PlusPS

Voor filmmaker Dick Maas is niets heilig

Als het al een biografie is, is het een beetje een halfslachtige biografie, zegt Dick Maas (65) over zijn handboek voor beginnende filmmakers. 'Het is mijn visie op film.'

Jan Pieter Ekker
Dick Maas: 'Ik ben helemaal niet de juiste man voor een cursusboek, maar dat is juist het leuke' Beeld Linda Stulic
Dick Maas: 'Ik ben helemaal niet de juiste man voor een cursusboek, maar dat is juist het leuke'Beeld Linda Stulic

Uiterst informatief, amusant en openhartig, boordevol tips en trucs en vakmatige uiteenzettingen. Dat is het handboek voor beginnende filmmakers, geschreven door regisseur, scenarist, producent en componist Dick Maas (Heemstede, 1951), ruim veertig jaar in het filmvak.

Uiteenlopend van 'Vooral als het koud is en je draait buiten, is het zaak om je warm aan te kleden' tot 'Bereid je voor op vragen als: hoe bent u op het idee gekomen?' en 'Mag ik een handtekening?'

Naast dit soort praktische tips bevat Buurman Wat Doet U Nu? - Films Maken In Nederland anekdotes, roddel en achterklap; Maas citeert uit de talrijke afwijzingsbrieven die hij van het Filmfonds kreeg, rakelt zijn conflict met zijn voormalige zakenpartner Laurens Geels nog eens op, en veegt de vloer aan met Filmfondsbons Arnold Heslenfeld en de publiciteitsafdeling van distributeur Dutch Filmworks, die hij medeverantwoordelijk houdt voor het floppen van Prooi, zijn meest recente speelfilm.

"Het is in de eerste plaats een cursusboek" vertelt Dick Maas bij een cappuccino in Grand Café Krasnapolsky. "Het is mijn visie op film en het gaat over mijn leven - hoe ik in de film ben terechtgekomen en mijn dagen op de set -, maar het graaft niet heel diep in mijn privéleven. Als het al een biografie is, is het een beetje een halfslachtige biografie."

Hoe bent u op het idee gekomen?
Maas lacht. "Die vraag had ik wel verwacht." Toch moet hij even naar woorden zoeken. Dan: "Ik bedoelde dat niet als kritiek op de pers; het is een vraag die heel veel wordt gesteld. Dat is ook niet raar; je wilt dat toch weten. En ik wil ook best vertellen hoe ik tot een idee kom. Maar het is wel een standaardvraag. En daarom adviseer ik aankomende filmmakers dat ze zich daar even op moeten voorbereiden, zodat ze een antwoord kunnen geven dat vaker kan worden gebruikt."

"Maar om op je vraag terug te komen: ik ben een jaar of vijf, zes geleden begonnen met schrijven, ik geloof dat het net na Sint was. Met alle kennis die ik heb opgedaan, wilde ik zo'n 'How to'-boek schrijven, met samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk."

"Zo van: 'Wat hebben we geleerd' - dat heb ik uit die leerboeken voor dummy's. De belangrijkste les? Voor mij is niks heilig: je hebt een regel en daar kun je dan van afwijken. Maar het is wel handig dat je weet dat die regel er is."

En hoe werd het vervolgens een halfslachtige biografie?
"Op een gegeven moment dacht ik: ik stop er wat anekdotes in, hoe ík het allemaal heb beleefd. Dat liep al snel uit de hand, het werd steeds uitgebreider. Want ik vond wel dat ik alle stappen van het productieproces moest doorlopen."

"Vorig jaar rond deze tijd vond ik dat ik het af moest maken, toen heb ik nog anderhalve maand aan de laatste hoofdstukken gewerkt. En nadat Prooi was uitgekomen, heb ik daar ook nog wat over geschreven; het zou een beetje raar zijn als er niks over Prooi in zou staan."

Willeke van Ammelrooy was tijdens het draaien van De Lift zo ontevreden dat ze u een cassettebandje met de cursus 'Werken met acteurs' gaf. U schrijft dat u het nooit heeft afgeluisterd. Bent u eigenlijk wel de juiste man voor een cursusboek?
"Nee helemaal niet, maar dat is juist het leuke. Je kunt ook denken: wie in godsnaam wel. Er zijn zo veel mensen die zichzelf allerlei kwalificaties toedichten en die schrijven boeken vol hoe je moet filmen, maar als ik die lees denk ik: zij weten het echt niet beter dan ik. Ik voel me geen leraar, maar ik denk wel dat mensen wat van me kunnen leren. Want ik kan vanuit mijn ervaring vertellen. En er zijn aardig wat mensen naar mijn films gegaan, dus ik heb wel enig recht van spreken."

Prooi is in vergelijking met uw andere films behoorlijk geflopt. Hebt u daar een verklaring voor?
"Het is nog te vers om conclusies te trekken, maar de uitbreng heeft zeker een rol gespeeld. Nee, ik kan dat niet ­bewijzen, dat is mijn mening. Maar je kunt volgens mij niet zeggen dat het een slechte film is; ik kreeg prachtige kritieken. Ik ben het vaak oneens met de critici, maar in dit geval kan ik dat mooi als argument gebruiken, toch?"

"De bioscoopexploitanten waren ook enthousiast, maar er kwam vanaf de eerste dag dat de film in de bioscoop draaide niemand. Ik heb overigens nog steeds vertrouwen in Prooi en dat blijft zo, totdat blijkt dat ie het in het buitenland ook niet doet. We zijn nu bezig met de verkoop aan het buitenland."

U bemoeit zich met alles - van het scenario en de muziek tot de poster en de verkoop aan het buitenland. Is het niet beter om bepaalde zaken aan specialisten over te laten, of kunt u het allemaal beter?
"Nee, het is niet dat ik vind dat ik alles beter kan. Er zijn bijvoorbeeld best betere scriptschrijvers, maar die bieden mij nooit hun scripts aan. Regisseren vind ik erg leuk, produceren vind ik minder leuk, maar dat doe ik om controle te houden; er zijn maar heel weinig goeie producenten in Nederland."

"Er zijn zeker veel betere muzikanten en componisten, maar dat vind ik nu eenmaal heel leuk om te doen. En het spaart weer geld uit. Voor dit boek heb ik ook alles zelf gedaan, tot de vormgeving aan toe. Ik kan wel naar een uitgever stappen en een vormgever inhuren, maar dan houd ik er helemaal niks aan over."

U rekent in uw boek af met voormalige zakenpartners, distributeurs en omroepen. U citeert uit de afwijzingsbrieven van het Filmfonds. Kunt u nog wel verder in het kleine Nederlandse filmwereldje?
"Ja hoor, ik heb helemaal niet zoveel ruzie. En er staat niets in dit boek dat ik niet al eerder heb gezegd. Ook bij het Filmfonds weten ze hoe ik over ze denk. Je moet het ook niet overdrijven, die kritiek. Ik kan best goed door een deur met directeur Doreen Boonekamp, ik heb onlangs nog een bijdrage van het Filmfonds gekregen om dit boek af te maken."

Meestal noemt u man en paard, maar in enkele gevallen omschrijft u mensen. Waarom is dat?
"Ik vind dat je het er wel naar gemaakt moet hebben, wil je met naam en toenaam worden genoemd. Je moet me echt een streek hebben geleverd. Maar ik kan het toch moeilijk over 'mijn vroegere productiepartner' hebben; dan weet iedereen toch direct dat het over Laurens Geels gaat."

"Als ik 'voormalig hoofd film van het Filmfonds' schrijf, kun je ook zo opzoeken om wie het gaat. Dus heb ik het maar gewoon over Arnold Heslenfeld, want die heeft me een behoorlijke kutstreek geleverd. Nee, ik kan me niet voorstellen dat daar gedoe van komt. En dan nog: een rechtszaak zal de verkoopcijfers geen kwaad doen."

Maas neemt nog een slok van zijn koffie. "Het boek ­bestaat niet alleen maar uit sleaze en smerigheid, hè?! Als je je best doet, kom je op 35 pagina's die anekdotisch zijn; 300 pagina's zijn tips en trucs. Waar zet je de camera neer, etcetera. En nee, het is ook niet zo dat ik na Prooi mijn frustraties van me heb willen afschrijven; het boek was toen al voor het grootste deel klaar."

"Ik zou helemaal niet weten wat ik van me af moet schrijven, want ik ben niet gefrustreerd. Ik vind het een heel luchtig en humoristisch boek. Die statements moet je met een korreltje zout nemen."

We eindigen met een standaardvraag: wat gaat u nu doen?
"Dit boek is even een dingetje en ik ben bezig met de ­internationale verkoop van Prooi. Ik had twee - en eigenlijk nog wel meer - scripts klaar: Para, een dure actiefilm, en een vervolg op Sint. Maar die zijn niet meer te finan­cieren. Als Prooi nu een enorm succes was geworden..."

Over een jaar moet het Filmfonds op zoek naar een nieuwe directeur. Is dat - met al uw ervaring - niks voor u?
Maas verslikt zich bijna in zijn koffie. "No way! Als je je tijd wilt verdoen, moet je in fondsen en besturen gaan. Daar kun je toch niks creatiefs in kwijt? Je kunt nog zoveel willen, het is vaak vechten tegen de bierkaai. Kijk naar die gare Trump... die kan ook zijn ei niet kwijt. Het is zulk ondankbaar werk, dat moet je wel een beetje leuk vinden."

Dick Maas: Buurman, Wat Doet U Nu? - Films Maken In
Nederland. Uitgeverij Parachute Pictures, €24,95. Huub Stapel en Tatjana Simic ontvangen morgen 13.30 uur de eerste exemplaren in Desmet Studio's.

Filmografie

1983 De Lift
1986 Flodder
1988 Amsterdamned
1992 Flodder in Amerika!
1995 Flodder 3
1999 Do Not Disturb
2001 Down
2007 Moordwijven
2010 Sint
2012 Quiz
2016 Prooi

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden