PlusExclusief

Kunstenaar Lieuwe van Gogh, zoon van Theo, exposeert in De Hallen: ‘Ik werk vijftien uur per dag’

Lieuwe van Gogh in zijn atelier ter voorbereiding van zijn expositie in de Foodhallen. ‘Ik maak altijd twaalf werken tegelijk. Ik hoef nauwelijks koffie te drinken.’ Beeld Ivo van der Bent
Lieuwe van Gogh in zijn atelier ter voorbereiding van zijn expositie in de Foodhallen. ‘Ik maak altijd twaalf werken tegelijk. Ik hoef nauwelijks koffie te drinken.’Beeld Ivo van der Bent

Kunstenaar Lieuwe van Gogh werkte jarenlang in de keuken van Amsterdamse horecazaken als Waterkant en Cannibale Royale, maar pikte ruim twee jaar geleden het schilderen weer op. Nu staat hij met zijn tweede expositie in De Hallen. ‘Ik ben nooit een groot fan van Vincent geweest.’

Tahrim Ramdjan

Als Lieuwe van Gogh (31) in zijn atelier in het centrum van Amsterdam rondleidt, staat er opeens een grote, kleurrijke eenhoorn, met daarop de tekst ‘Jesus loves fags’. “Misschien een beetje schokkend,” zegt Van Gogh, “maar het is in elk geval niet haatdragend.”

Komend pinksterweekend opent hij zijn tweede solo-expositie in De Hallen. Hij discussieert nog druk met zijn manager over de vraag of de eenhoorn nou onthuld moet worden, of niet. “We hebben overwogen Hans Klok te vragen, maar die zit in Duitsland.” En nee, dat is geen grapje.

Hoe kom je op je kunst?

“Ik doe mijn best om niet als pretentieuze douche bag te klinken, maar: ik weet het niet, man. Mijn inspiratie is muziek. Om half zes of zeven uur ’s ochtends kom ik aan in mijn atelier, dan zet ik soul of hiphop op. Dat heeft mijn moeder me met de paplepel ingegoten. Vooral die overgave in soul trekt me. Maar als het een latertje wordt, gaan de beats per minuut omhoog. ’s Nachts gaat er een Awakeningssetje doorheen.”

En voor de eenhoorn?

“Dat was een mix van gabbermuziek, Reinier Zonneveld en hier en daar een vleugje soul.”

Hoe zou je je stijl omschrijven?

“Ik ben er bij toeval bij gekomen. Ik heb tien jaar bij eetcafés als Cannibale Royale en Waterkant in de keuken gewerkt, dan ben je met zo’n ketchupfles bezig als je broodjes opmaakt. Ik heb nogal een trilhand, en op een gegeven moment had ik een eurekamoment: hiermee heb je veel meer greep! Ik heb maar één kwast. Als ik de Hanos in loop om flessen te kopen, zijn ze hartstikke blij met me.”

Vorig jaar heb je je eerste solo-expositie gehouden. Hoe was dat?

“Overweldigend. Ik had niet verwacht dat bijna alle zestig à zeventig werken over de toonbank zouden gaan. Ik kon het de laatste dag ook eigenlijk niet meer aan, ik was kapot.”

Je maakt hele lange dagen.

“Ik werk zeven dagen per week, vijftien uur per dag. Vrienden zie ik niet meer zo veel. Als je eenmaal je tanden in iets zet, vervallen veel andere dingen tot bijzaak. Het klinkt lullig, maar als ik met iemand een biertje drink, denk ik vaak bij het derde biertje al: ik verspil mijn tijd, ik moet terug naar het atelier.”

Heb je altijd al gedacht dat de kunst iets voor jou was?

“Als vijfjarige begon ik met tekenen, beïnvloed door manga en anime. Om geld te verdienen ben ik in de restaurants terechtgekomen. Pas tweeënhalf jaar geleden pikte ik het schilderen weer op. Het is alsof een manische persoonlijkheid me heeft overgenomen. Ik had zeker niet gedacht dat ik hier mijn geld mee kon verdienen. Ik ben geen Kanye.”

Toch zei je vorig jaar tegen Trouw dat je denkt beter te kunnen schilderen dan Vincent van Gogh, je verre achteroom.

(lacht) “Wat mij veel beter maakt dan Vincent, is het feit dat ik een website heb. Die had hij niet. Nee joh, ik ben nooit een groot fan van Vincent geweest. Ik heb zware adhd, een schilderij van een landschap doet me niet zo veel. Ik maak altijd twaalf werken tegelijk. Ik hoef nauwelijks koffie te drinken.”

Je bent de zoon van Theo van Gogh. Komt hij terug in je werk?

“Er is één doek met mijn vader, als zombie. Af en toe vind ik het prima om over mijn vader te praten, er is één dag per jaar waarop we een traantje laten. Het is onderdeel van me, ik weet dat er belangstelling voor is. Misschien is het wel een gunfactor. Maar we zijn alweer twintig jaar verder. Life goes on, zoals Tupac zei.”

Wat verwacht je van je expositie komend weekend?

“Ik hoop vooral dat ik mensen blij kan maken, relaties kan redden of grote scheidingen kan veroorzaken. Nee, serieus: ik ben mezelf mentaal aan het voorbereiden om in de spotlights te staan. Ik vind het leuk, maar ben er niet zo goed in. Dan scheld ik soms met ‘kanker’ of stotter ik.”

Wat volgt er na deze expositie?

“Als dit aanslaat, wil ik Amerika of Azië proberen, alleen al vanwege de naam Van Gogh. Mijn stip op de horizon is een PlayStation 5 kopen. Daarna kan ik met pensioen.”

Tweede solo-expositie Lieuwe van Gogh
Zaterdag 27 t/m maandag 29 mei
De Hallen Studio’s, Bellamyplein 51, Amsterdam

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden