Interview
‘Na zoveel kwetsende leugens wil ik laten zien waar mijn werk écht over gaat’
Kinderboekenschrijver Pim Lammers (29) kwam in een storm van onbegrip en haat terecht. Vrijdagavond trad hij voor het eerst weer in het openbaar op. Voor één keer doet hij zijn verhaal.
Enkele dagen voor het Boekenbal kan schrijver Pim Lammers geen antwoord geven op de vraag hoe het gaat. Hij ziet op tegen zijn eerste publieke optreden sinds alle ophef. Dat hij vrijdagavond in de Stadsschouwburg Amsterdam eenmalig zijn Kinderboekenweekgedicht voordraagt, had hij ‘onder deze omstandigheden liever niet gedaan’. Tóch doet hij het.
“Het is een achtbaan aan emoties,” verzucht Lammers. “Boosheid, verdriet, wanhoop. Emoties die ik niet eerder in deze mate voelde. Ik ben nog bezig alles te verwerken. Er zijn de afgelopen tijd zoveel kwetsende leugens over mij verspreid dat ik wil laten zien waar mijn werk écht over gaat.”
Lammers zoekt naar de juiste formuleringen en weegt zijn woorden zorgvuldig. “Ik ben weer begonnen met schrijven, maar ik ben voorzichtiger. Ik weet nu dat iedere losse zin die ik opschrijf niet alleen een bouwsteen van een verhaal is maar ook uit de context gerukt kan worden om tegen mij te gebruiken. Dat vind ik een moeilijke gedachte.”
Het is de erfenis van de afgelopen periode. Uit een verhaal voor volwassenen over misbruik van een jeugdvoetballer door zijn trainer, dat in 2016 verscheen op digitaal cultureel magazine De Optimist, zijn drie zinnen met seksueel grensoverschrijdend gedrag geknipt en op sociale media gedeeld.
Dit verhaal wordt aan de vergetelheid ontrukt nadat boekenkoepel CPNB bekendmaakte dat Lammers het gedicht voor de Kinderboekenweek zal schrijven. De radicaal-rechtse website Reactionair.nl – mede opgericht door een fractiemedewerker van Forum voor Democratie – portretteert hem als een ‘schrijver van pedo-porno’.
“Dat artikel was kwetsend maar tegelijk kon ik het niet serieus nemen,” zegt Lammers. “De beschuldiging was te bizar en het ging over een fictief verhaal gebaseerd op de jeugdervaring van een vriend, dat ik lang geleden had geschreven. Toen het vervolgens door extreemrechts op Instagram gepost werd, kwamen de eerste heftige reacties. Daarin dook al snel mijn thuisadres op. Daarna is de boel ontploft.”
Lammers krijgt via privékanalen honderden haatberichten. “De doodsbedreigingen stroomden binnen terwijl ik bezig was met de laatste komma van mijn gedicht. Ik kreeg foto’s van verbrande mensen en uitvoerige beschrijvingen van hoe ik gemarteld moest worden.”
Hij doet aangifte bij de politie. Die stelt direct een onderzoek in en beveiligt de schrijver. “Toen in de berichten ook mijn dierbaren werden bedreigd, heb ik besloten me terug te trekken. Ik kon niet anders. Hoe vrij kun je nog zijn als je huis beveiligd moet worden? Ik vind mijn werk heel belangrijk, maar als de mensen in mijn omgeving in gevaar komen, zal ik hun veiligheid altijd verkiezen boven het schrijven van een gedicht.”
Vooroordelen
Uit extreemrechtse en -religieuze kringen kreeg Lammers al eerder hevige kritiek sinds de verschijning van Het lammetje dat een varken is (2017). Met dit boek, dat gezien kan worden als het eerste transgender-prentenboek, won hij een Zilveren Griffel. “Ze willen niet dat ik boeken schrijf waarin alle kinderen zich kunnen herkennen en houden vast aan traditionele gezinsvormen. De negatieve reacties sterkten mij toen in de gedachte dat mijn kinderboeken belangrijk zijn. Ze laten zien hoeveel onwetendheid en vooroordelen er zijn.”
