PlusExclusief

Kunstenaars moeten sappelen in duur Amsterdam: ‘Ik heb het zo ingericht dat ik nét kan overleven’

Operazanger Florian Just, danser/choreograaf Fernando Oliveira en beeldhouwer/docent Sanne van Tongeren. Beeld Marc Driessen
Operazanger Florian Just, danser/choreograaf Fernando Oliveira en beeldhouwer/docent Sanne van Tongeren.Beeld Marc Driessen

Bijklussen om eten te kopen, een inkomen onder de armoedegrens: voor veel kunstenaars in Amsterdam is het steeds moeilijker om rond te komen. Huren stijgen, ateliers zijn nauwelijks nog te vinden. Hoe kan Amsterdam nog een kunststad blijven?

Lorianne van Gelder
Lorianne van Gelder Beeld
Lorianne van Gelder

Een mooie bijbaan heeft Fernando Oliveira (39), danser, choreograaf en muzikant. Hij staat model. Urenlang poseert hij met zijn getrainde danserslijf voor beeldhouwers en boetseerders. Hij verdient er 15 euro per uur mee, soms 50 euro voor twee uur, inkomsten die hij niet kan missen. Hij kreeg de baan ooit dankzij een toeschouwer in het publiek. Ze zei: “Je bent flexibel en hebt een mooi lijf, zou je een keer willen poseren?”

null Beeld

Maar die bijbaan heeft ook zijn bijwerkingen.

De gedraaide houdingen, het lange stilzitten: het is allemaal funest voor zijn lenige lijf. “Ik krijg er blessures van, waardoor ik niet kan dansen.”

In de coronatijd, toen echt alle dans- en muziekoptredens onmogelijk waren, ging hij in een postsorteercentrum werken. Hij haalt zijn neus niet op voor hard werken, maar van dit baantje werd hij heel ongelukkig. Daarom doet hij modellenwerk, maar speelt hij ook bossanova in cafés (voor 50 euro per avond), en geeft hij workshops. Alles naast zijn eigenlijke werk als autonoom choreograaf, danser en muzikant.

Hij wil niet klagen – hij komt uit Brazilië en daar hebben artiesten het nog veel moeilijker – maar leven in een dure stad als Amsterdam wordt met de dag ingewikkelder. Zeker nu hij een dochtertje heeft.

Bijbaan wordt hoofdbaan

Steeds meer kunstenaars worstelen om rond te komen. Onlangs trok het Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf, dat zzp’ende kunstenaars adviseert, aan de bel. Het was daar opgevallen dat kunstenaars steeds vaker een bijbaan nodig hebben om het hoofd boven water te houden. Alleen is die bijbaan vaak geen bijbaan meer, maar de hoofdbaan. “Daardoor komt de beroepspraktijk van de kunstenaar in het gedrang,” observeerde directeur Michiel Hordijk. Publicist Renée Steenbergen haalt in haar recente boek De Kunst van Anders CBS-cijfers aan: de gemiddelde beeldend kunstenaar verdient slechts 12.000 tot 15.000 euro per jaar, ver onder de armoedegrens van 1508 euro netto per maand (18.096 per jaar).

Ook de Amsterdamse Kunstraad waarschuwde in zijn Verkenning 2022 voor de inkomenspositie van kunstenaars, musici en andere artiesten in de stad. De raad schrijft dat steeds meer kunstenaars noodgedwongen naar het buitenland vertrekken door het gebrek aan betaalbare woon- en werkruimte en flink moeten bijklussen buiten hun hoofdberoep. ‘Makers krijgen in Amsterdam letterlijk en figuurlijk steeds minder plek, terwijl ze de basis zijn van de hele culturele sector.’ En wethouder Kunst en Cultuur Touria Meliani zegt de krappe financiële situatie van kunstenaars ook op haar netvlies te hebben.

Erfenis van Zijlstra

Maar hoe komt het nou zo nijpend de laatste tijd? Kunstenaars met bijbanen zijn toch van alle tijden? Van de acteur die in een café werkt tot de schilder die ook muurtjes verft. Wanneer werd bijklussen een probleem?

Experts wijzen naar 2012, het jaar dat toenmalig staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra (VVD) het mes in de kunstbudgetten stak en er 200 miljoen werd bezuinigd. Ook de WWIK werd afgeschaft, een soort basisinkomen voor kunstenaars. Niet alleen de pot geld werd drastisch verkleind, ook de toon van het debat veranderde. Kunstenaars hielden te veel hun hand op, waren subsidieslurpers, ze moesten ondernemender worden, kunst was een elitaire hobby.

Na de grote bezuinigingen is een en ander hersteld, maar recent kwamen daar de inflatie, hoge huren en energiecrisis nog bij.

Een studio in de berging

En de krappe kas geldt niet alleen voor zelfstandige makers die hun eigen kleine praktijk voeren. Bariton Florian Just (45) zingt voor het Nederlands Kamerkoor, Holland Opera en de Nederlandse Reisopera. Zijn cd’s krijgen lovende recensies, maar sinds corona is het leven als musicus ongelofelijk ingewikkeld geworden. Hij heeft geluk, beaamt hij onmiddellijk. Zijn vrouw, ook musicus, geeft naast concerten veel les, maar dat is ook alleen maar mogelijk omdat ze daar iets slims op hebben gevonden. Ze hebben hun berging tot studio omgebouwd.

null Beeld

Dat neemt niet weg dat leven van zijn vak, waarvoor hij zes jaar conservatorium in Amsterdam volgde en uiteindelijk op de grootste podia van Europa zong, een enorme uitdaging is geworden. Hij polste bij de Ekoplaza of er een baan was in coronatijd (ze hadden al genoeg mensen). Binnenkort heeft hij een sollicitatiegesprek voor een andere bijbaan – lesgeven – maar waarschijnlijk wordt dat een onmogelijke combinatie. “Ik moet beschikbaar blijven voor opera’s en concertseries. Dan kan ik niet zeggen: op die en die dag kan ik niet.”

“Soms lig ik er ’s nachts wakker van. Het seizoen loopt tot begin juni en dan loopt het in de zomer een beetje dood. Je moet dus genoeg verdienen om die periode te overbruggen. We hebben ook twee tienerzonen, die we niet tekort willen doen.”

Collega’s in de zang zijn een opleiding logopedie gaan doen. Of de IT ingegaan. Een manager van een koor zei laatst tegen hem: “Per uur verdienen jullie nog steeds minder dan een automonteur. Het blijft lastig om jullie in deze tijden een aantrekkelijk verdienmodel te kunnen bieden.”

Het Van Goghsyndroom

Niet zelden krijgen kunstenaars de vraag: ‘Maar wat doe je echt voor werk?’ Choreograaf Oliveira hoorde het laatst ook, toen hij lesgaf op een middelbare school in Laren. Dat idee is heel Nederlands, verklaart publicist Steenbergen. “Het idee van kunst als beschavingsideaal, zoals de Bildung in Duitsland, of de trots op de eigen kunst en cultuur in Frankrijk, hebben wij losgelaten. Het gaat allemaal over de kosten alleen.” Overigens constateerde men in Groot-Brittannië, waar kunstenaars gemiddeld 2,60 pond per uur verdienen, onlangs hetzelfde probleem.

Daarbij komt dat bijbanen als iets normaals worden gezien. Steenbergen: “Het is het romantische ideaal van lijden voor de kunst, je moet er offers voor brengen, het Van Goghsyndroom wordt het wel genoemd. Maar als je een kunstaanbod op hoog niveau wilt hebben, zeker in een stad als Amsterdam, moet dat wat mogen kosten. Kunst vertegenwoordigt maatschappelijke waarde en dient een publiek belang.”

Beter betaald per klus, maar minder klussen

Met de bijbanen van kunstenaars is ook iets aan de hand. Maaike Lauwaert, bestuurder bij de Gerrit Rietveld Academie en voormalig zakelijk directeur van kunstcentrum De Appel, benadrukt dat het eigen vak onderwijzen van oudsher een heel gewone manier was voor kunstenaars om het hoofd boven water te houden. Maar ook bij de kunstopleidingen is er minder te verdienen. “Er zijn nu meerdere kleine aanstellingen, de koek wordt anders verdeeld.”

Een positieve ontwikkeling had de Fair Practice Code in 2021 moeten zijn, een wat complexe term voor ‘eerlijke betaling’ in de creatieve en culturele sector. Een onverwacht neveneffect is echter dat er beter wordt betaald per klus, maar dat er niet méér subsidie is per organisatie (zeker niet in tijden van inflatie). Zanger Florian Just: “Het Nederlands Kamerkoor wil bijvoorbeeld eerlijk betalen. Maar zij hebben niet méér geld. Het resultaat is dat je beter betaald krijgt per project, maar dat er minder projecten zijn."

Een directe oplossing is er niet. Ja, meer subsidie. Maar ook de rijksuitgaven aan cultuur dalen de komende jaren. Lauwaert: “Met lagere huren bereik je al veel. Stel je verdient 1200 euro netto per maand, dat is voor veel kunstenaars een normaal bedrag, en 600 euro gaat naar woon-werkruimte, dan hou je nog maar 600 euro over. Het is tijd voor serieuze oplossingen.” Wethouder Touria Meliani (GroenLinks) noemt de armoede onder kunstenaars ‘een urgent probleem’, maar zegt ook dat de gemeente ‘niet alles kan ondervangen.’ Ze laat weten dat er wordt gewerkt aan betaalbare woon-en werkruimte.

Toch is de fysieke ruimte beperkt – de afgelopen jaren vielen er al een paar broedplaatsen en oefenruimtes weg, omdat er woningen moeten komen, zoals bij de Parlevinker in Noord, of omdat het tijdelijke locaties zijn.

null Beeld

Beeldend kunstenaar Sanne van Tongeren (44) zit in zo’n tijdelijke locatie, broedplaats HW10 in Nieuw-West. Ze huurt er twee studio’s, waar ze lesgeeft in figuratief model boetseren, en haar eigen werk maakt. “Ik heb het zo ingericht dat ik nét kan overleven,” zegt ze. Ze geeft drie dagen in de week les in haar vak – een vak dat nergens in Nederland meer wordt gegeven – en werkt de rest van de tijd aan haar beelden. Er was sprake van dat HW10 ook zou worden opgeven. Dat gebeurt voorlopig niet, maar de huren gaan wel omhoog. “Ik leef nu van 1200 euro. Met een hogere huur houdt het voor mij op.”

Florian Just heeft dus de berging van zijn appartement kunnen ombouwen tot muziekstudio. Fernando Oliveira kreeg de Nassaukerk in de Staatsliedenbuurt zo ver om de mooie, houten kerkzaal voor hem open te stellen voor repetities en optredens. En Sanne van Tongeren leeft met het voorrecht dat ze een goedkope huurwoning bewoont. Het zijn houtje-touwtjeoplossingen om te overleven in de stad.

Lauwaert doet voor de nieuwe studenten aan de Gerrit Rietveld aan verwachtingsmanagement, huidige studenten worden voorbereid op de beroepspraktijk en voor afstudeerders is er nazorg: de meeste weten heus dat ze geen miljonair worden met kunst maken, maar wonen en werken is in Amsterdam eenvoudigweg te duur. Ze houdt wel hoop. “Gelukkig zijn er nog genoeg jonge mensen die kiezen voor kunst.”

En als er één groep is die niet beter weet dan zelf een oplossing te zoeken, dan zijn het deze creatieven wel: sinds kort zijn (oud-)studenten van de Rietveld Academie medeoprichters van de nieuwe kraakgroep Mokum Kraakt.

Luister naar onze wekelijkse podcast Amsterdam wereldstad:

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden