Nieuws
Advocaat: ongemotiveerd ‘laptopverbod’ EBI maakt werk onmogelijk
Strafadvocaat Sander Janssen heeft in een uitvoerige brief aan de directie van de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught ernstig bezwaar gemaakt tegen het onlangs ingevoerde verbod op het binnenbrengen van laptops of andere gegevensdragers.
Volgens de raadsman, die meerdere in de EBI vastgezette cliënten heeft, maakt het verbod het hem onmogelijk adequate rechtsbijstand te verlenen. Hij publiceerde zijn brief dinsdag op Twitter, waar hij van verschillende collega’s bijval krijgt.
Het verbod is ingevoerd uit veiligheidsoverwegingen, vermoedelijk na de recente aanhouding van advocaat Youssef T., een neef van Ridouan Taghi. T. trad op als een van de advocaten van de in de EBI in voorarrest zittende Taghi en had maandenlang vrije toegang tot hem. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat T. heeft gefungeerd als ‘boodschapper’ tussen Taghi en de buitenwereld.
Volgens Janssen maakt de EBI-directie op geen enkele manier duidelijk dat laptops van advocaten de veiligheid binnen de muren van de EBI in gevaar zouden brengen. Zonder verdere toelichting van de EBI-directie noemt de raadsman die stelling ‘niet begrijpelijk’.
Holleeder
Janssen staat onder anderen Willem Holleeder en Omar L. bij. Zij zijn het middelpunt van zeer omvangrijke dossiers, die tienduizenden pagina’s tellen. Janssen wijst er in zijn brief op dat de EBI zelf heeft aangedrongen op het gebruik van digitale dossiers, omdat de inrichting geen plek meer had voor de ‘immense hoeveelheden papier’.
Omvangrijke dossiers worden daarom – op aandringen van de EBI, stelt Janssen in de brief – alleen nog digitaal verstrekt. Een zinvolle bespreking van een dossier tussen advocaat en cliënt kan alleen als zij het dossier bij de hand hebben, op een laptop, stelt Janssen. Van het ‘uitwisselen van gegevensdragers’ kan volgens Janssen geen sprake zijn, gezien de glasplaat die zich tussen de advocaat en zijn cliënt bevindt.
‘Volmaakt zinloos en inefficiënt’
‘Ik zal op korte termijn langskomen in Vught om de bevindingen van mijn cliënt Omar L. te bespreken,’ schrijft Janssen. ‘Het is natuurlijk volmaakt zinloos en inefficiënt wanneer ik dan uitsluitend met pen en papier kan noteren wat hij daarover te zeggen heeft om vervolgens terug naar kantoor te moeten gaan en daar in mijn laptop te kunnen kijken welke bestanden het betreft (...), om vervolgens weer terug te moeten reizen naar Vught om mijn visie op deze stukken te kunnen bespreken.’
De advocaat zegt aan te nemen dat de kwestie rond advocaat Youssef T. de aanleiding is voor de maatregelen van de EBI-directie. Volgens hem geeft het geen pas om na zo’n incident alle advocaten over één kam te scheren en hen het leveren van rechtsbijstand ‘in juist de meest complexe en ernstige strafzaken te bemoeilijken of zelfs onmogelijk te maken’.
De genomen maatregel is een aantasting van het grondrecht van een verdachte zijn zaak goed voor te bereiden, stelt hij. Op Twitter nodigt hij zijn vakgenoten de inhoud van zijn brief te gebruiken bij het maken van bezwaar.