PlusInterview

Schrijver Sandro Veronesi: ‘Dit boek is het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan’

De Italiaanse schrijver Sandro Veronesi heeft zijn ziel en zaligheid gelegd in zijn nieuwe, grote roman De kolibrie over een man wiens leven en liefdes hem overkomen. ‘Alles wat verteld moest worden, kwam naar boven.’

Marjolijn De Cocq
null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

Het is 1999 en oogheelkundige Marco Carrera, dan 39 jaar oud, staat iets te gebeuren. Iets wat ‘doorslaggevend en mogelijk catastrofaal zal zijn’ voor zijn leven, schrijft Sandro Veronesi op de eerste bladzijde van zijn nieuwe roman De kolibrie. En zo staat Marco Carrera in de ruim driehonderd bladzijden die springen door de tijd, van 1970 tot 2030, nog veel meer te gebeuren dat doorslaggevend en mogelijk catastrofaal is.

Als kind wordt hij, vanwege een inmiddels verholpen groeistoornis, ‘de kolibrie’ genoemd. Maar het zijn ook de eigenschappen van een kolibrie waardoor hij uiteindelijk in staat is tegenslagen op te vangen en ‘door te gaan met een leven dat hij nooit had willen leven’: met twaalf tot tachtig vleugelslagen per seconde kan het vogeltje schijnbaar bewegingloos in de lucht blijven langen. Alsof Carrera bij alles wat hem overkomt schijnbaar bewegingloos blijft.

Veronesi beschrijft Carrera’s levensloop en die van zijn familieleden – en grote liefde op afstand Luisa – fragmentarisch en veelvormig; in gedichten, brieven, ansichtkaarten, mails, sms’jes, boedellijsten, polemiek, liedteksten, verhandelingen over manga en science fiction én in lyrisch en meeslepend proza.

Dat maakt De kolibrie tot een rijk en intrigerende roman van een schrijver die alles heeft gegeven wat hij in zich had ­– een roman ook die hij gevreesd had niet te kunnen afmaken toen bij hem prostaatkanker werd geconstateerd. Hij genas, en zijn gedachten over de dood voedden zijn schrijven.“Dit boek is het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Om persoonlijke redenen, mijn gezondheid; maar ik heb ook alles gebruikt wat ik in mijn onderbewustzijn verborgen hield. Ik ben nu volkomen leeg. Ik heb mijn goudreserves opgebruikt.”

Wat hield u verborgen?

“Ik heb lang onderschat hoeveel leed en verdriet ik door de jaren heen binnenin me heb gedragen. Ik dacht altijd: iedereen heeft pijn. Dat vlamt op en dooft weer uit. Als een aansteker die je bij je draagt en vergeet zodra je die hebt gebruikt. Maar ik heb onderschat hoeveel verdriet ik binnenin me droeg, verdriet van decennia en decennia. Ik had me niet gerealiseerd hoeveel zich in mij had opgehoopt. En ik moest me daarvan bevrijden. Ik schrijf niet over dingen die gebeurd zijn, maar er kwam iets uit me dat verteld móest worden”

Hoe kwam u erachter dat er zoveel verdriet in u zat?

“Ik ging onderuit bij dingen die me normaliter nooit zo zouden hebben geraakt.. Ik begon heel labiel te worden, heel breekbaar. En ik besefte dat ik dat verdriet kwijt moest, dat ik ermee moest afrekenen. En dat ik er iets mee kón, dat ik als schrijver de mogelijkheid had om dat in een roman te verwerken. Verdriet is het thema van dit boek.”

“Dat is ook waarom ik het verhaal fragmentarisch vertel. Een levensloop als die van Marco Carrera kun je niet chronologisch vertellen, anders wordt het allemaal té erg. Als je de dictatuur van de chronologie loslaat, kun je mensen van wie je weet dat ze sterven of op een andere manier uit zijn leven verdwijnen in een nieuw hoofdstuk gewoon weer laten terugkomen. Ik kon als kind de Disneyfilm 101 Dalmatiërs al niet zien waarin die puppy’s worden weggehaald bij hun ouders. Deze structuur geeft je een nieuwe kans met de personages. Ik heb het verhaal zo opgebouwd om me op de dood te wreken. Want ik wilde ook alle vreugde en moed en hoop laten zien die in het leven samengaan met verdriet.”

U refereert regelmatig aan het boek Dokter Zjivago van Boris Pasternak – lievelingsboek van Marco Carrera en zijn onmogelijke jeugdliefde Luisa. Dat is ook fragmentarisch van opzet. Wilde u een eigentijdse Zjivago schrijven?

“Nee, helemaal niet. Ik heb veel bewondering voor Pasternak, heb het boek tweemaal gelezen. Zjivago was een oftalmoloog, een oogheelkundig specialist, net als mijn Marco Carrera. Dat was voor mij de relevantie.”

Veronesi vrolijkt meteen op. “Toen ik net in Rome woonde en probeerde schrijver te worden maar nog niets had gepubliceerd, zei ik als ik een meisje ontmoette dat ik oftalmoloog was. Had ik ‘schrijver gezegd’, dan hadden ze me gevraagd wat ik dan wel had geschreven. Maar oftalmoloog klinkt zo saai, daar werd nooit op doorgevraagd.”

Fictie
Sandro  Beronesi
De Kolibrie
Vertaald door Welmoet Hillen
Uitgeverij Prometheus, €22,99, 236  blz. Beeld
FictieSandro BeronesiDe KolibrieVertaald door Welmoet HillenUitgeverij Prometheus, €22,99, 236 blz.

“En ik moet u corrigeren. Die liefde tussen Marco en Luisa is niet onmogelijk. Ondanks de grote emoties die ze elkaar op afstand belijden, willen ze uiteindelijk helemaal niet écht samen zijn. Zeker, er is liefde. Levenslang. Woorden van liefde, bij hen in liefdesbrieven – nu zouden het waarschijnlijk appjes zijn – zijn iets heel krachtigs, die voeden de passie.”

“Maar op de momenten dat ze voor elkaar zouden kunnen kiezen doen ze dat niet – omdat ze niet hetzelfde willen. Die brieven zijn heel romantisch, ik schuw de pathos niet. Zelf prefereer ik de echte, dagelijkse liefde. Ik leef als schrijver tussen woorden, maar die zijn voor mij in de liefde niet genoeg.”

U verwerkt veel muziek in uw boek, andere schrijvers, films.

“De geneugten des levens. Als ik me slecht voel en Under the Vulcano van Malcolm Lowry op een willekeurige bladzijde opensla, verandert mijn stemming ogenblikkelijk. De schoonheid ligt in vele vormen voor het grijpen. Als ik David Crosby wil horen, kan ik naar David Crosby luisteren. Niet op vinyl, van andere kwaliteit, maar je hebt nu anders dan onze ouders alle schoonheid van de wereld binnen handbereik.”

Door de inventarislijst van het designmeubilair uit de jaren zestig, zeventig in het huis van zijn ouders die Carrera mailt aan de broer van wie hij vervreemd is geraakt, ging ik inderdaad meteen die stukken opzoeken

“Alle objecten uit die tijd zijn van zo grote waarde, zowel in esthetisch als cultureel opzicht. Dat zullen we nooit meer terugkrijgen in tijden van Ikea. Niet dat wat Ikea verkoopt per se slecht is, maar het is onvergelijkbaar met het design van toen. Bijna al die meubels staan nu in het Moma.”

U geeft ook een verhandeling over de Italiaanse Uraniareeks waarin vooral Amerikaanse en Britse science fiction werd uitgegeven. Bent u een liefhebben?

“Het is de reeks van Marco’s vader – en van de mijne. Science fiction was de collectieve droom van mijn vaders generatie. Ik ben opgegroeid in een omgeving waar de toekomst werd voorspeld, waarin oorlogen werden uitgevochten met andere planeten en dystopische virussen rondwaarden. We dachten tenminste dat dat de toekomst zou zijn. Het virus, ja, dat hebben we nu. Maar internet hebben ze niet voorspeld.”

Hij lacht – het interview vindt plaats op 29 februari in Amsterdam, nog voor de sluiting van de Italiaanse grenzen; juist die datum speelt in De kolibrie ook een rol als ‘de dag die niet bestaat’.

Dan weer serieus, en steeds feller: “Maar het is ook de reden dat ik mijn verhaal heb doorgetrokken naar 2030. Naar tijden waarin de waarheid het heeft afgelegd tegen wat we de verworvenheid van vrijheid noemen. Want we drijven steeds verder af van de waarheden waaraan we ons moeten vasthouden om samen te kunnen leven. We mógen de shoa niet ontkennen. We mógen het belang van vaccinatie niet ontkennen. We leven met te veel mensen op een relatief kleine planeet en ik denk dat de waarde van vrijheid tegenwoordig overschat wordt en dat daarmee fundamentele waarheden in het geding zijn.”

Dat is ook het deel van uw boek waarin u een duidelijk politieke tournure maakt, met Carrera’s dochter als boegbeeld van een nieuwe wereld. Een influencer als strijder.

“Ik kon niet anders. Ruim anderhalf jaar geleden heeft onze ‘regering van verandering’ van Matteo Salvini het rampzalige besluit genomen om de havens te sluiten voor bootvluchtelingen. Een rampzalige periode. Ik ben gestopt met schrijven en heb met schrijvers, regisseurs en andere mensen uit de cultuurwereld acht maanden actie gevoerd.”

“Het was de meest politiek geëngageerde periode van mijn leven. Maar ik heb ermee moeten stoppen omdat ik hartproblemen kreeg en een maand thuis rust moest nemen. Ik ben 61, het is nog te vroeg voor mij om te sterven.En toen herinnerde ik me dat ik een roman te schrijven had. Omdat ik niet lijfelijk meer kon protesteren, heb ik mijn politieke leed ook in mijn roman moeten bevrijden.”

“Maar er zijn nu ontwikkelingen waar we hoop uit kunnen putten. Niet als metafoor, maar letterlijk: onze kinderen.” Hij vertelt over zijn twee jongste kinderen van zeven en tien. “Zij zijn nog niet gecompromitteerd, zij kunnen de wereld veranderen. Ik was dat idee aan het uitwerken in mijn boek en toen stond Greta Thunberg op. Ja, het kan! En het gebeurt!”

“Wetenschappers hebben met hun decennialange waarschuwingen niet kunnen bewerkstelligen wat Greta heeft gedaan. Daar ligt voor mij de hoop op de toekomst.”

Premio Strega

Sandro Veronesi (Florence, 1959) wordt beschouwd als een van de grootste Italiaanse schrijvers van zijn generatie. Na zijn studie architectuur in Florence koos hij voor een carrière in de letteren. De kolibrie is genomineerd voor de belangrijkste Italiaanse boekenprijs: de Premio Strega, die Veronesi eerder won met Kalme chaos.

Sandro Veronesi  Beeld Ulf Andersen/Getty Images
Sandro VeronesiBeeld Ulf Andersen/Getty Images

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden