PlusInterview

Regisseur Norbert ter Hall: ‘Elke jongere moet zich bevrijden’

Voor zijn boekverfilming De belofte van Pisa creëerde Norbert ter Hall (53) een kleurrijke, verhevigde variant van Amsterdam. ‘Alles is net iets groter dan de realiteit.’

Joost Broeren-Huitenga
Olivia Lonsdale als Annelies en Shahine El-Hamus als Samir. Beeld
Olivia Lonsdale als Annelies en Shahine El-Hamus als Samir.

Norbert ter Hall groeide niet op in een Marokkaans gezin in Amsterdam, en ook niet in de elitaire kringen van de stad. Toch herkende hij direct iets in Mano Bouzamours debuutroman De belofte van Pisa, waarin tiener Samir zich aan het criminele milieu van zijn oudere broer ontworstelt dankzij zijn muzikale talent. Zijn verfilming van het boek was vorige week de slotfilm van het Nederlands Film Festival.

“Het is een bevrijdingsroman waarin levenslust het ­wapen is,” zegt Ter Hall. “Dat thema is natuurlijk heel universeel: elke jongere moet zich uiteindelijk bevrijden. Je kunt dat doen door je te verzetten of boos te worden, maar hier is levenslust het grootste wapen. Dat vond ik er heel mooi aan. Misschien is dat ook wel het meest autobiografische aan het hele boek, want Mano loopt ook over van levenslust. Dat was zó aanstekelijk voor de hele cast en crew.”

Schrijver Bouzamour was bij elke stap van het maak­proces van de film betrokken. Dat was voor Ter Hall een harde voorwaarde. “Ik heb vanaf het eerste moment tegen Mano gezegd: ik doe het alleen als jij er volledig bij betrokken blijft. Omdat ik wel voelde dat er heel veel van hemzelf in het boek zit. Als hij het geen goede film had gevonden, zou ik het echt als mislukt hebben beschouwd.”

Een mobiel instrument

Bouzamour las alle versies van het scenario van de film, dat werd geschreven door Ter Halls echtgenoot Robert ­Alberdingk Thijm. “Het boek maakt natuurlijk al een stap naar fictie, maar veel scènes waren wel een verbeelding van iets echts. Robert is met Mano teruggegaan naar het oorspronkelijke verhaal en heeft gekeken: als je dat in een boek zó doet, dan kunnen we het in de film zó doen. Er zitten dan ook vrij weinig scènes in de film die letterlijk uit het boek komen. Alles is anders, maar wel vanuit dezelfde bron verteld.”

De meest in het oog springende verandering is het ­instrument dat Samir bespeelt. In het boek is hij een begenadigd pianist; voor de film werd dat een trompet.

“De ­piano is een te statisch instrument,” legt Ter Hall uit. “Dat zou hebben betekend dat hij op school en thuis een piano had, en dan moesten alle scènes zich op die twee plekken afspelen. We wilden juist een mobiel instrument. De trompet is een instrument dat in vrijwel alle stijlen past, van jazz en klassiek tot Arabische muziek, en die melange van stijlen zochten we voor de film.”

“En het mooie van de trompet is dat je vingers en je ­gezicht in één beeld zichtbaar zijn. Dat werkt goed op film – al betekende het wel dat Shahine El-Hamus, die geen ­noten kan lezen en al helemaal geen trompet kan spelen, maanden heeft moeten studeren om de vingerzetting zo geloofwaardig mogelijk te krijgen.”

Een tweede grote breuk met het bronmateriaal is de locatie waar het verhaal zich ontvouwt. In het boek woont ­Samirs gezin in de Diamantbuurt, waar schrijver Bouzamour zelf ook opgroeide; in de film werd dat Amsterdam-Noord. “De Diamantbuurt is sinds Mano daar opgroeide zo gegentrificeerd, daar struikel je nu over de bakfietsen,” zegt Ter Hall. “Niet dat we een soort verloederde achterbuurt moesten hebben, dat is onzin, maar de twee omgevingen moesten wel een visueel contrast vormen. En het grote voordeel van Noord is dat je de fysieke barrière van het IJ hebt, dat je ook echt een reis maakt. Je wil een soort begrenzing hebben en dan is het IJ natuurlijk perfect, ook omdat je er zowel overheen als onderdoor kan.”

Noord is hier overigens niet letterlijk Amsterdam-Noord, benadrukt Ter Hall. “Noord is: iets anders dan Zuid. Ik wilde dat de film een verhevigde werkelijkheid is. Het is geen sprookje of fantasiewereld, maar alles is wel net iets groter dan de realiteit. In de drie seizoenen A’dam – E.V.A. die ik heb gemaakt, probeerden we Amsterdam zo echt mogelijk te laten zien. Als personages daar door de stad fietsen, dan klopt de route. Hier wilde ik, omdat ik het universele in het verhaal zo sterk vind, juist de vrijheid ­nemen om een eigen stad te knutselen.”

Voor die kleurrijke en levendige ‘eigen stad’ vond Ter Hall inspiratie in de Aziatische cinema. “Met cameraman Richard Van Oosterhout heb ik gezocht naar wat we een Aziatisch beeld van Amsterdam noemden. Alles is veel kleurrijker. Ik heb er hard voor gestreden dat er bijna geen witte muren in de film zitten, terwijl negentig procent van de muren in Nederland wit is. En we werken veel met ­gekleurd licht; tl-licht is hier groenig of blauwig en straatlantaarns zijn meer oranje dan ze in werkelijkheid zijn. Dat is een stadsbeeld dat ik vooral ken uit Aziatische films. Het is een Amsterdam met een licht en een kleurigheid die past bij de verhevigde werkelijkheid van dit verhaal.”

Hemel op aarde

In de rijkeluiswereld waarin Samir – of kortweg Sam – vervolgens in Zuid terechtkomt, valt hij voor de mooie Annelies en raakt hij bevriend met stotteraar IJsbrand.

Ter Hall: “Wat ik mooi vond in het boek is dat die wereld in Zuid in eerste instantie de hemel op aarde lijkt, maar dat natuurlijk niet is. Uiteindelijk is de samenleving daar net zo ­bekrompen en naar binnen gericht. Dat moest wel duidelijk worden; het lijkt enorme vrijheid, maar dat is slechts een deel van de werkelijkheid. IJsbrand wordt ook gek van zijn ouders, terwijl het heel andere ouders zijn. Al die kinderen moeten zich bevrijden, op hun eigen manier. Die overeenkomst vond ik interessanter dan de verschillen. Visueel hebben we de werelden van Noord en Zuid scherp uit elkaar gehouden, maar inhoudelijk wilde ik juist de overeenkomsten benadrukken. Dat basisgevoel: ik moet hier weg, ik moet mezelf worden – dat is universeel.”

Te gast op Paff

Norbert ter Hall (Gorinchem, 1966) volgde een opleiding tot grafisch ontwerper en kwam als decor­ontwerper bij theater, tv en film terecht. Hij regisseerde series als Waltz, ’t Schaep met de 5 pooten en A’dam – E.V.A.. De belofte van Pisa is zijn derde speelfilm.

Zondag is Ter Hall een van de gasten in de Paff-talkshow De laatste ronde, 18.30 uur in Ketelhuis 2 (gratis toegang, reserveren via paff.nl). Hij zal onder meer zijn eerste Paroolcolumn voordragen, die volgende week woensdag in PS Film staat.

Lees ook het oordeel van onze recensent: De belofte van Pisa wordt een moderne polderklassier.’

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden