Teveel toeval in zaak-Noortman
AMSTERDAM - De Nederlandse autoriteiten zullen geen onderzoek instellen naar de betrokkenheid van de overleden kunsthandelaar Robert Noortman bij de verdwijning van negen kunstwerken uit zijn galerie in Maastricht.
Omdat de diefstal meer dan twintig jaar geleden plaatsvond, is de zaak verjaard.
Een team van de nationale recherche wist acht van de negen meesterwerken vorige week te achterhalen. Het betreft schilderijen van oude meesters als Willem van der Velde, Jan Brueghel de Jonge en David Teniers en werken van de impressionisten Auguste Renoir en Camille Pisarro. Een negende werk, een schilderij van een watermolen van Meindert Hobbema, zou zijn vernietigd door Noortman.
Dat althans beweert de Limburgse privédetective Ben Zuidema, die in 1987 door Noortman in dienst werd genomen om de doeken op te sporen maar kort daarna opdracht kreeg zijn onderzoek te staken. Eind vorig jaar zou Zuidema zijn gebeld door een Duitser die zei te weten waar de schilderijen waren.
Volgens Zuidema wilde de Duitser de familie Noortman afpersen met een notarieel vastgelegde verklaring van drie Limburgers over het verleden van de kunsthandelaar. Daarin stond dat Noortman zelf betrokken was bij de verdwijning.
Hij zou de doeken aan het drietal hebben meegegeven om te laten verbranden. De Hobbema zou volgens de verklaring door Noortman eigenhandig zijn vernietigd. Verzekeraar Lloyds betaalde Noortman uiteindelijk vijf miljoen gulden voor de verdwenen werken.
Woordvoerster Victorine Stille van de Amsterdamse vestiging van Het Art Loss Register, de grootste databank op het gebied van gestolen kunst, verwacht dat Lloyds het er niet bij zal laten zitten. "Lloyds is een Londense instelling, en volgens de Britse wet is de zaak nog niet verjaard." Volgens Stille was het schilderij van Hobbema, dat voor één miljoen gulden was verzekerd, veruit het waardevolst van de negen werken.
De acht andere kunstwerken werden achterhaald bij een inval in een woning in Schin op Geul. Daarbij werden drie personen gearresteerd. Het gaat om een 45-jarige Duitser die in Doebai woont, zijn 62-jarige moeder uit België en nog een 66-jarige man uit Walem.
Volgens museumbeveiligingsexpert Ton Cremers zitten er 'onfrisse luchtjes' aan de kwestie. "Het kan geen toeval zijn dat men na 22 jaar met die schilderijen ging leuren. Dat moet gebeurd zijn met het oog op de verjaring. Je vraagt je af waarom een man uit Doebai met Zuidema belde om samen de familie Noortman te chanteren.
Kon die man uit Doebai op één of andere wijze verwachten dat Zuidema hiertoe bereid zou zijn? En Zuidema vindt het allemaal heel vervelend voor de kinderen van Noortman maar schroomt niet om, terwijl het onderzoek van de politie nog loopt, geheel onnodig schadelijke informatie over Noortman in de pers rond te strooien." (HENK SCHUTTEN)
