'Rijksmuseum heeft 165 miljoen over voor Rembrandt'
Komt De Vaandeldrager van Rembrandt dankzij de Franse crisis met de gele hesjes in het bezit van het Rijksmuseum? De Franse kunsthistoricus Didier Rykner, oprichter van onlinemagazine La tribune de l’art, meent van wel.
Een tak van de familie Rothschild wil het schilderij uit 1636 voor 165 miljoen euro verkopen. Dat de Franse overheid in het huidige politieke klimaat zo’n bedrag neertelt voor een schilderij is uitgesloten, schrijft Rykner.
Dat het bedrag door particulieren wordt opgehoest, acht Rykner ook uitgesloten. Alsof al die Franse miljardairs vlak na hun bijdragen aan de restauratie van de Notre-Dame, waar ze ook nog eens om werden bespot, nogmaals de portemonnaie zouden trekken.
Rijksmuseum ontkent
Het Rijks zou volgens Rykner wel bereid zijn De Vaandeldrager te kopen voor dat bedrag van 165 miljoen euro; volgens hem is dat een alleszins gerechtvaardigde prijs. Het museum moet nog wel even geduld hebben, want er is vooralsnog geen exportvergunning voor het schilderij. Franse musea hebben nog tot 19 juni de kans om de Rembrandt te kopen.
Het Rijksmuseum laat desgevraagd weten dat aankoop van De Vaandeldrager niet aan de orde is, zolang er geen exportvergunning is afgegeven.
Vijf jaar geleden bood een Rotschild nog de Rembrandt-portretten van ‘Marten en Oopjen’ voor 160 miljoen euro te koop aan. Nadat er een exportvergunning voor was afgeven, wilde het Rijksmuseum die kopen. Na veel rumoer kochten de Nederlandse en de Franse staat de schilderijen samen, zodat ze afwisselend in het Rijks en in het Louvre kunnen hangen.