PlusKunstbeursrecensie
Recensie: vrolijkheid en kwinkslagen overheersen op Art Rotterdam 2023
De sfeer op Art Rotterdam is licht en feestelijk, zowel onder bezoekers als in het aanbod. De geslaagde nieuwe indeling van de kunstbeurs zorgt bovendien voor een betere kijkconcentratie.
Maaike Fransen komt aangelopen met een cellokoffer op haar rug gegespt. Nadat ze een tapijtje heeft uitgerold gaat ze op handen en knieën, als een soort onderzetter voor de instrumentkoffer. Billen zijn daarin uitgespaard, waar een straal water uit spuit. Dolende muzikant wordt decoratieve fontein.
De video in de stand van LangArt op Art Rotterdam komt uit de serie How to Make a Living. Hoewel de ondertoon serieus is – hoe kom je in godsnaam als kunstenaar aan de bak? – kun je niet anders dan lachen. En dat geldt voor wel meer werk op de beurs. Het lijkt erop dat kunstenaars het gesomber van de afgelopen twee jaar helemaal zat zijn. Net als in de popmuziek, waar dansbare luchtigheid regeert, en de mode – magenta is dé mannenkleur voor komende zomer – overheersen vrolijke kleuren en kwinkslagen.
Dat betekent overigens niet dat engagement is ingeruild voor lang-leve-de-lol. Maar heftige onderwerpen – milieu en klimaat zijn onontkoombaar, ook op Art Rotterdam – worden op een opvallend lichte manier aangesneden. Zo laat Hadrien Gerenton (galerie m.simons) een reusachtige keramische cactus uit een wc-pot groeien. De bloemstillevens die Stephen Shanabrook (Frank Taal Galerie) van plastic afval maakt, zijn van een bijna 17de-eeuwse kwaliteit. En Jelle Spruyt (Galerie Mieke van Schaijk) tovert met naald en draad vervuilend textiel om tot fantasieflora met titels als Zaaddozen hebben variabele curves en Strijklicht.
Inrichting is flink opgeschud
Drie van de vier bovengenoemde kunstenaars exposeren in de New Art Section, die vroeger in de staart van de beurs zat maar is verplaatst naar het begin van de lange aanloopgang. Omdat het solo’s zijn, waardoor je je beter kunt verdiepen in één oeuvre, wordt meteen bij binnenkomst je kijksnelheid afgeremd. Voorheen hadden bezoekers vaak de neiging dit eerste deel van de beurs voorbij te snellen op weg naar de grote hal. Nu veel minder, ook omdat tegenover de New Art Section de relatief grote stands zijn geplaatst van topgaleries als Ellen de Bruijne Projects, Stigter Van Doesburg en Martin van Zomeren.
Directeur Fons Hof heeft de inrichting van Art Rotterdam flink opgeschud en dat heeft de beurs goed gedaan. Er zijn ook minder deelnemers toegelaten waardoor de zwakke plekken van vorig jaar verdwenen zijn. Gelukkig bleef er wel ruimte over voor kwalitatief hoogstaande nieuwkomers als Heejsteck# (met even cartooneske als monumentale ‘gaper’ als blikvanger) en Roof-A (met Frank van der Salms feestelijk ogende fotocollage van een klimwand).
Het videoprogramma Projections, dat voorheen een hele zaal besloeg, is uitgekleed en ondergebracht in individuele stands. In plaats daarvan is er nu een binnenplein met beeldenpark, dat veel beter werkt als rustpunt in het visuele geweld dat een beurs toch altijd is.
Computercollages in verf
Gelijk gebleven is de dominantie van schilderkunst in het aanbod, maar het medium wordt lekker opgerekt. David Roth (Dürst Britt & Mayhew) geselde doeken met bloemboeketten, wat expressionistische kleurexplosies oplevert. Rutger Brandt Gallery brengt de in Europa nog onbekende Mexicaan Omar Rodriguez-Graham, die hyperdynamische computercollages in verf uitvoert en langs de contouren uitzaagt. En Joeri Woudstra (Josilda da Conceição Gallery) voorziet zijn canvassen van een metalen grille met sloten bij wijze van analoge paywall.
Natuurlijk is er ook werk in andere media te koop. De led-wandobjecten van Jaehun Park (Bradwolff & Partners) zijn aantrekkelijk, vooral het exemplaar waarin een verchroomd schedelbot door een groene kamer danst met een hamer en stoplicht op de achtergrond. Schuin daartegenover staat een hedendaags memento mori van Daniel van Straalen (Stigter Van Doesburg). De kunstenaar eigende zich voor Me Me een internetmeme van de Olsentweeling toe – de berustend kijkende linker zou weten wanneer je sterft, de wijdogige rechter hoe – en zette er een confronterende digitale klok onder die het jaar aftelt in dagen, uren, minuten en seconden.
Wie op zoek is naar iets speciaals kan bij Vivid een schilderij aanschaffen van Neue Wilde Peter Angermann, die in de jaren tachtig zijn doorbraak beleefde in Rotterdam en nu weer terug is. Of bij Upstream een van de allervroegste werken van Marinus Boezem, waarin hij de officiële kunst belachelijk maakt door te poseren met tuinslang en inpakplastic: The Artist as an Object of Art.
Dit originele en unieke fotodrieluik uit 1962 (!) hoort natuurlijk thuis in een museum, maar aan kooplustige particuliere verzamelaars geen gebrek. Die hadden de aansporing van Luis Vidal (Alzueta Gallery) niet nodig: een geschilderd T-shirt met het opschrift ‘Collecting Art Makes You More Attractive’.
Art Rotterdam: t/m 12 februari in Van Nellefabriek, Rotterdam
Rotterdam Art Week
Tot en met zondag is Rotterdam the place to be voor kunst-, design- en architectuurliefhebbers. Naast Art Rotterdam in de Van Nellefabriek zijn er nog tal van andere beurzen, speciale openingen in musea en kunstinstellingen, installaties in de open lucht, pop-upshows en open ateliers.
In Depot Boijmans is de hypnotiserende installatie Sunshine State nog te zien, waarin Steve McQueen bewerkte beelden uit The Jazz Singer (1927) combineert met een aangrijpend verhaal dat zijn vader hem op diens sterfbed toevertrouwde.
Ook heel bijzonder is het project Perpetuum, een animatie van de Amsterdamse kunstenaar Jacco Olivier, die na zonsondergang op de Euromast wordt geprojecteerd. Daarin is een euforisch mannetje te zien dat onbeholpen blij op en neer stuitert, wild met zijn armen zwaaiend. Het project wordt aan de stad Rotterdam aangeboden door Galerie Ron Mandos en de AkzoNobel Art Foundation, opdat iedere Rotterdammer ‘de kracht van kunst kan ervaren’.
Jan Pieter Ekker