PlusBoekrecensie

Recensie Victoriestad: Salman Rushdie is na aanslag op zijn leven terug met historisch heldenepos

Salman Rushdies nieuwe roman Victoriestad is een hervertelling van een ‘onsterfelijk meesterwerk’ van een 247-jarige wonderdoenster en profetes uit het verre verleden van India. Met Rushdieëske werveling, maar in het oeuvre van de schrijver ook meer van hetzelfde.

Marjolijn de Cocq
Schrijver Salman Rushdie is na de aanslag op zijn leven in augustus 2022 terug met de nieuwe roman Victoriestad. Beeld Getty Images
Schrijver Salman Rushdie is na de aanslag op zijn leven in augustus 2022 terug met de nieuwe roman Victoriestad.Beeld Getty Images

De jungle staat centraal in de grote oude vertellingen van India, in de Mahabharata van Vyasa, in de Ramayana van Valmiki. En dus is er ook een ballingschap in de jungle in de Jayaparavaya van Pampa Kampana, een ‘gedicht in vierentwintigduizend verzen’ dat vierenhalve eeuw na de opkomst en verwoesting van het Bisangarijk in een verzegelde pot werd teruggevonden, begraven in het hart van het vernielde Koninklijk Hof.

De epische vertellingen uit zijn jeugd vormen een onuitputtelijke bron van inspiratie voor de Brits-Indiase schrijver Salman Rushdie (ik acht het kaliber hier hoger, maar voor diegenen bij wie toch net als bij de de kandidaten van De Slimste Mens het kwartje niet valt: Duivelsverzen, fatwa, aanslag op zijn leven ). En in zijn nieuwe roman creëert hij er een zelf. Victoriestad is een hervertelling door ‘louter een verhalenverteller’ van een fictief epos in het Sanskriet over het koninkrijk Vijayanagar dat in de 15de en 16de eeuw daadwerkelijk het overgrote deel van Zuid-India besloeg.

Grote brandstapel

De Jayaparajaya – ‘Victorie en Nederlaag’ – begint met met het rollende hoofd van een oude koning dat alles in beweging zet in een tijd van veldslagen en afgehakte hoofden. Alle vrouwen van het minuscule koninkrijk, de meeste weduwe geworden, lopen massaal een grote brandstapel op en de negenjarige Pampa Kampala ziet ook haar moeder in de vlammen verdwijnen. Het is op dat moment dat ze bezeten raakt door de godin Parvati (‘Pampa’ is een van haar plaatselijke namen) en haar carrière als wonderdoener en profetes begint.

Precies op die plek van bloed en vuur, geeft de godin haar in, zal een grootse stad verrijzen, een wereldwonder, en haar rijk zal meer dan twee eeuwen duren. Pampa Kampana zal er voor zorgen dat er geen vrouwen meer op deze manier worden verbrand, dat mannen op nieuwe manieren aan vrouwen gaan denken. Ze zal net lang genoeg leven om zowel haar succes en falen mee te maken en de geschiedenis ervan te vertellen. En wat dan volgt is een Rushdieëske werveling van dynastieën, intriges, magie en een vleugje Doornroosje hier en een snufje Machiavelli daar. Die wederom imponeert, maar in het oeuvre van de schrijver ook meer van hetzelfde is – zelfs zijn humor voelt een beetje obligaat.

Groenogige amant

Pampa Kampana ziet het allemaal gebeuren, hoe de broers Hukka en Bukka met haar als hun koningin de Sangamadynastie stichten, de eerste en succesvolste in de stad met de gouden muren die uit haar betoverde zaden en fluisteringen is opgetrokken. Een van de grootste mirakels, een wonder van de orde van de Egyptische piramiden, begrijpt de Portugese paardenhandelaar Domingo Nunes als hij de stad betreedt en Pampa Kampana’s eerste roodharige, groenogige liefde wordt in een reeks van roodharigen en groenogigen. (Omdat hij Vijayanagar – de v is als een b, de j is als een z – verhaspelt tot Bisnaga, wordt dat naam van Victoriestad.)

De Vittalatempel in Vijayanagara, voormalig hoofdstad van het gelijknamige rijk,  waarin Rushdie zijn nieuwe roman situeert. Beeld Rainer Krack/Getty Images
De Vittalatempel in Vijayanagara, voormalig hoofdstad van het gelijknamige rijk, waarin Rushdie zijn nieuwe roman situeert.Beeld Rainer Krack/Getty Images

Na de eerste twee decennia van het zich steeds verder uitstrekkende rijk beseft de nauwelijks verouderde Pampa dat ze al haar minnaars en haar drie roodharige, groenogige dochters zal overleven (haar drie zoons met hun ‘rottige’ aard heeft ze verstoten.) Het is haar lot ‘om iedereen om wie ze gaf te verliezen en aan het eind achtergelaten te worden met hun brandende lijken om zich heen, net zoals haar 9-jarige zelf in haar eentje had staan kijken hoe haar moeder en de vrouwen verbrandden.’

Rushdie goochelt met bouwstenen uit het verleden, met vorsten die hebben bestaan, een rijk dat is geweest. Maar dát is het hart van de roman, die eeuwige jeugd van Pampa Kampala waardoor ze bijna 250 jaar lang die ramp uit haar kindertijd moet herbeleven.

Daardoor blijf je toch meegaan met dit buitensporige epos waarin ‘remonstrantie’ op ‘remonstrantie’ volgt met al naar gelang meer of minder tolerantie voor andere religies/het andere geslacht/de schone kunsten/de inmenging van religie in staatszaken/weduweverbrandingen. En waarin ondanks de ‘nieuwe manieren waarop mannen aan vrouwen gaan denken’ en een ‘gelijkheidsarrest’ toch opmerkelijk veel concubines voorkomen – haar kleinzoon eist er 1200, Pampa Kampana’s streven haar tijd ver vooruit.

Gloeiende ijzeren staven

Na een lange ballingschap in de jungle met haar dochters, als de dynastie onder haar wraakzuchtige zoons is vervallen in ‘gekrakeel, groeiende religieuze intolerantie en zelfs fanatisme,’ keert Pampa Kampana terug naar de stad voor een tweede gouden tijdperk. Maar ze eindigt blind, haar ogen uitgestoken met gloeiende ijzeren staven. Zoals de olifantengod Ganesh voor Vyasa de Mabhatara op papier zette, heeft Pampa Kampana in de nadagen van het rijk koningsdochter en laatste koningin Tirumalamba Devi als scribent van de door haar gereciteerde ‘verblinde verzen.’

De catastrofe die Parvati al voorspelde aan het 9-jarige meisje is nabij. En Rushdie verwoordt zelf hoe die laatste hoofdstukken zich (helaas) laten lezen, met nog heel veel meer allianties, machinaties en wisselingen van kamp : ‘Pampa Kampana bedacht plichtmatige verzen over de veldslagen (...) en Tirumalamba schreef ze plichtgetrouw op.’ Maar zoals zijn Duivelsverzen wordt ook de Jayaparajaya bedreigd met vernietiging. En in het besef dat Rushdie Victoriestad voltooide voor de aanslag op zijn leven vorig jaar, krijgt de laatste zin van Pampa Kampana’s epos zoals de verhalenverteller het citeert extra gewicht: ‘Woorden zijn de enige overwinnaars.’

null Beeld

Victoriestad
Salman Rushdie
Vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer,
Uitgeverij Pluim, €26,99
352 blz.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden