PlusBeeldspraak
Quentin Tarantino spreekt in Carré – voor fans én sceptici van de filmmaker die de waarde kent van een provocatie
Staat Quentin Tarantino dit weekend echt in Carré? De filmmaker die de Tweede Wereldoorlog en de moord op Sharon Tate herschreef lag toch dood achter het stuur?
Geachte aanwezigen uit binnen- en buitenland, gewaardeerde cinefiele vrienden, collega’s en bewonderaars, ik heet u van harte welkom op deze merkwaardige bijeenkomst. Wij begroeten hierbij ook de sceptici, die vanavond het laatst zullen lachen en dat hopelijk in hun vuistje kunnen doen. Zij zijn hatelijk welkom en zo te horen goed vertegenwoordigd. Kalm aan azijnpissers op de achterste rij! Berg uw geslepen messen maar weer op. Iedereen kan straks zijn, haar of hun zegje doen. Iedereen behalve de eregast. Het is onvoorstelbaar maar de gevierde spraakwaterval is ons ontvallen. Hij zwijgt voortaan als het graf.
De betreurde Amerikaan beschikte over het vermogen om voor velen een gids, leidsman en smaakmaker te zijn, terwijl anderen hem van plagiaat, epigonisme en wansmaak betichtten. Ik sta wankel met een been in het eerste kamp en met het andere in het tweede. Vermoedelijk ben ik juist daarom aangezocht om het beroemde kadaver een laatste applaus en een trap na te bezorgen. Het is een smerig karwei maar ik ben erop gekleed.
De piemels van Madonna
Dat was de zojuist afgelegde Amerikaan ook, toen hij ons voor het eerst tegemoet trad op de tonen van George Bakers hitsingle Little Green Bag. Dat swingende lied over een kleine groene zak of een dollarbiljet bestormde de Nederlandse hitladder in 1969 maar weerklonk in 1992 voor het eerst in bioscopen waar Reservoir Dogs werd geprojecteerd. Dat is 31 jaar geleden maar ik zal in deze zaal niet de enige zijn die bij dat lied nog steeds aan Madonna en de piemels denkt.
Dat kan onsmakelijk klinken, maar het lijkt mij dat we hier niet bijeen zijn om dergelijke details onbesproken te laten. Ze zijn exemplarisch voor het werk van een filmmaker die dondersgoed wist dat een schaamteloze en gratuite provocatie altijd aandacht genereert. De gepokten en de gemazelden uit de wereld van het amusement en klatergoud weten waarover ik spreek: alle publiciteit is goed, zolang ze je naam correct spellen.
Niemand nam notie van, spelt u maar mee, Quentin Tarantino. Tot hij hoogstpersoonlijk in de eerste minuten van zijn zelfgeschreven regiedebuut over de piemels van Madonna oreerde. In zijn rol als de bankrover Mr. Brown verluchtigt hij een gezamenlijk ontbijt met zeven collega’s met een scabreuze exegese van de lyriek van Madonna’s hitsingle Like a Virgin. Hij verwijst daarbij in een moeite door naar de disproportionele penis van pornoster John Holmes en naar het gezwoeg van tunnelgraver Charles Bronson in The Great Escape. De filmwereld spitste de rode oortjes. Tarantino stond op de kaart.
Popculturele trivia
Wij kunnen achteraf concluderen dat die eerste minuten uit de eerste film een opmerkelijk consistent oeuvre hebben ingeluid. Hier was een man die met een smeuïge uiteenzetting over drie afgestofte fenomenen uit de populaire cultuur van de twintigste eeuw van de daken schreeuwde dat hij zijn ogen en oren een leven lang de kost gaf. Niets was hem ontgaan en over alles formuleerde hij een mening. Dat immense Amerikaanse hoofd zat barstensvol trivia over film, televisie, muziek en lectuur uit meerdere windstreken. Zijn kop liep over.
Ik wil mijzelf bij deze betreurenswaardige gelegenheid niet op gelijke hoogte plaatsen met onze morsdode eregast. Maar die geeft geen kik meer en ik ben toch al aan het woord. Mijn kop loopt ook over met popculturele trivia van heinde en ver. Dat infuus krijg ik ook al sinds 1963 toegediend en mijn dienstjaren als filmcriticus begonnen nota bene in 1992, toen Mr. Brown voor het eerst aan die ontbijttafel van wal stak. Tarantino kwam als geroepen: hij werd een machtige bondgenoot in de emancipatie van genrefilms die doorgaans beschimpt of genegeerd werden.
Ik ken cinefiele soortgenoten die daar anders over denken en onze ijskoude eregast van neokoloniale vraatzucht beschuldigen. Die cowboy uit Hollywood graast als een losgeslagen rund in de smakelijkste moestuintjes van Tokio en Hongkong tot Rome en Parijs en verkoopt zijn herkauwde prak op de markt van Cannes en Venetië. Met applaus toe!
Het begon met George Baker en eindigt hier vanavond aan de Amstel op een steenworp afstand van de evenzeer betreurde Cultvideotheek, waar hij ooit een videoband huurde die nimmer werd teruggebracht. Als pashouder van het vergane instituut behoor ik tot de gedupeerden van weleer. Die band heb ik niet kunnen huren. Dat is een onverkwikkelijke zaak. Welke film is mij en de andere leden ontzegd? Waar is die band gebleven?
Wie van ons haalde de trekker over?
Quentin Tarantino spreekt op 2 april live in een uitverkocht Carré ter gelegenheid van de publicatie van zijn non-fictiedebuut Cinema Speculation.