Aandeelhouders stemmen voor omstreden beloning oud-Heineken-baas
Een meerderheid van de aandeelhouders van Heineken heeft voor de forse vertrekpremie van oud-topman Jean-François Van Boxmeer gestemd. Dit ondanks de kritische geluiden rond de premie.
De in juni vorig jaar teruggetreden Van Boxmeer krijgt nog 5,5 miljoen euro van de bierbrouwer. Dat is meer dan volgens de huidige Nederlandse code voor het bedrijfsleven is toegestaan.
Op de algemene aandeelhoudersvergadering stemde bijna 92 procent voor goedkeuring van het beloningsrapport van Heineken, waar de vertrekvergoeding onderdeel van was. De stemming was niet bindend, maar wordt als advies meegewogen door Heineken. De nog zittende bestuurders van het bedrijf krijgen vanwege de crisis overigens geen bonussen en ontvingen juist 20 procent minder salaris.
Kritiek
Onder andere de vermogensbeheerder MN – actief voor pensioenfondsen als PMT, PME en Pensioenfonds Koopvaardij – was vooraf kritisch op de beloning voor Van Boxmeer. In een ingezonden statement schreef MN dat de royale vergoeding moeilijk te rijmen was met het moeilijke jaar 2020. Door de coronacrisis ziet Heineken zich onder andere genoodzaakt achtduizend banen te schrappen.
MN benadrukte in de verklaring, die ook namens pensioenuitvoerder APG was ingezonden, bovendien dat de hoge vergoeding Heineken extra duur komt te staan. De brouwer moet 7 miljoen euro extra aan de Belastingdienst betalen omdat de beloning volgens Nederlandse maatstaven excessief is.
Hoogstens één jaarsalaris
Heineken verdedigt de vertrekpremie door erop te wijzen dat die al vóór 2003 was afgesproken. In dat jaar werden ontslagvergoedingen en vertrekpremies bij Nederlandse beursgenoteerde bedrijven aan banden gelegd. In de destijds opgestelde code staat dat een vertrekkend bestuurder hoogstens één jaarsalaris mee mag krijgen