Plus
Krave maakt het diepe verlangen naar een dancefeest voelbaar
Van alle sectoren die in de coronajaren buitenspel zijn gezet werd het nachtleven het hardst geraakt. In zijn voorstelling Krave maakt Jasper van Luijk het diepe verlangen (craving) naar een dancefeest (rave) voelbaar.
De voorstelling opent met een fraaie solo van Liel Fibak die zich vanuit een liggende houding traag in de onmogelijkste bochten wringt. De zes dansers die daarna de vierkante witte dansvloer betreden, bewegen eveneens ongemakkelijk. De aarzeling om – na zo’n lange periode van sociale onthouding – weer fysiek op te gaan in een dansende massa is boeiend omgezet in een manisch herhaalde reeks bewegingsfrasen, die dwars door elkaar worden uitgevoerd. Steeds als het soepel dreigt te lopen begint de frase opnieuw, als een tijdlus.
Kijker als muurbloempje
In deze fase begint het zich al te wreken dat de toeschouwers zijn neergezet aan alle zijden van de dansvloer. Een traditionele zitpositie in de zaal zou mooier overzicht geven over de patronen die de dansers creëren. De plaatsing van het publiek wordt echt problematisch als de bassdrum begint te pompen en de inmiddels van hun schroom verloste dansers opgaan in hun houseparty.
Natuurlijk zijn ook deze dancefrasen gechoreografeerd, evenals de collectieve bewegingen van de zwetende menigte over de dansvloer. Maar omdat een rave een tribalistisch ritueel is, niet bedoeld voor toeschouwers, wordt de op zijn stoel aan de rand van de dansvloer geplakte kijker gereduceerd tot muurbloempje. Het is knap hoe Van Luijk en zijn dansers het naar binnen gekeerde van een rave weten te vangen. De toeschouwer zit ondertussen op een feestje waarvoor hij niet is uitgenodigd en heeft het nakijken.
Krave
Door SHIFFT en DOX, choreografie Jasper van Luijk
Gezien 28/4, Almere
Te zien 10 en 11/5, Bellevue - 29/5 Bijlmer Parktheater - 2/6 VU Griffioen