Plus

Tussen Kunst & Kitsch in het Rijks: '90 procent geen opname waard'

Omdat Tussen Kunst en Kitsch het 35ste seizoen ingaat, werd dit weekend voor het eerst een aflevering opgenomen in het Rijksmuseum. En nee, de experts weten écht van niets voordat ze een object voor hun neus krijgen.

Hannah Stöve
Bezoekers komen de Eregalerij binnen met hun kunst en kitsch. Beeld Eva Plevier
Bezoekers komen de Eregalerij binnen met hun kunst en kitsch.Beeld Eva Plevier

De makers van het tv-progamma hadden het Rijksmuseum al een tijdje op hun verlanglijstje staan voor een opname, maar kwamen nooit zover omdat het museum nou eenmaal dagelijks geopend is.

Voor de jubileumeditie wilde het museum wel een avondje de deuren van de Eregalerij openen voor de cameraploegen en zo'n 600 mensen met hun 1800 spullen - er geldt een maximum van drie te beoordelen objecten per persoon - en bijna iedereen haalt het onderste uit de kan.

Als zaterdag om vijf uur 's avonds het museum sluit en alle museumbezoekers hun hielen hebben gelicht, komt het productieteam op hoog tempo de Eregalerij in gesneld. Ze rijden kisten met meubels naar binnen, trekken meters draad en stellen statieven, camera's en lampen op.

Het Rijksmuseum stelt net even wat strengere eisen dan de andere musea waar Tussen Kunst en Kitsch over de vloer is geweest. Iedereen moet zijn tas laten inspecteren samoeraizwaarden en grote pistolen zijn verboden, en alle apparatuur moet een technische keuring ondergaan.

Die lamp naast Jan Asselijns De Bedrijgde Zwaan zou maar vlamvatten. Een brandweerman in dienst van het museum houdt de boel de hele avond nauwlettend in de gaten, en vraagt de productie een wat wiebelige lamp naast een schuttersstuk te verplaatsen en kabels op de vloer vast te tapen.

Voorselectie
Als om zeven uur de deuren opengaan, snellen de bezoekers met hun in trolley's en boodschappentassen vervoerde schatten naar de deskundigen. Voor de schilderijen, boeken en prenten is een voorselectie, om heel lange rijen te voorkomen. Ook de juwelenafdeling en die van de Jugendstil, Art Deco en Design is populair.

Omdat er veel minder tijd is dan normaal - om elf uur 's avonds moet de aflevering er echt opstaan - zijn alle experts en hun vaste vervangers aanwezig, ongeveer dertig stuks in totaal. En nee, zegt eindredacteur Dorette Kuipers terwijl de deskundigen de visagie ingaan en een manicure krijgen: ze hebben écht geen idee wat er die avond langskomt.

"Dat zou ook helemaal niet werken, want je wil niet dat iemand zo goed is voorbereid dat diegene een lestje kunstgeschiedenis gaat geven. Daarom is het ook best moeilijk om goede experts voor dit programma te vinden. Je wilt iemand die mediageniek is, kennis heeft én iets van de markt weet. Meestal zijn handelaren de beste." Het gebeurt wel soms dat experts, voordat ze een object gaan bespreken aan de grote tafel, zoiets als de geboortedatum van een schilder checkt. "Dat moet wel kloppen." Ze tekenen trouwens allemaal een gedragscode, die voorschrijft dat ze de eigenaren niet zelf mogen benaderen om na afloop spullen van ze te kopen.

De grote tafel
De experts hebben het druk, zaterdagavond. De zilveren kannen, Japanse schalen en stillevens zijn niet aan te slepen. Wanneer ze iets zien dat heel zeldzaam of kostbaar is, of gewoon een steengoed verhaal heeft, komt een cameraploeg het gesprek filmen.

Bij iets héél bijzonders wordt Kuipers ingeschakeld. Zij besluit of het product met presentator Frits Sissing wordt besproken aan de grote tafel. "Ongeveer negentig procent is geen opname waard. Maar ook al denkt een expert: wat een prul, dat mag diegene nóóit uitstralen."

Juwelenhistoricus Martijn Akkerman, al 22 jaar expert van Tussen Kunst en Kitsch, heeft een paar vaste stoplappen die regelmatig vanachter zijn tafeltje te horen zijn. "Ik zeg altijd dat het object dan vooral een grote emotionele of decoratieve waard heeft. En goede kitsch kan af en toe toch ook mooi zijn?"

De jubileumaflevering van Tussen Kunst en Kitsch (Avrotros) in het Rijksmuseum is in het najaar op NPO1 te zien.

Harry Smit (70) met botervloot van Berlage en Zwart.

Harry Smit kocht een jaar of twintig geleden een geel servies van geperst glas op een garageverkoop. Het is niet compleet; Smit heeft alleen de botervloot, de suikerkop, een zoutvaatje, twee eierdopjes en een paar schotels. "Samen met een broodrooster heb ik er dertig gulden voor betaald."

Tijdens de opname hoorde hij dat het een heel bijzonder servies is: namelijk het ontbijtservies van Hendrik Berlage en Piet Zwart uit 1923. Precies zo'n set staat een paar verdiepingen verderop in de vaste collectie van het Rijksmuseum. Zowel Harry als zijn vrouw zijn zeer gesteld op het servies en gaan het gewoon weer in hun vitrine zetten. Ook al is het vele, vele malen meer waard dan het aankoopbedrag.

null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Kim (32), Tom (34) en Eefje (1) van den Bos met zilveren rammelaar.

De zilveren rammelaar die Eefje vasthoudt is een erfstuk van Kims overgrootvader. "Hij hing boven mijn wieg, boven de wieg van mijn moeder, en nu die van Eefje." Er was hoop dat de rammelaar flink wat waard was, omdat ooit een miniatuur in het progamma voorbij kwam die erop leek en duizenden euro's waard was.

De hoop bleek ijdel - volgens het duo zilverexperts, broer en zus Emiel en Esther Aardewerk, is de rammelaar ongeveer 250 euro waard. "Hij heeft vooral een grote emotionele waarde, zeiden ze. We gaan 'm gewoon weer terughangen in Eefjes kamer."

null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Sylvia Veltman (37) met negentiende-eeuwse revolver.

Hoewel er eigenlijk een verbod op pistolen gold, mocht Sylvia Veltman toch een revolver laten taxeren. "Ik heb de revolver van mijn vader gekregen, en hij zei altijd dat 'ie in de Amerikaanse Burgeroorlog was gebuikt. Ik was vooral benieuwd of dat klopte." Helaas kon geen van de experts dat bevestigen. Het enige dat zeker is, is dat de revolver uit de negentiende eeuw komt en slecht onderhouden is. En de waarde? "Ongeveer 250 euro. Ik had eigenlijk wel op meer gehoopt."

null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Susan Hempenius (37) met speelgoedhondje.

Vette pech. Dat heeft Susan Hempenius zaterdag in het Rijksmuseum. Er was geen enkele expert aanwezig die verstand heeft van bijzonder speelgoed, en dus heeft ze voor niets haar oude speelgoedhondje meegenomen. Het ding ruikt nogal muf - mogelijk vanwege zijn vaste standplaats: de boekenplank. "Mijn moeder heeft het hondje in de jaren tachtig op een veiling gekocht, en ik denk dat het een antiek speelgoedhondje van het merk Steiff is, nog van voor de oorlog. Maar zeker weet ik het niet. Iemand een idee?"

null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Theo Hylkema (56) met twee schilderijen.

Theo Hylkema heeft twee schilderijen meegenomen: een stilleven van zijn schoonmoeder en een wat abstracter schilderij van zichzelf, dat hij ooit van zijn grootouders heeft geërfd. Beide werken sneuvelden al tijdens de voorselectie. De expert ter plekke beoordeelde dat ze nauwelijks wat waard zijn. Lachend: "De ene is Oost-Europees en gemaakt voor de toeristenmarkt, en de andere Zuid-Europees, ook gemaakt voor de toeristenmarkt." Beide schilderijen gaan retour naar hun vaste stek: boven de banken van Hylkema en zijn schoonmoeder. "Mijn stiefdochter heeft nog wat Egyptische spulletjes meegenomen, daar hebben we hogere verwachtingen van."

null Beeld Eva Plevier
Beeld Eva Plevier

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden