PlusExclusief
Oscamdirecteur Marian Duff: ‘Ik zag het familiewapen van Van Loon en mijn maag draaide zich om’
Op de klapstoel: Marian Duff (1977) is museumdirecteur van Oscam. Zondag opent daar de expositie Shifting the narrative, over mannen van kleur in de mode. Een gesprek aan de hand van steekwoorden: over hiphop, het slavernijmuseum en de Playboy.
Paramaribo
“Van Suriname, waar ik tot mijn derde woonde, herinner ik me niets, maar mijn babyfoto’s bezorgen me wel warme gevoelens. Ik heb wortels in Suriname, Guyana en Frans-Guyana. Mijn oma woont in Frans-Guyana, ik moet echt snel weer naar haar toe. Na één knuffel van haar, al is het maar vijf seconden, kan ik weer een heel jaar in Nederland aan. Ik mis haar heel erg.”
“Toen ik twee was, heeft mijn moeder ons achtergelaten bij de moeder van mijn vader. Zij ging naar Nederland en heeft een jaar keihard gewerkt: dag en nacht, drie banen. Ze was hoofdverpleegkundige bij Tabitha, in Amsterdam. Daarna kon ze een huis kopen, in Haarlem, en heeft ze ons over laten komen. Toen we aankwamen, herkende ik haar niet meer. Dat was wel heel verdrietig.”
Serveerster
“Eerst bij de bowlingbaan in Haarlem-Noord, dat vond ik niet leuk, daarna bij twee strandtenten in Zandvoort en Bloemendaal. Dat waren mijn eerste baantjes. Het leukste van werken in die strandtenten was het netwerken: de hoofdredacteur van de Cosmo kwam er, televisiepresentator Jaap Jongbloed... Ik was toen nog heel erg journalistiekminded, ik vond het heel leuk om die mensen te ontmoeten. Hard werken, veel geld verdienen, veel fooien. Ik was er wel goed in, ja, ik was snel.”
Playboy
“Ik zocht een stageplek die niet zo voor de hand lag, en wilde weten hoe het was om als zwarte vrouw in een wittemannenwereld te zitten, dus solliciteerde ik bij Playboy. En ik was sowieso wel benieuwd of ze me gingen aannemen. Mijn omgeving vond het typisch iets voor mij. Die moet weer precies de andere kant op, zeiden ze.”
“Omdat ik er zelf voor had gekozen vond ik het daar wel oké. Ik heb commerciëler leren schrijven, het ging vaak over merken en gadgets. Een keer ben ik in een penthouse geweest waar zo’n naaktshoot was. Heel interessant om te zien hoe ze daarmee omgingen – heel netjes. Ik was toen nog zo preuts als maar kan, dus ik dacht what the fok doe ik hier? Nogal ongemakkelijk.”
Black Lives Matter
“Natuurlijk ben ik gaan demonstreren. Met mijn moeder en mijn zoontje. Een tijd later hebben we met de school van mijn zoon hier in Diemen een Black Lives Matterdemonstratie georganiseerd, speciaal voor kinderen. Mitchell Esajas was er, van de Black Archives, en Akwasi. Dat was vlak nadat Johan Derksen op tv iets had gezegd over Akwasi. Mijn zoontje zei tegen Akwasi: ‘Sorry wat Derksen over jou heeft gezegd.’ Dat heeft me zo geraakt.”
Het Parool
“Daar heb ik jaren voor geschreven. Albert de Lange was toen chef, die was fan van alles wat ik deed. Ik weet nog dat ik bij hem een verhaal voorstelde over hiphopmixtapes, die waren toen hot en werden op straat verhandeld. Ga maar, Duff, ga maar, zei hij met zo’n zware doorrookte stem. Hij was de eerste die mij op carrièregebied 100 procent een go gaf. Je hebt een paar van die mensen nodig in je leven. Dankzij hem wist ik: hey Marian, waar jij voor staat, met je nieuwe verhalen, dat is jouw ding. Ga ervoor.”
“Na een paar jaar ben ik gestopt met schrijven. Ik had net mijn eerste huis gekocht, en ik zat aan de eettafel die veel te groot was voor de woonkamer die ik had. Ik zat daar maar te tikken, in mijn eentje, dat voelde heel eenzaam – en het verdiende ook te weinig. Toen dacht ik: dit ga ik niet mijn hele leven doen.”
Hiphop
“Er gebeurde van alles in Zuidoost, en rapmuziek werd vaak als boosdoener aangewezen. Ik kom uit de hiphopscene, bezoek al negenentwintig jaar hiphopcafé De Duivel, dat de basis is geweest voor de jongens van Patta, United Painting, schrijfster Karin Amatmoekrim, iedereen die het nu ontzettend goed doet. Dus die associatie met steekpartijen en drillrap stak me. Het hoofd van het Openbaar Ministerie was naar onze hiphoptentoonstelling Bout It geweest, hij is ook een hiphophead – kun je nagaan. Hij zei: ‘Hier moeten we iets mee.’ Toen heb ik contact opgenomen met allemaal rappers en de stichting Jongeren Die Het Kunnen, die contact hebben met jongeren met wie veel aan de hand is, en zo hebben we samen met het OM een gesprekkenreeks opgezet. Er was altijd een rechter of een officier van justitie bij, we hebben best veel voor elkaar gekregen. Ook niet gek, want ik was intrinsiek enorm gemotiveerd. Dan kan ik harder en dan gaat het team ook harder.”
“Wat me het meest is bijgebleven, was de afkeer van politie en politiek van de jongeren die hier kwamen. Die jongens hebben zo’n stempel. Vanaf het moment dat ze er zijn, mogen ze er eigenlijk niet zijn. Vind je het gek dat ze dan zo’n weerstand voelen?”
Slavernijmuseum
“Waar dat moet komen? Damn, dat is een politieke vraag. Op een plek waar iedereen zich thuisvoelt. Maar waar is dat? Is dat in Zuidoost, waar zoveel culturen vertegenwoordigd zijn? Of juist op een centrale plek waar je een geweldig goed geoutilleerd gebouw kunt neerzetten, met een internationale status? Moeilijk.”
“We moeten af van alleen maar beelden van ketenen. Dat is de reden dat wij de expositie Black Joy hebben opgezet, om het plezier van zwarte mensen te laten zien, als directe reactie op die ketenen die je altijd ziet als het over zwarte mensen gaat. Het triggert ook een bepaald gevoel. Je wordt gereduceerd tot persoon die geketend is of is geweest.”
Soepgooiers
“Wij hadden een originele Rembrandt in Oscam, afgelopen Museumnacht. Dat was precies een week nadat Meisje met de parel in het Mauritshuis was beklad. Ik heb er slapeloze nachten van gehad. Shit, straks komen ze naar Zuidoost en heeft Zuidoost het weer gedaan. Hebben we een keer een originele Rembrandt, en dan gebeurt dit!”
Museum Van Loon
“Ik kwam binnen, zag dat familiewapen en mijn maag draaide zich om. Mijn collega Louisanne en ik keken elkaar aan en zeiden: ‘Wooo, moeten we dit wel doen?’ Er zaten drie hoofdjes van tot slaaf gemaakten in dat wapen. Het was 2019 en de eerste keer dat Museum Van Loon reflecteerde op het slavernijverleden en de connectie tussen Suriname en de familie Van Loon in de 18de en 19de eeuw, ik mocht de tentoonstelling Aan de Surinaamse grachten maken. Het was… bijzonder. Je kan de andere kant op kijken en het laten zoals het is, je kan ook samen het nieuwe narratief vormgeven. Dat is wat Oscam doet. Dus juist samen optrekken waar wij denken dat het nodig is, of dat nou bij het Museum Van Loon is of het Concertgebouw. Overal waar wij denken: they need us.”
Voetbalmoeder
“Echt pittig. Mijn zoon speelt nu voor het vierde jaar bij Ajax, bij de Jongens onder 13-1. Het is bikkelen voor hem: elke dag wordt hij om kwart over zeven opgehaald en met de taxi naar zijn school in Amsterdam-West gebracht. Daar wordt hij om twee uur opgehaald en traint hij de hele middag. Hij eet en doucht bij Ajax en maakt er na het avondeten nog anderhalf uur huiswerk. Om halfnegen is hij pas thuis, dan kan ie meteen naar bed. En laatst had hij een toernooi in Delfzijl, van vrijdag tot en met zondag en dan zit je dus ook als ouder drie dagen daar. Je laat je kind niet alleen.”
“Inmiddels wil hij echt profvoetballer worden. Eerst dacht ik nog dat ie iets met kunst of entertainment zou gaan doen, maar hij is helemaal into Ajax. Dat zijn al die boys, ze zijn er natuurlijk ook meer dan waar dan ook. Sinds een jaar besef ik hoe serieus het is. Een halfjaar geleden hadden we een ouderbijeenkomst. Dat ging over vakbonden, zaakwaarnemers, waar je op moet letten als je een contract krijgt. Hij was pas 11! Toen viel het kwartje: dit is serious business. Sindsdien probeer ik er nog meer voor hem te zijn.”
Shifting the narrative
“Onze nieuwe tentoonstelling, over zwarte mannen in de mode. We willen laten zien dat er veel meer zwarte mannen in de mode zitten dan de paar die we kennen. Toen ik voor Het Parool werkte, was ik een keer bij Amsterdam Fashion Week. Voor én achter de schermen zag ik nauwelijks mensen die op mij leken. Ik zat front row, ik had verwacht happyhappyjoyjoy thuis te komen, maar ik was flabbergasted. Dit klopte niet. Dus toen heb ik een modeprogramma opgezet waarbij de kaders anders waren dan wat er tot dan toe was. Vanuit dezelfde motivatie heb ik later Oscam opgezet: om iets te maken wat er naar mijn idee nog te weinig is.”
Diemen
“Ik woonde in Oost, en was het zat dat ik steeds drie trappen op moest. De straat waar ik woonde was helemaal hot and happening, dus dat huis was in een dag verkocht, en toen zei mijn makelaar: we hebben veel leuke huizen in Diemen. Ik moest er eerst niet aan denken, maar dit was echt zo’n schattig jarendertighuis met een grote tuin. Ik was meteen verkocht.”
“Het eerste halfjaar wilde ik niet naar buiten. Wat heb ik gedaan, dacht ik, ik was de drukte van de stad gewend – maar toen werd het zomer, gingen de deuren open en liepen alle kinderen overal in en uit. Mijn zoon vond het fantastisch. En nu ben ik heel blij dat ik, als ik uit die drukte kom, hier alle rust heb. Dus inmiddels ben ik gek op dit dorp. Maar wel op mijn straat, hè, niet op heel Diemen.”
Pay as you like
“Tot nu toe zijn onze exposities altijd vrij toegankelijk geweest. Mensen betalen wat ze kunnen missen. Dat was uit principe, maar we moeten ook rondkomen – ik vind dat we ook de mensen die voor ons werken goed moeten kunnen betalen. Maar dat bouwen we langzaam op. We zitten midden in Amsterdamse Poort, we willen ook het winkelend publiek en de mensen die boven ons wonen de gelegenheid geven om binnen te lopen. Mensen die met hun winkelwagen voor de deur staan, denken vaak: woo, wat is dit? Is dit ook voor ons?”
Shifting the narrative: van 12 maart t/m 9 juni 2023. Oscam, Bijlmerplein 110-111.