PlusInterview
Schrijver Ane Riel: ‘Ik wil dat het is alsof je een sprookje leest’
Met haar duistere, psychologische romans is de Deense Ane Riel per abuis in het bakje thrillerauteur terechtgekomen. Woensdag verschijnt Beest, het epische verhaal over een zwakbegaafde reus.
Hij is dol op muizen, met hun zachte vachtjes. Knuffelen wil hij ze, maar muizen vinden altijd de dood in zijn vuisten. ‘Dodo’ noemt Mirko hem, de man die zich heeft ontfermd over de ouderloze, zwakbegaafde reus. Samen trekken ze rond als landarbeiders.
Dat er iets vreselijk mis is, weet de lezer meteen als Dodo op een plekje aan de rivier zijn verhaal begint. In de romans van de Deense Ane Riel (48) is suspense een stuwende kracht. In Beest onthullen Dodo en Mirko hun voorgeschiedenis op weg naar een tragische afloop.
Die suspense maakt haar niet tot crimewriter, zegt Riel. Maar met haar roman Hars uit 2015 won ze vier grote Scandinavische thrillerprijzen en daardoor is ze in het verkeerde kaartenbakje terechtgekomen. “Het succes was natuurlijk leuk, daardoor is het ook internationaal verschenen. In Nederland is Hars ook heel goed opgepakt. Maar ik heb er gemengde gevoelens over. Het probleem van zo’n labeltje is dat mensen dan thrillers van je gaan verwachten. Nee, ik schrijf literaire fictie en dan graag in de breedst mogelijke zin van het woord.”
Krantenbericht als inspiratiebron
Ze schrijft niet vanuit plot, maar vanuit haar personages. Het is de ontwikkeling van hun personages waardoor ze zich laat leiden. “Ik ben altijd heel erg nieuwsgierig waar ze me heen brengen, ik improviseer de hele tijd.”
Haar personage Dodo vond zijn oorsprong in de nieuwsberichten over een Duits jongetje dat in 1999 als baby met enorme spiermassa werd geboren, een genetische afwijking. “Zo’n kleine Superman, dat was een enorme inspiratie. Maar waar Superman zijn kracht aanwendt voor het goede, is die voor Dodo juist zijn zwakte. Hij heeft zijn kracht niet onder controle.”
Ze wilde aanvankelijk zijn vriend en redder Mirko de enige verteller laten zijn. “John Irving was daarbij mijn voorbeeld, die in A Prayer for Owen Meany het verhaal van Owen door een vriend laat vertellen. Maar ik kreeg het niet voor elkaar, ik voelde me te beperkt. Toen besloot ik dat Dodo zelf ook een stem moest krijgen.”
Ze voelde zich gevangen in de aanvankelijk Deense setting van het boek. Daarom laat ze Dodo en Mirko nu rondtrekken in een grenzeloos en naamloos gebied dat ergens in Zuid-Europa of op de Balkan gesitueerd zou kunnen zijn. “Maar je weet het niet en ik wil ook niet dat je het weet. Dat gaf mij de vrijheid en ik geef daarmee ook de lezer vrijheid. Ik wil dat het is alsof je een sprookje leest. ‘Er was eens een vallei hier ver vandaan…’ Dat is de sfeer die ik wil oproepen. Maar dan wel een duister sprookje, zoals die van de gebroeders Grimm.”
In het hoofd van Lemmie
En zo ontstond een episch drama waarin ze zich niet alleen door Irving liet inspireren (een cruciale scene uit A Prayer for Owen Meany heeft ook een rol in Beest) maar ook door John Steinbeck – van wie ze, voor de echte liefhebber, zes titels in haar tekst heeft verstopt. Of Mice and Man was zelfs haar uitgangspunt, de novelle waarin George en zijn zwakbegaafde vriend Lemmie als landarbeiders rondtrekken en Lemmie’s liefde voor zachte en aaibare dieren muizen en ander huisdieren de kop kost.
“Ik besloot met Steinbecks verhaal te gaan spelen. Hij schreef Of Mice and Men in de derde persoon, je weet niet wat er bij Lemmie door het hoofd gaat. Maar ik besloot in het hoofd van ‘mijn’ Lemmie te kruipen, met hem bij de rivier te gaan zitten in afwachting van de komst van zijn vriend die de problemen waarin hij is beland wel weer zal oplossen.”
Dodo (geboortenaam Leon) is het middelpunt van alle dramatische gebeurtenissen, hij is in al zijn onschuld bron van alle ellende. “Hij probeert het allemaal wel te begrijpen, maar hij neemt alles zo letterlijk dat hij het grote plaatje niet ziet. En hij gaat alleen uit van zichzelf: van wat hij nodig heeft. Pas aan het einde van het boek doet hij voor het eerst iets goeds, doet hij iets voor een ander.”
Wordingsverhaal
Beest gaat over grote emoties, zegt Riel. “Over liefde, haat, nijd, jaloezie, angst, schuld en onschuld, geloof en twijfel. Maar het is ook een liefdesverhaal: dat van Mirko’s onmogelijke liefde voor Dodo’s moeder Danica. Want al draait alles om Dodo, Mirko is mijn echte hoofdpersoon.”
De jongen die als knechtje aan de boerderij van Danica wordt uitgeleend en met lede ogen toeziet hoe zij een geweldenaar trouwt en moeder wordt. “Zijn liefde voor Danica is heel puur, hij is haar zo trouw. Beest is zijn wordingsverhaal, zijn transformatie van een onschuldig kind tot een liefdeshongerende puber tot de volwassen man die alle verantwoordelijkheid op zijn schouders neemt. Hij is de echte grote kracht in mijn roman.”