PlusAchtergrond
‘Smakeloos, grof en onbeschaafd’: de gekkigheid van de beroemde ‘dadaveldtocht’ herleeft
Honderd jaar geleden organiseerde kunstenaar Theo van Doesburg een ‘dadaveldtocht’ door Nederland. In Haarlem wordt volgende week de soiree van toen nagespeeld.
In Amsterdam moest er politie te paard aan te pas komen toen op 19 januari 1923 een dadaïstische tournee zaal Bellevue aandeed. De avond in één woord: chaos. Schrijver A.M. de Jong, later bekend van zijn Merijntje Gijzen-boeken, was erbij. In het socialistische dagblad Het Volk deed hij onder de kop ‘Vlegels voor en achter de schermen’ de volgende dag verontwaardigd verslag.
De Jong vond niet alleen de optredens beneden alle peil, hij hekelde ook het toegestroomde publiek, dat zich bijzonder rumoerig gedroeg: ‘Het was niet eens lollig van dwaasheid, het was alleen maar grof, smakeloos, ruw en volstrekt onbeschaafd’ (onvermeld liet hij dat vanuit de zaal onder meer ‘Hup Ajax!’ werd geroepen, zoals elders wel werd genoteerd).
In Haarlem was het een dag eerder in de ‘veldtocht’ niet veel anders gegaan en waren de reacties navenant, weet journalist Peter Bruyn. “In het Haarlems Dagblad vond de hoofdredacteur het allemaal bespottelijk wat er was gebeurd. Een schande voor de kunst, die juist verheffend hoorde te zijn. Er waren ook wel mensen die het grappig vonden, maar in de keurige wereld vond men het helemaal niets.”
Blaffen en miauwen
Peter Bruyn is een van de organisatoren van de manifestatie Dada Haarlem 1923 - 2023, die onder meer een tentoonstelling, films en optredens biedt. Hoogtepunt vormt het naspelen van de Haarlemse dadasoiree van honderd jaar geleden, net als toen in zaal Rosehaghe. Het publiek wordt verzocht in passende jarentwintigkleding te komen. Mobiele telefoons zijn uit den boze, maar net als toen mag er wel worden gefloten, geblaft en gemiauwd.
Het dadaïsme ontstond halverwege de Eerste Wereldoorlog in het Zwitserse Zürich. Met absurde en verwarrende ‘antikunst’ keerde men zich tegen de gevestigde orde. Dada, een beweging die geen beweging wilde zijn, sloeg snel aan in de rest van Europa. Nederland haakte pas laat aan, zegt Bruyn: “In 1920 was het eigenlijk al gedaan met dada, maar die Nederlandse veldtocht langs acht steden was pas in 1923. Er was wel heel veel om te doen.”
De tournee werd georganiseerd door Theo Van Doesburg, een van de kunstenaars van De Stijl. “Dat was juist een heel ordentelijke stroming, maar Van Doesburg was ook geïnteresseerd in dada. Hij had goede internationale contacten en wist zo de Duitser Kurt Schwitters en de Hongaar Vilmos Huszár voor de veldtocht te strikken. Zijn echtgenote Nelly speelde bij die soirees piano.”
Heftig neussnuitend
Het programma was niet elke avond van de tournee gelijk, maar de opening werd altijd verzorgd door Van Doesburg zelf. In een donkere zaal droeg hij – in zwarte kleding met witte das en witte sokken – voor uit de brochure Wat is Dada?. In Haarlem werd zijn voordracht onderbroken door een heftig zijn neus snuitende Kurt Schwitters, op andere avonden maakte de Duitser dierengeluiden.
“Nelly van Doesburg speelde voor die tijd extreme pianostukjes, Vilmos Huszár was in de weer met een soort trekpop. Het was veel gekkigheid, ook in de zaal. Mensen hadden toeters en bellen meegenomen,” zegt Bruyn.
Heeft Bruyn een idee wie indertijd de Haarlemse dadasoiree bezochten? “Ja, zeker. In de jaren tachtig is een boekje verschenen over de avond, waarvoor mensen zijn geïnterviewd die er indertijd bij waren. Het was niet Jan met de pet die er op af kwam, het waren vooral mensen uit de kunstwereld. Daar zaten ook prominenten tussen die niets van dada moesten hebben, maar wel nieuwsgierig waren.”
En wie komen er volgende week donderdag en vrijdag als de Haarlemse soiree door acteurs wordt nagespeeld? “Het zijn in elk geval mensen die weten wat dada is, dus dan kun je het zelf wel invullen. Maar buurtbewoners zijn ook geïnteresseerd geraakt. Voor hen hebben we naast de twee avondvoorstellingen, die inmiddels zijn uitverkocht, op donderdag een matinee georganiseerd. Daar kunnen ook andere belangstellenden een kaartje voor kopen, want de voorstelling heeft alleen zin als de zaal net als in 1923 vol zit. Het publiek is er nadrukkelijk onderdeel van.”
Dadakenner
Als onderdeel van Dada Haarlem 1923 - 2023 treedt in popcentrum Het Patronaat Blixa Bargeld op, de zanger van de groep Einstürzende Neubauten die naam maakte met een instrumentarium dat bestond uit onder meer drilboren en winkelkarretjes. Bargeld is een kenner van dada. In de popmuziek zijn meer dadaliefhebbers. Zo vernoemde het Britse elektronische duo Cabaret Voltaire zich naar het café in Zürich waar dada ontstond.
Bruyn: “Maar bij Cabaret Voltaire was er alleen die verwijzing in de naam. Blixa Bargeld en Einstürzende Neubauten zijn echt beïnvloed door dada. Daar zijn er meer van in de popmuziek, maar het gaat dan vooral om outsidermuzikanten, ook in Nederland.”
Heeft dada volgens Bruyn verder invloed gehad in Nederland? “Dan kom je uit bij kunstenaars uit de hoek van Fluxus, de kunststroming uit de jaren zestig. Er valt makkelijk een lijn te trekken van dada naar Willem de Ridder en Wim T. Schippers.”
Meer informatie: www.dadahaarlem.com