Plus
Kees van Kooten: de twijfelende schrijver die maar doorging met tv-maken
Als jongetje wist Kees van Kooten al dat hij schrijver wilde worden, van tv maken werd hij vooral ongelukkig. Richard Groothuizen, auteur van de Koot & Bie Encyclopedie, over de artiest die op dinsdag 10 augustus 80 werd.
Twijfels, altijd maar die twijfels. ‘Wat er staat is te braaf, herlees ik; ik sta nog niet genoeg voor lul,’ schrijft Kees van Kooten in de verhalenbundel Veertig, als hij zijn productie van een ongestoorde schrijfvakantie in het Franse Gérardmer terugleest. Het boekje, dat verscheen ter ere van zijn 40ste verjaardag, gaat onder meer over de worstelingen en afleidingen van het schrijversbestaan, en de angst dat het niet goed genoeg is wat hij voortbrengt.
Met zichzelf voor gek zetten heeft Van Kooten dan al weinig moeite, als veertiger gepokt en gemazeld als auteur én bedenker van meesterlijke tv-typetjes. Dat bestaan zat er al vroeg in. Op 10-jarige leeftijd ontmoet kleine Kees Simon Carmiggelt in de Bijenkorf, waar de gevierde schrijver signeert. Als Carmiggelt hem vraagt wat hij wil worden, antwoordt Kees: “Schrijver.”
Slagzinnen bedenken
Talig is hij al op jonge leeftijd. Zijn schrijfsels belanden in de schriften en notitieboekjes die zijn vader – werkzaam bij kantoorartikelenfirma Rijam – hem toeschuift. Op het Dalton College in Den Haag ontmoet hij Wim de Bie, die drie klassen hoger zit. Ze vinden elkaar in hun liefde voor cabaret. De hartstocht voor onderwijs zit bij Van Kooten minder diep: als Dalton-leerling volgt hij een opleiding tot leraar Nederlands, maar op zijn 18de stopt hij daarmee. Na de verplichte dienstplicht begint hij op de reclameafdeling bij verf- en lakkenfabriek Sikkens; slagzinnen bedenken gaat hem vlot af.
De Bie maakt de opleiding wel af maar besluit een avondcursus radiocabaretier te volgen en solliciteert in 1963 bij de Vara. Na twee maanden mag hij op de radio een eigen programma presenteren, Uitlaat. Wim betrekt Kees direct bij zijn redactieteam. Ze maken ‘schijninterviews’: in scène gezette gesprekken met mensen uit allerlei beroepsgroepen, waarbij opvalt dat ze uitblinken in jargon en vakkennis.
Clicheemannetjes
De populariteit groeit met de introductie van de Clicheemannetjes. Als een selectie sketches op lp in 1966 aanslaat, volgen de eerste korte tv-optredens. Wanneer Leen Jongewaard cabaretgroep Lurelei verlaat, wordt Van Kooten zijn vervanger. De teksten die Van Kooten aanlevert, worden door de bezoekers echter lauw ontvangen. Na een jaar houdt hij het voor gezien. Van Kooten twijfelt over wat hij nu eigenlijk echt wil. Cabaret? Radio? Tv? Of toch reclame?
Een belangrijk moment in zijn leven is als Van Kooten tijdens een vliegreis stewardess Barbara Kits ontmoet, de vrouw met wie hij alweer ruim vijftig jaar getrouwd is en die begin jaren 80 regelmatig op tv verschijnt als Cock van der Laak, de vrouw van ‘krities Avro-lid’ Cor van der Laak. Zij is, zoals Van Kooten zich regelmatig heeft laten ontvallen, perfect in staat hem af te remmen in zijn kwade buien, onzekerheid en geprikkelde stemmingen.
Hadimassa
De doorbraak komt als Dimitri Frenkel Frank Van Kooten en De Bie in 1968 uitnodigt voor zijn satirische tv-programma Hadimassa. Binnen een jaar groeit hun aandeel van één geschreven sketch en liedje per uitzending uit tot vijf. Hadimassa haakt naadloos aan bij de tijdgeest en de populariteit schiet omhoog. Maar na een ongelukkig maar satirisch bedoeld item over foute moppen over Joden en mensen van kleur stopt hun geloof in de Vara.
Het duo aast op een eigen show bij de VPRO. Die komt er niet, maar ze stappen toch over als ze vijf sketches per uitzending mogen maken in Nederlands eerste latenightprogramma ’t Gat van Nederland. Het is even zoeken naar een vorm, maar met hun Simplisties Verbond staan ze volop in de schijnwerpers. In 1977 komt daar een eind aan als twijfels van Kees de kop opsteken: wil hij nog wel televisie maken? Er wordt besloten te stoppen en voor het oog van de kijker naar België te emigreren (‘want daar is nog cultuur’).
Jacobse en Van Es
De VPRO laat de mannen weten te rekenen op een quotum van een contractueel aantal uren door hen aan te leveren programma’s. Er wordt snel een compilatie samengesteld uit de laatste twee seizoenen. Bij het terugkijken constateert Kees dat bitter weinig geschikt is voor herhaling en hij geeft daarom opdracht veel masterbanden te wissen. Van Kooten vindt het allemaal te vrijblijvend en te tijdgebonden. Hij houdt graag controle over alles wat hij en De Bie produceren, en misgunt bij voorbaat derden die in een tv-programma een oude sketch willen herhalen; uitzenden zonder toestemming levert een boete op van 10.000 gulden, te betalen aan een goed doel.
Een reactie op wat volgens Van Kooten en De Bie allemaal mis is in Nederland leidt in 1979 tot de creatie van Jacobse en Van Es met hun Tegenpartij – ‘Geen gezeik, iedereen rijk’. Als de realiteit de fictie inhaalt en mensen serieus bereid blijken op de Tegenpartij te stemmen, besluiten ze te stoppen.
In de zomer van 1985 bekent Van Kooten dat hij eigenlijk alleen nog maar boeken zou willen schrijven. Over tv-plannen zijn beiden ontwijkend. Subtiele hints in de pers impliceren een naderend afscheid. Een derde Nipkowschijf wordt prompt als carrière-afsluiting en eresaluut toegekend. Voorbarig: negen dagen na de uitreiking begint een nieuw winterseizoen .
Best verkopende schrijver
In 1988 wordt Van Kooten uitgeroepen tot best verkopende Nederlandse schrijver. Titels als Koot droomt zich af, Koot graaft zich autobio, Veertig, Hedonia, Modernismen en Meer modernismen vliegen over de toonbank. Hij verrijkt de taal met begrippen als regelneef, winterklaar, dameswensen, oudere jongere, krasse knar en doemdenken.
Na drie serieuze – en steeds minder bekeken – seizoenen lijkt het voorbij met het tv-werk, totdat in 1988 Keek op de week van start gaat en een onverwacht kijkcijfersucces wordt. Na Keek op de week volgen nog zes seizoenen, met Krasse knarren, In bed met Van Kooten en De Bie en Deksel op de desk. Later zegt Van Kooten dat ze na Keek op de week hadden moeten stoppen. Hij zag twee verkrampte mannen die hun trucje deden. Een winterdip en een protesterend lichaam betekenen in 1998 alsnog het definitieve einde van zijn tv-carrière.
De stress van het televisie maken valt weg; een jaar later verschijnt het kinderboek dat hij al in 1973 had willen schrijven, Het Schaampaard. Ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag verschijnt volgende maand de bloemlezing De tachtigjarige vrede, waarin Van Kooten zichzelf portretteert aan de hand van eerder verschenen verhalen. Geen biografie. Want, vindt Van Kooten: ‘Een biografie is niet meer nodig, ik heb alles zelf verteld.’