PlusAchtergrond
Blad blijft almaar langer aan de bomen
Een kleurrijk herfstbos? Niet zoals vanouds: het blad van veel bomen is nog hartstikke groen. ‘De herfst is twee weken later dan vijftig jaar geleden.’
Rien de Vries, boswachter bij Staatsbosbeheer, loopt door een beukenlaan in Zuid-Kennemerland, bij Haarlem. Hij ziet veel groen, pas een paar blaadjes kleuren geel of bruin. De herfst komt laat dit jaar, merkt hij. “Het gaat heel traag.”
Bioloog Arnold van Vliet, verbonden aan de Wageningen Universiteit, ziet ook in de timelapse van zijn zogeheten GrowApp dat de bladverkleuring dit jaar ‘relatief laat op gang komt’. “De herfst is twee weken later dan vijftig jaar geleden,” constateert Van Vliet. “De populieren werden pas laat geel en de lindes hadden eigenlijk al kaal moeten zijn.”
De herfstvakantie was altijd een uitstekende tijd om te genieten van de kleurenpracht van het najaar. “Het is in september en oktober warm geweest, dus de bomen hebben nog niet het signaal gehad om hun energie terug te halen,” zegt boswachter De Vries.
Van Vliet: “Dat we nu nog groene blaadjes zien, is wat ik noem klimaatverandering in de achtertuin.”
September was ‘ruim warmer dan normaal’, bevestigt meteoroloog Johnny Willemsen van Weerplaza. “Gemiddeld was het – dag- en nachttemperaturen meegenomen – 15,9 graden, tegen 14,7 gebruikelijk. Dat is goed voor een zevende plaats in de top tien warmste septembers sinds 1901.”
Ook oktober is ‘iets aan de zachte kant.’ “Een half graadje, tot dusver. Dat is niet erg bijzonder,” zegt Willemsen. Van Vliet: “Maar als je het vergelijkt met vijftig jaar geleden, is het wel een stuk warmer.”
Kou
Dat de nachtvorst nog niet in heel Nederland doorzet, speelt ook een rol. Juist de kou geeft de bomen namelijk het teken zich klaar te maken voor wat gezien kan worden als winterslaap, zegt De Vries. “Als de temperatuur daalt en de dagen korter worden, breekt de boom het chlorofyl af – het bladgroen – dat in de bladeren zit. Daardoor komen voedingsstoffen vrij die de boom opslaat in stam en wortelstelsel om die in het voorjaar te gebruiken om blaadjes te laten groeien,” zegt de boswachter. “Dat bladgroen is een heel dominante kleur, dus als dat wegtrekt uit de blaadjes komen ineens andere kleuren tevoorschijn, zoals geel en rood.”
Uiteindelijk worden de bladeren bruin en vallen ze op de grond. Daar profiteren allerlei beestjes van, zoals springstaartjes en pissebedden, die helpen de boel te verteren en humus te maken. “Dat is eigenlijk een soort meststof die de grond voor de boom verrijkt in het voorjaar,” legt De Vries uit.
Dat die processen nu langer op zich laten wachten kan op sommige bomen en beestjes impact hebben. “Bepaalde soorten kunnen daar last van hebben,” zegt De Vries. “Hun biologische ritme is wat van slag.”
Bioloog Van Vliet maakt zich bijvoorbeeld zorgen om de lijsterbes met z’n feloranje besjes, de beuk en de eik. “Die hebben het zwaar, ook met de steeds extremere periodes van droogte en de extreme neerslag. Ik ben heel benieuwd hoe ze er aan het eind van de eeuw bijstaan, want dan is het klimaat minder geschikt voor deze soorten,” zegt hij.
Walnotenbomen
Op de langere termijn zullen de soorten planten, vogels en vlinders die zich nu meer thuis voelen in zuidelijker streken zich in Nederland vestigen. “Dat zien we nu al gebeuren met bijvoorbeeld platanen en walnotenbomen, maar het gaat langzamer dan je op basis van de opwarming zou verwachten,” zegt Van Vliet.
Op dit moment ziet hij vooral dat bomen en bossen gevoeliger zijn voor stormschade. “Hoe meer blad aan de boom, hoe makkelijker takken afgerukt worden tijdens hevige windstoten.”
Late herfst of niet, wie zich verheugt op bonte herfstkleuren kan de komende weken alsnog zijn hart ophalen, belooft De Vries. “De blaadjes vallen vanzelf.”