouders houdt digitaal een lijst bij van scholen en kinderdagverblijven die te maken hebben met een coronabesmetting. Op die lijst stonden zondag 41 bevestigde gevallen. “Ik kijk daar ook naar, maar dat is niet de kwaliteit van informatievoorziening waar ik op zit te wachten. Het is een taak van het ministerie om dat bij te houden,” stelt SP-Kamerlid Peter Kwint.

De SP’er vroeg om meer cijfers van besmettingen op scholen tijdens een Kamerdebat, maar minister Slob kon die niet geven. Tot ongenoegen van Kwint. “We moeten leren van de consequenties van de heropening van scholen. Dat kan alleen als je alle informatie op tafel hebt. Daar hoort bij dat we weten op hoeveel scholen besmettingen zijn aangetroffen, hoeveel gevallen het betreft en in hoeverre die herleidbaar zijn naar de school.”

Het ministerie zei in een eerste reactie dat in de week voor de volledige heropening 18 leraren besmet waren geraakt van 15 scholen. Op een vervolgvraag hoeveel het totale aantal is sinds 11 mei kwam geen antwoord. Wel kwam er uitgebreide informatie over het aantal geteste leerkrachten tot dusver. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat tot en met 12 juni tenminste 114 van bijna 7000 geteste leraren en pedagogisch medewerkers positief testten. “Er zijn niet veel leraren en kinderen besmet. Hoe gedetailleerd wil je de informatie dan hebben? We hebben er goed zicht op. We hebben echt ons best gedaan om zoveel mogelijk informatie te geven,” aldus de woordvoerder.

De eerste scholen gingen weer dicht door een coronabesmetting, meestal omdat er niet genoeg leraren waren om de klassen te draaien.  Beeld ANP
De eerste scholen gingen weer dicht door een coronabesmetting, meestal omdat er niet genoeg leraren waren om de klassen te draaien.Beeld ANP

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden