Galerierecensie
Vervormd in de denkbeeldige ruimte, als in een lachspiegel
Ze staan loodrecht tegenover elkaar. Bij de ingang van de galerie is een schot in de ruimte geplaatst. Met diagonale stangen en planken op de vloer blijft deze overeind staan. Het schot is opgebouwd uit rechthoekige witte platen aluminium. Aan de ene kant is een voorstelling zichtbaar van de trommel van een wasmachine. Zouden de panelen afkomstig kunnen zijn van een billboard? Het lijkt in elk geval of ze zo van straat gehaald zijn.
Aan de achterwand van de galerie hangt een rechthoekig schilderij, ongeveer even groot, dat in de ruimte lijkt te zweven. De onderkant van het doek bevindt zich een paar centimeter boven de vloer. Het schilderij verbeeldt zo te zien een haventje met boten en masten die zich spiegelen in het water. Maar erg herkenbaar is het niet.
De schilderijen van Vingerling komen weliswaar voort uit dagelijkse observaties, maar vaak zien we van die eerste indruk weinig terug. “Alles wat benoemd kan worden, haal ik weg. Wat overblijft, schilder ik,” heeft ze eens gezegd. Met hun zwierige verftoetsen doen de schilderijen van Evi Vingerling vaak denken aan planten en bomen, waarbij de kleuren enorm opgevoerd zijn en harde contrasten ontstaan.
Transformatorhuisje
Ook Ricardo van Eyck ziet zichzelf als schilder en zijn werk wordt ook gevoed door indrukken in het dagelijks leven. Die indrukken deelt hij ook op zijn Instagramaccount. Een hekwerk voor een dichtgemetseld venster, steigerdoek waar rechthoekige gaten in zijn geknipt, een transformatorhuisje dat door een metalen hek steekt. De stad zit vol eigenaardige structuren die door Van Eyck worden gepromoveerd tot interessante vormexperimenten. Het zijn poëtische indrukken van alledaagse situaties, maar het toeval speelt ook vaak een grote rol. Dingen zijn tijdelijk even bij elkaar gezet, waardoor ze iets komisch krijgen.
Ook in zijn eigen werk laat Van Eyck het toeval toe. Hij beschouwt zichzelf als schilder, maar zijn werkwijze is eerder die van een bouwvakker dan van een kunstschilder. Van Eyck boort, schuurt, giet, slijpt en polijst oppervlakken tot er wonderlijke patronen ontstaan. Een van de werken is op de grond gemaakt, waarbij de wielen van een rolsteiger donkere, min of meer toevallige sporen over het oppervlak trokken.
Realiteit vangen
Een van de beste werken heet de Lasso IV. Het is ontstaan door de omtrekken van een venster en wat objecten in een roestvrijstalen plaat te slijpen. Als je ervoor staat, zie je de contouren van de ruimte waar Van Eyck voor gestaan moet hebben. Vandaar de titel Lasso, het is alsof hij de realiteit heeft willen vangen. Door het spiegelende oppervlak zie je ook de galerie en jezelf vervormd terug in de denkbeeldige ruimte, als in een lachspiegel. Met op de achtergrond de kleurige schilderijen van Evi Vingerling.
see-saw-see-saw
Ricardo van Eyck en Evi Vingerling
Waar Tegenboschvanvreden, Bloemgracht 57
Te zien t/m 18-12