Anders dan de ‘losse flodders’ toen spreekt hij nu van een ‘nare, agressieve aanval gebaseerd op leugens en framing’. Bekende influencers en politici hebben daar een grote rol in gespeeld. Zangeres Monique Smit noemt hem op Twitter een ‘viespeuk’ en model Kim Feenstra zegt dat hij pedofilie ‘verheerlijkt’. De orthodox-christelijke stichting Gezin in Gevaar start een petitie tegen Lammers en Kamerlid Wybren van Haga (BVNL) stelt schriftelijke vragen.
“Ik had gewild dat ze contact met mij hadden opgenomen. Dan had ik ze kunnen vertellen dat ik hun zorgen over misbruik deel en het verhaal daarom geschreven heb. Ik had nooit kunnen bedenken dat mensen vervolgens jaren later ineens zouden zeggen dat ik het gedrag van die dader zou goedkeuren,” zegt Lammers.
“Online werd de slogan ‘Bescherm onze kinderen!’ gebruikt. Daar ben ik het helemaal mee eens: bescherm onze kinderen, praat en schrijf over misbruik. Hoe kunnen we anders de signalen van misbruik opvangen en de slachtoffers helpen?”
Het gewraakte verhaal is geschreven in de zomer van 2015. De dan 21-jarige Lammers neemt deel aan een zomerkamp voor jongeren die schrijver willen worden. “Ik droomde over die ene succesroman. Maar ik studeerde nog en schreef vooral verhalen die ik niet afmaakte. Ik durfde mezelf ook nog helemaal geen schrijver te noemen.”
Diezelfde zomer vertelt een vriend over een misbruikervaring in zijn eigen jeugd. “Hij vertelde hoe hij dat ervaarde en dat veel mensen niet weten hoe misbruik werkt en hoe slachtoffers zich voelen. Ik wilde vanuit het perspectief van een slachtoffer het proces van grooming beschrijven.”
Het verhaal gaat over een eenzame jonge tiener. De trainer geeft hem voor het eerst het gevoel dat hij wordt gezien, maar op geraffineerde wijze maakt die misbruik van de gevoelens van zijn pupil. “Kindermisbruikers zijn meestal geen agressieve engerds, het zijn vaak manipulatieve engerds. Ze kiezen kwetsbare slachtoffers uit en maken op nare wijze misbruik van hun gevoelens. Dat is wat ik met mijn verhaal juist wil laten zien,” zegt Lammers.
Afschuwelijk
Het gemak en de snelheid waarmee mensen leugens voor waarheid aannemen en afschuwelijke dingen zeggen zonder zelf onderzoek te doen of te lezen, heeft hem nog het meest geraakt.
“Veel mensen baseren hun oordeel op drie losse zinnen die eruit geknipt zijn. Ze missen de context. In het verhaal zitten ook momenten van afkeuring. Een scheidsrechter fluit wanneer iemand een overtreding maakt of te ver gaat. Dat gebeurt ook in dit verhaal,” legt Lammers uit.
“Voor mij is het altijd duidelijk geweest dat misbruik iets afschuwelijks is. Ik heb me dus nooit afgevraagd of dit verhaal ook op een andere manier gelezen zou kunnen worden. Maar nu ik dit heb meegemaakt, had ik die momenten van afkeuring minder subtiel en literair opgeschreven of het verhaal meer context gegeven. Tegelijkertijd weet ik dat je als schrijver nooit rekening kunt houden met framing door partijen met kwade bedoelingen.”
Het wrange is dat de discussie nu over misbruik gaat, terwijl dat nooit een thema in zijn werk is. “Ik heb er jaren geleden één kort verhaal over geschreven. Verder speelt het geen enkele rol in mijn oeuvre.”
Daarnaast vindt Lammers het lastig dat hij wordt aangevallen op een verhaal voor volwassenen terwijl kinderliteratuur zijn hoofdvak is. “In mijn boeken wil ik kinderen laten zien hoe mooi en divers de wereld is. Ik wil ze helpen zichzelf te zijn en gelukkig te worden. Ieder kind moet rolmodellen hebben en zichzelf herkennen in de hoofdpersonages. Of het nou kinderen van kleur zijn, ze in een rolstoel zitten, geadopteerd zijn of zich niet thuis voelen in het hetero-hokje. In mijn jeugd heb ik die behoefte heel sterk gevoeld, maar ik miste dat in kinderboeken.”
Lammers is opgegroeid in het Friese dorp Oosterwolde. Het gezin is warm en open, maar gevoelens ontdekken is lastig als er niet veel over wordt gepraat of geschreven. “Ik was tien jaar toen ik voor het eerst verliefd werd op een jongen. Dat was ontzettend fijn maar ook verwarrend en beklemmend. Ik dacht dat ik gek was, de enige in het hele dorp. Ik was niet het zorgeloze kind dat kon genieten van verliefde gevoelens.”
Dat duurt tot op de middelbare school als hij uit de kamer van zijn zus het jeugdboek See you in Timboektoe van Carry Slee pikt. Daarin wordt een van de personages verliefd op zijn beste vriend. “Toen las ik voor het eerst over mezelf. Ik wist dat ik niet de enige was en dat ik ook gelukkig kan worden als jongen die op jongens valt. Dat was zo belangrijk voor mij. Die leeservaring wil ik andere kinderen ook geven.”
Zijn verhalen en gedichten gaan daarom vaak over gender- en seksuele diversiteit, verschillende gezinsvormen en over gevoelens. Over een gezin met twee moeders of een jongen die graag make-up draagt. Maar ook over scheiding, de dood, een brandweerkorps dat uit vrouwen bestaat en over een exotische kameel die op een oer-Hollandse boerderij komt wonen.
De hetze kan het imago van Lammers als kinderboekenschrijver vertroebelen. Hoewel hij op zijn website aparte secties voor ‘jeugd’ en ‘volwassenen’ heeft, blijkt nu dat de buitenwereld die twee niet altijd kán of wíl scheiden.
“Die twee staan los van elkaar,” vindt Lammers. “Jeugdboekenschrijvers weten als geen ander hoe ze voor verschillende leeftijds- en doelgroepen moeten schrijven. Als ik op een school kom, lees ik geen thrillerverhaal over een moordenaar aan de kinderen voor. En als ik door een krant wordt gevraagd om een reportage te schrijven, lever ik ook niet het sprookje in dat ik net in groep 3 heb voorgelezen.”
Steun
De haatcampagne gaat onverminderd voort. Lammers blijft weg van alle nieuwsberichten en reacties. Zijn eigen kanalen op sociale media zijn afgesloten. “Dat is jammer, want ik heb ook veel lieve reacties gehad.”
Boekwinkels en bibliotheken presenteren prominent zijn werk, collega’s spreken openlijk hun steun uit – soms met nieuwe bedreigingen tot gevolg –, de vraag naar zijn boeken is gestegen en de herdruk van zijn dichtbundel Ik denk dat ik ontvoerd ben staat al drie weken in de Bestseller 60. “Er is veel liefde nodig om de haat te doen vergeten, maar die steun heeft mij veel gedaan. Ik ben vooral de mensen dankbaar die mijn werk niet kenden, maar het hierdoor zijn gaan lezen en toen pas een oordeel hebben gevormd.”
Lammers is net terug van een reis van vier weken met zijn vriend naar Zuid-Afrika. Hij is niet gevlucht en zat ook niet ondergedoken, zegt hij. “Deze vakantie stond al gepland. Ik heb getwijfeld of ik wel moest gaan. Achteraf is het beter geweest om afstand te nemen. Ik heb mijn telefoon uitgezet. Het was moeilijk om te genieten, want de dingen die ik heb gezien en gelezen, krijg ik nog niet uit mijn hoofd.”
Alle lezingen in de komende weken heeft Lammers om veiligheidsredenen afgezegd. Het liefst zou hij nu als ‘stoere schrijver’ willen zeggen dat hij alweer druk aan het schrijven is. “Dat zou niet helemaal de waarheid zijn. Wat ik heb meegemaakt, wil ik nooit meer meemaken,” zegt hij.
“Alles verwerken heeft tijd nodig. Ik hoop vooral dat alles snel weer normaal wordt en dat de vrijheid en zorgeloosheid weer terugkomen. Ik ben het gelukkigst als ik in een huisje op de hei verhalen kan schrijven. Ik weet zeker dat er een moment komt dat ik daar weer heen ga, dit achter me heb gelaten en in alle rust kan schrijven.”