PlusInterview
Zijn vader uit Kaapverdië is oorlogsveteraan, Gery Mendes maakte een theaterstuk over hun band
Borboletas is de nieuwste voorstelling van theatermaker Gery Mendes (39). Hij maakte bij Orkater een muzikale voorstelling over de band met zijn vader, zijn Kaapverdiaanse wortels en de liefde. Vijf dingen die je over muzikant en performer Mendes moet weten.
1. Kaapverdië is thuis, net als Rotterdam
“Soms is Kaapverdië meer thuis dan Rotterdam, en soms is Rotterdam meer thuis. Kaapverdië is thuis vanwege het eten, het klimaat, het strand op loopafstand, de natuur, maar ook vooral de herkenbaarheid. Mensen in je moedertaal horen praten, mensen zien die op je lijken. En heel veel familie hebben op het eiland, zowel van vaders- als moederskant.”
“Kaapverdianen zijn in de jaren zestig en zeventig naar Nederland gekomen, ik ben in Nederland geboren en Rotterdam is ook echt mijn thuis. Buiten Kaapverdië had ik in geen andere stad willen wonen. Hier heb ik vrienden ontmoet, ik heb mijn talenten kunnen ontwikkelen. Ik ben ooit begonnen met rappen, daar kwam een theaterauditie bij en voor ik het wist zat ik in de cultuursector en hoefde ik niet meer om te kijken. Er zijn weinig plekken op de wereld waar je die luxe hebt.”
2. Zijn vader is oorlogsveteraan uit een koloniale oorlog
“Mijn vader is op twintigjarige leeftijd gerekruteerd door de Portugezen om zijn dienstplicht te vervullen in het Portugese leger, nog onder dictator António Salazar. Jonge mannen werden geworven op Kaapverdië, op een boot naar Portugal gezet voor een training, niet wetende waar ze heen gestuurd zouden worden. Hij is toen naar Angola gestuurd, om uiteindelijk te vechten tegen mensen die op hem lijken, die dezelfde huidskleur hebben, in een land waar hij bij wijze van spreken vandaan had kunnen komen.”
“Hij heeft daar 18 maanden gezeten en het nodige meegemaakt. Ik begon ooit met het idee om een voorstelling specifiek daarover te maken, maar het gaat nu ook over mij en hem. Die oorlog werd een metafoor voor onze relatie, de worsteling in hemzelf, de relatie met mijn moeder. Tot op de dag van vandaag heb ik de moeilijkste vraag niet eens gesteld: heb jij op iemand geschoten? Na die dienstplicht bleef hij in Portugal en kwam daarna naar Rotterdam.”
3. Hij danst, musiceert en speelt op toneel, alles tegelijk, voor het eerst
“Ik besloot bij een bezoek aan Kaapverdië les te nemen in traditionele dansstijlen, voor een project over mijn Afrikaanse roots. Daar ben ik getraind door Mano Preto. Ik dans in de voorstelling, maar geen hele choreografie. Het is vooral de eerste keer dat ik een theatertekst heb geschreven, en dat combineer met mijn hiphop- en spoken word-roots. Mijn streven was om alle disciplines die ik heb beoefend bij elkaar te brengen.”
4. Morna, funana, batuku en hiphop zijn z’n muziek
“Vroeger zou ik gezegd hebben: in hiphop liggen mijn wortels, maar de takken van de boom gaan alle kanten op. Na deze voorstelling te hebben gemaakt, zeg ik: hiphop en Kaapverdiaanse muziek zijn de wortels én de boomstam én de vertakkingen.”
“De Kaapverdiaanse muziek Morna is het levenslied – denk aan een zangeres als Cesária Évora, funana is uptempo dansmuziek en batuku is opzwepend en doet denken aan verzetsmuziek. Ik ga nu een plaat maken waarin ik alle stijlen combineer. Ik maak mijn beats en schrijf mijn teksten zelf.”
5. Borboletas zijn vlinders, maar staan voor veel meer
“Ik was in Portugal en zag een boek liggen: Borboletas de Angola, vlinders van Angola. Dit moet ik onthouden, dacht ik. Ook omdat mijn vader in Angola heeft gezeten. De vlinders zijn verder een metafoor voor migranten, voor nomaden, voor mensen die trekken en weer terugkomen. Het staat voor mij voor reïncarnatie, voor voorouders, voor onze nazaten. Ik maakte ooit de performance Vlinders in de ruïne, ook over de oorlog. En over het leven dat constant in beweging is.”
Borboletas, Orkater, donderdag 16 februari in de Meervaart, vrijdag 17 en 18 feb in het Bijlmerparktheater, speellijst hier.