PlusInterview

Schrijver Geerten Meijsing: ‘Ik heb haast. Ik heb dat verschrikkelijke, zwakke hart’

Geerten Meijsing: 'Het leven is een beetje snel voorbijgegaan. Ik ben 72, ik vind het heel raar dat mijn ouders dood zijn, dat mijn broer en mijn zus dood zijn.' Beeld Hannah Bults
Geerten Meijsing: 'Het leven is een beetje snel voorbijgegaan. Ik ben 72, ik vind het heel raar dat mijn ouders dood zijn, dat mijn broer en mijn zus dood zijn.'Beeld Hannah Bults

Schrijver Geerten Meijsing (72) tobt met zijn gezondheid, en hij heeft haast. Zijn nieuwe boek Siciliaanse brieven is net uit, maar dat is niet meer dan een voorafje. ‘Er is een handvol grote boeken die ik echt bij leven uitgegeven wil zien.’

Maarten Moll

Hij zit in zijn stoel voor het raam van de etage aan een brede weg in de Rivierenbuurt. Gedurende het gesprek zal hij niet naar buiten kijken.

Geerten Meijsing is voor enige tijd in Nederland, maar Italië lonkt, zoals het altijd lonkt als hij er niet is. Sinds 1977 woont Meijsing daar. Eerst nabij Lucca, en sinds 2000 in Syracuse.

En als hij in Nederland moet zijn, verblijft hij in het Amsterdamse appartement. De vraag of hij naar Italië verlangt doet wat met zijn gezicht. Er komt meer kleur op, meer expressie, meer leven. Hij komt wat overeind in zijn stoel.

“Ja!” zegt hij. “Ja! Altijd. Elke dag, elke nacht. Ik droom alleen maar over daar. Ik vind het vreselijk om hier te zijn.”

En hij zakt weer in de kussens.

“Als het kon, ging ik morgen weer terug.”

En we zouden meteen met hem meegaan, omdat we zijn nieuwe boek hebben gelezen. Siciliaanse brieven (Berichten van Ortygia). Over zijn leven in de Siciliaanse stad Syracuse, waar hij sinds 2000 woont in het historische centrum Ortygia. De geur van verse vis en granaatappels stijgt van de pagina’s op. Middels weemoedige overpeinzingen richt hij zich tot een geliefde, en lezen we over zijn alledaagse leven daar. Over literatuur, zus Doeschka, Plato, zijn dochter, en nog veel meer. Syracuse, daar willen we zijn!

Kooitje van titaan

“Maar,” zegt de schrijver nadat het bezoek een blikje San Pellegrino (Aranciata Rossa) in een glas heeft leeggeschonken, “om redenen van gezondheid en publiciteit ben ik nu hier.”

Hij moest naar het ziekenhuis. Zijn hart speelt al heel lang op, en hij is al een paar keer geopereerd aan zijn rug. “Het bleek dat ik spondylodiscitis heb. Ik vind het zo’n mooi woord dat ik het graag nog een keer zeg: spon-dy-lo-di-scitis. Een infectie, waarbij een bacterie het kraakbeen tussen de wervels aanvreet waardoor die wervels verzakken. Ik heb een kooitje in mijn rug. Een kooitje van titaan, gebouwd om de drie onderste ruggenwervels overeind te houden. Een verschrikkelijke operatie...”

Het verstrekken van deze medische update is van belang omdat daartegenover een bijzonder dadendrang staat. Geerten Meijsing wil namelijk voordat hij de pijp uitgaat (zijn woorden) nog minstens vier boeken het licht doen zien.

Hij heeft haast. “Het leven is een beetje snel voorbijgegaan. Ik ben 72, ik vind het heel raar dat mijn ouders dood zijn, dat mijn broer en mijn zus dood zijn. Idioot vind ik dat, ik had nog minstens twintig of dertig jaar in de middenperiode erbij willen hebben. Toen je op geen enkel moment last had van je lichaam.”

Siciliaanse brieven is een voorafje. Hij wilde weer in het schrijven komen omdat hij er dus een tijdje tussenuit was geweest door ziekte, ellende, de dood van vrienden. Deze brieven zijn een lekkermakertje, want straks komt ‘het grote boek’.

Dat naast het rijtje andere ‘grote boeken’ geplaatst kan worden. De Erwin-trilogie bijvoorbeeld (onder de naam Joyce & Co). Of Veranderlijk en wisselvallig, waarvoor hij in 1988 de Ako Literatuurprijs kreeg, De grachtengordel (1992), en zijn grote Platoroman De ongeschreven leer (1995).

Gekkenhuis

Eindtijd anderzijds, moet de grote roman gaan heten. Hij speelt zich deels af in Syracuse, in een voormalig gekkenhuis. Een groot, vervallen en geheimzinnig gebouw dat tussen zijn woning en de zee staat. “Ik stel me voor hoe dat was toen het een gekkenhuis was, want ik interesseer me heel erg voor geestesziekten. Ik heb een paar pathologische romans, geschreven. Tussen mes en keel, over depressiviteit, en Dood meisje, over borderline.”

“Ik heb zelf aanleg voor melancholie, tot het depressieve aan toe, maar die heb ik overwonnen met behandelingen. Ik heb er wel een lichte vorm van het jezuscomplex aan overgehouden. Ik herken mensen met zulke problemen, en wil ze dan helpen. Maar ik ga niet de straat op en op een kistje staan. Ik behandel ze ook niet, want daar zijn dokters voor. Nou ja, doet er verder niet toe.”

Hij haalt een pijp uit een zak van zijn jasje en speelt er wat mee, zonder aanstalten te maken er tabak in te stoppen.

“Maar goed, die roman speelt zich af in dat oude gekkenhuis, en in dat gekkenhuis wonen alle schrijvers die het niet gemaakt hebben, die mislukt zijn. En een deel gaat over het overzetten van vluchtelingen van Afrika naar Italië. Mijn dochter was bevriend met een Noord-Afrikaan die dat deed, en dan speelde dat hij ook een vluchteling was. Een schat van een jongen, maar ook een halve misdadiger. Het speelde tien jaar geleden, ik mag er van mijn dochter nu over schrijven, maar wat er allemaal is gebeurd... Het maakt de roman interessant, kruidig, en bovendien actueel.”

Tragische heldinnen

Hij praat heel begeesterd over de nieuwe roman. “Ik heb haast. Ik heb dat verschrikkelijke, zwakke hart en ik kan zomaar elk moment het loodje leggen. Er zijn een handvol boeken die ik echt bij leven uitgegeven wil zien. Het boek Wellevenskunst, over een groep geleerden die praten over politiezaken die niet zijn opgelost. Dan een boek over het leven van een van mijn lievelingsschrijvers, George Gissing. Een soort boek als Julian Barnes schreef over Gustave Flaubert, Flauberts papegaai. En een boek over beroemde, tragische heldinnen. Jean Seberg, Marie Trintignant. Twaalf in totaal.

“Interessant,” zegt het bezoek.

“Ja, ik vind mijn werk ook interessant,” zegt de schrijver. “Niet mijn leven, dat speelt zich af in mijn werk.”

En wanneer gaat het weer richting Sicilië?

“Eerst twee grote boeken inleveren. Daarna zien we wel.”

Siciliaanse brieven (Berichten van Ortygia)

Geerten Meijsing
Arbeiderspers
128 blz, €22,50

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden