Plus
Van Cruijff tot Knausgård: de non-fictie van dit najaar
De aanbiedingsfolders van de literaire uitgeverijen zijn weer binnen. Het zal weer een schitterend najaar worden. In drie delen presenteren wij u een greep uit het aanbod. Vandaag deel 2: non-fictie.
6 oktober is het precies 61 jaar geleden dat de eerste Citroën DS van de band rolde. Op 6 oktober 1995 werd de eerste aflevering van Baantjer uitgezonden. In 1799 voltrok zich op die dag de Slag bij Castricum, in 1887 zag architect Le Corbusier die dag het levenslicht, en op 6 oktober 1973 stierf Dick 'Pinkeltje' Laan.
Dit jaar is 6 oktober dé dag in non-fictieland. Dan verschijnt bij Nieuw Amsterdam, en bij andere uitgevers in de wereld, namelijk het boek Johan Cruijff. Mijn Verhaal. Volgens de uitgever 'de enige autobiografie van Johan Cruijff: zijn eigen verhaal, zijn eigen kijk'.
Een boek waar reikhalzend naar wordt uitgekeken, want 'eindelijk leren we de echte Johan kennen'. De in maart van dit jaar overleden Cruijff - 'als je het leest, is het alsof hij zelf tegen je praat' - schreef het boek met behulp van ghostwriter en Telegraafjournalist Jaap de Groot.
Muzikanten
Interessant is of Johan Cruijff. Mijn Verhaal het nieuwe boek over die andere bekende oud-voetballer zal gaan toppen. Deze maand verschijnt namelijk bij uitgeverij Voetbal Inside De Wereld Volgens Gijp, (ook alweer) 'het langverwachte en indringende vervolg op Gijp, het megasucces uit 2012'. Wederom geschreven door Michel van Egmond. Over de dood (René van der Gijps ex-vrouw en moeder van zijn zoon overleed dit jaar), humor, schuldgevoel en de liefde tussen vader en zoon.
Naast voetbalboeken verschijnen er ook twee boeken over beroemde muzikanten. In september Born To Run (Spectrum), de autobiografie van Bruce Springsteen (met weer die ondertitel Mijn Verhaal, welk verhaal zou hij dan willen vertellen in een autobiografie?). En in oktober komt uitgeverij Xander met 'de definitieve biografie' van Lou Reed: Lou Reed. Een Leven in de Velvet Underground.
Ook de Nederlandse kunstenaars worden niet vergeten. Harry Mulisch bijvoorbeeld krijgt, tot zijn ongenoegen waarschijnlijk op dezelfde dag dat het Cruijffboek verschijnt, een boek. Robbert Ammerlaan, lang zijn directeur bij De Bezige Bij, schreef Zijn Eigen Land (De Bezige Bij).
Over de werkkamer van de in 2010 overleden Mulisch, die hij 'mijn eigen land' noemde. Het is 'een reis door Mulisch' literaire laboratorium - een reis die nieuwe feiten aan het licht brengt, verklaringen oplevert, verrassende vondsten doet, onbetreden terrein verkent, en onbekende schatten opdelft'. We zijn benieuwd.
Beroemdste dirigenten
In september is bij De Bezige Bij dan al 533 verschenen, 'vijfhonderddrieëndertig dagen uit het leven van een groot schrijver, met zijn dagelijkse zorg voor zijn huis en zijn planten, en zijn gedachten over de wereld en zijn plek in het universum'. Juist, het nieuwe boek van Cees Nooteboom.
En ook Frits Zwart ziet in september zijn boek in de winkel liggen. Zwart voltooide zeventien jaar na deel één eindelijk Willem Mengelberg, een biografie (Prometheus).
Het tweede deel bestrijkt de periode 1920-1951 en laat niet alleen zien hoe Mengelberg een van de beroemdste dirigenten ter wereld werd, maar ook hoe hij eenzaam en verguisd eindigde in zijn huis in Zwitserland, omdat hij in het Nederlandse muziekleven was uitgespuugd na zijn laakbare houding tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Tussen feit en fictie
November brengt ons vervolgens twee werken waar we ook al nieuwsgierig naar zijn. Allereerst Boud, met als ondertitel Het Verzameld Leven van Boudewijn Büch. Geschreven door Eva Rovers. Zij kreeg exclusief inzage in Büchs persoonlijke archief. Over het leven tussen feit en fictie van de in 2002 overleden schrijver-programmamaker-verhalenverteller.
Dan het monumentale boek van Hans Janssen, eenvoudigweg Piet Mondriaan getiteld (Hollands Diep). Daarin wordt nieuw licht geworpen op het leven van 'een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw'. In november ook het eerste deel van de oorlogsdagboeken van dichteres Henny Michaëlis (1922-2007), getiteld Lenteloos Voorjaar. Oorlogsdagboek 1940-1942 (Van Oorschot), en omschreven als 'het hartverscheurende relaas van een schoolmeisje in de oorlog'. In die oorlog transformeert ze van gymnasiast in dienstmeisje in onderduikster.
Tussendoor, in oktober, Juliana (De Bezige Bij), de biografie over 'een vorstin in een mannenwereld' van Jolanda Withuis, nieuwe non-fictie van Oek de Jong met bijvoorbeeld een verhaal over het ontstaan van zijn bestseller Opwaaiende Zomerjurken (Het Visioen aan de Binnenbaai, Atlas Contact), een biografie over tattookoning Henk Schiffmacher (Schiffmacher, geschreven door Corrie Verkerk, De Kring), de biografie Cissy van Marxveldt - schrijfster van onder meer de boeken over de 'vrolijke bakvis' Joop Terheul - geschreven door Monica Soeting (Atlas Contact).
En in december verschijnt een bundeling met de beste beschouwingen over kunst' van de in 2012 gestorven Doeschka Meijsing, bijeengebracht door Xandra Schutte: Doeschka Meijsing: Hoe Verliefd is de Lezer? (Querido).
Mens in deze tijd
Om de buitenlandse schrijvers niet helemaal in de schaduw van de Nederlanders te zetten: Teju Cole, die doorbrak met de roman Open Stad, komt met essays over politiek, fotografie, reizen, geschiedenis en literatuur: Vertrouwde en Vreemde Dingen (De Bezige Bij, september).
En de persoonlijke getuigenissen van Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj in Wij Houden van Tsjernobyl (De Bezige Bij, oktober). Marilynne Robinson - een van de favoriete auteurs van president Barack Obama - schreef De Gegevenheid van Dingen (De Arbeiderspers), over wat het betekent mens te zijn in deze tijd.
O ja, nog twee boeken die in november over Amsterdam verschijnen vragen onze aandacht. De Betonnen Droom (De Bezige Bij) van Daan Dekker is 'de biografie van de Bijlmer en zijn eigenzinnige, door oorlogstrauma's gehinderde bouwmeester Siegfried Nassuth. En Mariëlle Hageman schreef Amsterdam in de Wereld (Ambo/Anthos), over Amsterdams erfgoed in het buitenland.
En wat is dit overzicht zonder de Noorse Geweldenaar? Deze maand verschijnt van Karl Ove Knausgård Herfst, het eerste deel (van vier) met korte teksten bij illustraties en objecten, afgewisseld met brieven aan en dagboekfragmenten over zijn jongste kind, Anna.