PlusInterview
Masaaki Yuasa over anime musical Inu-Oh: ‘Ik wilde tegendraads zijn, dus koos ik voor rockmuziek’
De musicalanimatie Inu-Oh van de Japanse filmmaker Masaaki Yuasa gaat over overlevering. En over het belang van begrip voor elkaar opbrengen. ‘Ik hoop dat mijn film aanzet tot denken over wat we als vanzelfsprekend beschouwen.’
De nieuwste film van de fantasierijke filmmaker Masaaki Yuasa (58) is een rockopera die zich afspeelt in het Japan van de 14de eeuw. Het verhaal draait om de vriendschap tussen Inu-Oh (letterlijk vertaald ‘Hondenkoning’), een danser die vanwege zijn uiterlijk als monster wordt beschouwd, en Tomona, een muzikant die in zijn jeugd blind is geworden.
Uw film is een bewerking van een bewerking.
“Om te beginnen is de film gebaseerd op het verhaal van Heike, over de opkomst en ondergang van een samoerai-clan. De overlevering daarvan is gebruikt door de schrijver Hideo Furukawa in zijn historische verhaal Vertellingen van de Heike: Inu-Oh. En ik heb weer geprobeerd om daar een musicalfilm van te maken. Normaal gesproken als je een musical maakt, begin je met een verhaal en stop je daar later muziek in. In Inu-Oh is het eigenlijk andersom: het verhaal zit in de muziek.”
Hoe ging u te werk?
“Idealiter wil je eerst de muziek hebben en dan pas de animatie maken. Maar de componist kon zich niet voorstellen hoe de film eruit zou zien, waardoor hij geen muziek kon maken. Hij wilde dus eerst de beelden zien. Toen heb ik een compilatie gemaakt van stukken muziek die ik zelf mooi vind en die muziekcompilatie in het storyboard verwerkt. Zo werd het een uitwisseling: soms paste ik de beelden aan op de muziek, soms paste de componist de muziek aan op de beelden.”
Wat voor muziek was dat?
“Van alles: The Beatles, Cream, Queen. Ik haalde daar de stukjes uit die ik heel mooi vind.”
Verrassend moderne nummers, net als de muziek die Inu-Oh en Tomona maken.
“Als je je probeert voor te stellen hoe de muziek honderden jaren geleden was, dan kun je afgaan op wat er van is overgeleverd. Maar ik geloof niet dat die één of twee dingen die er zijn overgebleven het enige is dat er geweest is. Ik denk niet dat die stukken representatief zijn voor alle muziek die er toen werd gemaakt. Ik denk dat wat we nu nieuw of modern noemen destijds ook al bestond. Maar omdat dat nooit een movement is geworden is het niet overgeleverd en weten we dat nu niet.”
“Alleen de dingen die heel groot zijn geworden kennen we nu nog steeds. Ik wil juist laten zien dat je je heel veel andere dingen kunt voorstellen van de muziek en de muziekvoorstellingen van toen. Misschien waren deze rockoptredens er toen ook al, misschien niet. Dat zullen we nooit zeker weten. Maar ik hoop dat mijn film aanzet tot nadenken over wat we als vanzelfsprekend beschouwen.”
U wordt geprezen om uw fantasie. Waar haalt u inspiratie vandaan?
“Voor mij is fantasie een vervorming van iets echts. Ik maak gebruik van de dingen die ik in het dagelijkse leven tegenkom, dingen die ik leuk vind. In dit geval keek ik naar Japan van zevenhonderd jaar geleden en vond ik liederen uit die tijd. Dus besloot ik een musical te maken die zich zevenhonderd jaar geleden afspeelt. Maar ik wilde ook een beetje tegendraads zijn, dus heb ik voor rockmuziek gekozen.”
“Ik kan ook geïnspireerd raken door een bepaalde zin. In het Japans kan je bijvoorbeeld zeggen dat je een gat in je borst hebt om aan te geven dat je verdrietig bent. Ik vind het leuk om dat letterlijk te maken en dus iemand met een gat in zijn borst af te beelden.”
U verbeeldt de belevingswereld van een blinde man niet als zwart, maar juist met kleuren.
“Een versimpelde gedachte die we hebben over mensen die blind zijn is dat het vooral vervelend en lastig is. Maar het is niet alleen maar lastig. Blinde mensen kunnen bijvoorbeeld meer uit het geluid halen dan mensen die wel kunnen zien, waardoor ze meer kunnen begrijpen en, zo zou je kunnen zeggen, zelfs meer kunnen zien dan mensen die niet blind zijn. Dat vond ik een interessant uitgangspunt.”
Welke rol speelt empathie in uw film?
“We leven in een tijd waarin mensen zich moeilijker kunnen inleven in anderen. Het is belangrijk om te zien dat er allerlei soorten mensen zijn, ook vroeger. En dat ‘enge’ mensen ook kunnen lijken op jezelf. De twee hoofdpersonen moeten kiezen hoe ze willen leven en wat voor hen belangrijk is. Om dat te kunnen doen, moeten ze begrip kweken voor hun manier van leven. Het belang van begrip voor elkaar is uiteindelijk het hoofdthema van de film.”
Inu-Oh is te zien in Eye, Kriterion, Lab111 en De Melkweg.
Masaaki Yuasa
Afgelopen editie eerde het Internationaal Film Festival Rotterdam de Japanse filmmaker Masaaki Yuasa met een focusprogramma over zijn werk. Het festival toonde een selectie van zijn films en series en zijn nieuwste film Inu-Oh.
Yuasa studeerde Beeldende Kunst aan de Kyushu Sangyo Universiteit. Zijn regiedebuut, Mind Game (2004), ontving verschillende prijzen, waaronder de Animation Division Grand Prize op het Japan Media Arts Festival en Best Film, Best Director en Best Script op het Fantasia International Film Festival in 2005.
Yuasa staat bekend om zijn fantasie en zijn experimentele, vrije stijl. Zijn werk gaat vaak over mensen die door de maatschappij gemarginaliseerd worden. Daarbij leggen zijn films de nadruk op het belang van acceptatie, gemeenschap en zelfexpressie.