PlusInterview
Rick de Leeuw: ‘Ik ben een betere zanger geworden’
Twintig jaar nadat Tröckener Kecks er afscheid nam staat Rick de Leeuw woensdag weer in de grote zaal van Paradiso. ‘Lekker met mijn hakken op de rand van het podium de zaal imponeren.’
Rick de Leeuw is gevaccineerd en heeft daar in zijn telefoon ook het bewijs van. Hij vindt het ook prima dat daar in de horeca naar wordt gevraagd. Maar 1e Klas, het grand café op het Centraal Station, waar we hebben afgesproken voor een interview, komt hij niet binnen.
Ingewikkeld verhaal simpel: De Leeuw is gevaccineerd in België, waar hij woont, en de Belgische qr-code werkt hier om de een of andere reden niet. Nou heeft hij in de auto wel een document liggen dat hem waarschijnlijk wel toegang tot 1e Klas verschaft, maar die auto staat een stuk verderop geparkeerd.
Gevorderd middelbare leeftijd
We besluiten het interview buiten te doen, zo koud is het nou ook weer niet. Begint het te gieten, zul je net zien. En daar zitten we even later, twee heren van gevorderd middelbare leeftijd, onder een afdak aan de buitenkant van het station. Zien we er heel hulpbehoevend uit? Een evangelist drukt ons een foldertje in handen over hoe Jezus ons kan redden.
Rick de Leeuw vindt het schitterend allemaal. “Back to the eighties! Het is alsof ik weer net in Amsterdam ben komen wonen.” Zestig jaar oud is hij. Het ooit pikzwarte haar is niet grijs, maar wit, verder is hij nauwelijks veranderd. Lang en luid, enthousiast, vol goede verhalen. Over het Belgische dorp waar hij woont (Heks, 340 inwoners), over de middeleeuwse dichter Jan Smeken aan wie hij een boek wijdde, over de voorstelling die hij samen met filosoof Johan Braeckman maakte over Lou Reed en existentialisme (vooralsnog alleen in België te zien) en natuurlijk over zijn nieuwe album Lieg Me De Waarheid.
Grotendeels Belgische band
Morgen presenteert hij het album in de grote zaal van Paradiso, waar hij niet meer heeft opgetreden sinds het afscheidsconcert van zijn groep Tröckener Kecks, twintig jaar geleden. Nu staat hij er met de grotendeels Belgische band die hem als soloartiest al langer terzijde staat. “Door de pandemie hebben we lang niet gespeeld natuurlijk, maar laatst hadden we een try-out en bam! – in één keer was het er weer. Maar toen moesten de mensen nog zitten, nu hoeft dat niet meer. Beter.”
Is hij als artiest veel veranderd in 20 jaar? “Ik ben een betere zanger geworden, dat zeker. Ik heb veel opgetreden met alleen pianist Jan Hautekiet. Dan moet je je als zanger inhouden en daar leer je veel van. Maar het is ook fijn om het allemaal los te laten en lekker met je hakken op de rand van het podium de zaal te imponeren. Dat druistige, die dadendrang: heerlijk.”
Zijn huidige band verschilt veel van Tröckener Kecks, de groep waarmee hij nederpopklassiekers als Nu of nooit en Met hart en ziel opnam. “De drummer waar ik nu mee speel is 25, die moest nog worden geboren toen de Kecks al lang bezig waren. En Jan Hautekiet, die ook in de band zit, is weer vijf jaar ouder dan ik.Het is een heel ander soort band, ook omdat we niet altijd met elkaar bezig zijn. We zien elkaar alleen bij een plaatopname of tour. Het zijn afgebakende, korte periodes van samenwerking. Voor de rest is iedereen met zijn eigen dingen bezig.”
Oostelijk Havengebied
De Kecks waren een soort continubedrijf. “Met zijn allen waren we alle dagen verantwoordelijk voor het welslagen en welbevinden van de band. Ik woonde in die tijd in het Oostelijk Havengebied waar veel mensen een bootje hadden. Bootjes hebben de neiging te willen zinken en iedereen was daar maar aan het lassen en doen. De Kecks waren ook een bootje geworden. We waren alleen nog maar bezig dat ding drijvend te houden.”
Heerlijk vond De Leeuw het om na de Kecks precies zijn eigen interesses te kunnen volgen. “Dat boek over Jan Smeken is indicatief voor het grillige pad dat ik de afgelopen twintig jaar heb bewandeld. Er was geen enkel plan.”
Schrijver, dichter, acteur, tv-presentator; hij was het na het opheffen van Tröckener Kecks allemaal. En omdat die bonte carrière zich vooral in België afspeelde, was het geen heel grote verrassing dat hij een jaar of zes geleden verhuisde naar Heks, een dorpje op de Belgische taalgrens, zo’n 20 kilometer van Luik.
“Ik weet nog precies waarom ik als jongen naar Amsterdam trok. Ajax, Johan Cruijff, Paradiso, bier, meisjes; alles wat belangrijk was in mijn leven, speelde zich af in Amsterdam. Daar moest ik zijn, klaar. Maar de laatste jaren in Amsterdam zat ik te denken: hoe vaak kom ik nou eigenlijk nog bij Ajax of in Paradiso? Ik heb overwogen in Berlijn te gaan wonen, maar dat is gewoon Amsterdam waar ze Duits spreken.”
Mist hij in het kleine Heks het grotestadsleven niet? “Tot mijn verbazing niet. Als ik in het wat grotere Diets was gaan wonen, was het vast anders geweest. Daar hebben ze wel een bioscoop, maar daar draaien altijd kutfilms. Ja, dan ga je het culturele aanbod in Amsterdam missen. In Heks is gewoon niks. We hebben wel een bloeiend dorpsleven. Op zondag ga ik altijd wielrennen met de mannen, maar dat is eigenlijk een lange omweg naar ons geweldige dorpscafé Bij Rita.”
Rick de Leeuw, Paradiso, woensdag, 20.15 uur