PlusExpositierecensie
Piemels tegen de verpreutsing: Come Alive is een prikkelende, soms confronterende maar ook vrolijke tentoonstelling
Come Alive viert sensualiteit als een manier om je te uiten, te communiceren en de wereld te leren kennen. De grote thematentoonstelling weet daarmee de valkuilen van MeToo en identiteitspolitiek knap te omzeilen.
“Niemand kan zichzelf kietelen,” stelt Raymond Tallis in een video van de Belgische kunstenaar Johan Grimonprez. Dat klinkt banaal maar deze observatie ligt volgens de Britse filosoof aan de basis van de menselijke essentie. We zijn als individu afhankelijk van de interactie en relatie met anderen. In één grootse beweging veegt Tallis het eeuwenoude ‘cogito’ van René Descartes van tafel. Volgens hem geldt niet ‘ik denk dus ik ben’ maar ‘ik word gekieteld, dus ik ben’.
Wie online een kaartje koopt voor Come Alive krijgt een linkje naar de mini-documentaire On Tickling retour. Het is niet zomaar een opwarmertje voor de tentoonstelling, maar zet de grondtoon. De ondertitel luidt dan wel: The Power of Pleasure en er wordt veel gesproken over sensualiteit en erotiek, maar deze presentatie gaat vooral over gemeenschappelijkheid. De mens is een sociaal wezen dat zich alleen kan realiseren via de ander, het liefst door fysiek contact.
Dat zijn we geneigd te vergeten in dit tijdperk van lockdowns, isolatie en verregaande virtualisering, waarin we onszelf reduceren tot een brein achter een computerscherm.
Mens en machine
Niet dat Come Alive een pleidooi is tegen digitalisering en de nieuwe technologische cultuur. Wie dat denkt heeft de eerdere tentoonstellingen van Ine Gevers niet gezien. De curator, die voor Come Alive samenwerkte met Morgan Catalina, gaf ons eerder Robot Love (2018) en Impossible Bodies (2020), over respectievelijk de grens tussen mens en machine en de mogelijkheid van intelligent leven voorbij de grenzen van het menselijk lichaam.
Tegenover deze techno-optimistische tentoonstellingen zette Gevers Fake Me Hard (2021), over algoritmen en trollen die ons besef van waarheid aantasten, en Hacking Habitat (2016), waarin de greep van big tech op ons dagelijks leven kritisch onder de loep werd genomen.
In Come Alive zwaait de pendule weer richting ‘team human’. De nadruk ligt hier op het lichaam: voelen, ruiken, horen. Dat begint al met de grote installatie van Mette Sterre bij de ingang. Het is een grot waarvan de psychedelisch aangelichte wanden bewegen alsof het een levend, ademend wezen is. Uit speakers klinkt gesmek, gekraak, af en toe een zucht en soms een knal.
Door dit ‘geboortekanaal’ wordt de bezoeker de eerste zaal in geworpen. Daar werken zware beats op de dansspieren, waardoor je bijna wilt meedoen met de hyperenergieke spring-rol-draai-strekperformance die Zoï Tatopoulos op een groot scherm toont. De trilschalen van Jan Koen Lomans, afgestemd op een geruststellende 123 Hz, zorgen weer voor balans.
Statement tegen verpreutsing
In de volgende zaal roepen de geuren van Frank Bloem herinneringen op aan een Japanse courtisane in het zeventiende-eeuwse Desjima, de Japanse havenstad waar Nederlanders eeuwenlang de enige buitenlanders waren. Bas Kosters bouwde een tent vol kussens, textielbeesten en kleden waarbij de piemels niet van de lucht zijn: een statement tegen de verpreutsing in een opmerkelijk huislijke omgeving.
Je kunt even gaan zitten of doorlopen naar Yamuna Forzani’s kast vol felgekleurde boa’s die uitnodigen om je onder te dompelen in de ballroom culture van de Amerikaanse zwarte queer scene.
Net als in de vorige tentoonstellingen van Gevers speelt de locatie een belangrijke rol. Zo was Robot Love gehuisvest in een melkfabriek en Hacking Habitat in een voormalige gevangenis. Come Alive vindt plaats in het Nieuwe Muntgebouw in Utrecht, de plek waar lange tijd guldens en rijksdaalders werden geslagen. Het is een ultiem symbool voor kapitalisme en macht, met in het verlengde de normen en waarden die het grote geld oplegt.
In Come Alive wordt juist de afwijking van de standaard gevierd. Army of Love werd in 2016 zelfs opgericht om een ‘eerlijke verdeling van sensuele liefde’ te promoten. Niet alleen mooie, jonge mensen hebben recht op seks maar ook ouderen en mensen met lichamelijke gebreken.
Kronkelende sekspoes
Samantha Nye neemt het heft in eigen handen. Onder de hanenbalken van de zolder die ze met goudglitters heeft omgetoverd tot kitsch kapel, toont ze muziekvideo’s waarin oudere queer vrouwen de rollen aannemen van ondeugend meisje of kronkelende sekspoes.
Danielle Brathwaite-Shirley nodigt bezoekers uit hun eigen ‘normaliteit’ te onderzoeken. Bij haar interactieve datingsite wordt het reguliere mechanisme van seksuele selectie radicaal omgedraaid. Het gaat hier niet om de persoon of eigenschappen die jij zoekt, maar voor wie jij aantrekkelijk bent. Dat zegt misschien meer over jou dan je eigen voorkeuren.
Come Alive is een prikkelende, soms confronterende maar ook vrolijke tentoonstelling. De schokkerig dansende hotdogs van Oscar Peters vormen een humoristisch slotakkoord dat aanvoelt als een ontlading. Dat de tentoonstelling die mix van gevoelens weet op te roepen, is een enorme prestatie voor een expositie over dit onderwerp anno 2022.
Seksualiteit wordt tegenwoordig grotendeels overschaduwd door machtsmisbruik en de vreselijke schandalen die de MeToobeweging aan het licht heeft gebracht. Of seksualiteit wordt gekaapt door politiek correcte types om tot vervelens toe hun gender of seksuele oriëntatie te etaleren.
Come Alive presenteert het lichaam niet als een slagveld in de battle of the sexes of als spiegel van identiteit. Het lichaam is hier meer gericht op het collectief dan op het individu. Het wordt gepresenteerd als nog veel te weinig ontdekt middel om mee te communiceren en te leren over onszelf, de ander en onze omgeving. Come Alive is goed beschouwd niet minder dan een oproep tot een volgende seksuele revolutie, eentje waar iedereen aan mee mag en kan doen.
Come Alive: t/m 31/7, Het Nieuwe Muntgebouw, Utrecht