PlusInterview

Ian Paice drumt al 52 jaar in Deep Purple: ‘De tijd is voorbijgevlogen’

Neemt Deep Purple met Whoosh! dan toch afscheid? Drummer Ian Paice (72), al sinds 1968 bij de hardrocklegende, houdt de deur op een kier.

Peter van Brummelen
Ian Paice met Deep Purple in actie in de Ziggo Dome, drie jaar geleden. ‘Ik speel nu efficiënter.’ Beeld Hollandse Hoogte /  ANP Kippa
Ian Paice met Deep Purple in actie in de Ziggo Dome, drie jaar geleden. ‘Ik speel nu efficiënter.’Beeld Hollandse Hoogte / ANP Kippa

U bent het enige lid van Deep Purple dat deel uitmaakte van alle bezettingen. Geeft u dat een speciale positie binnen de groep?

“Was het maar waar. Het enige wat het me oplevert is dat als op de radio een nummer van Deep Purple wordt gedraaid, ik zeker weet dat ik erin meedoe. Het huidige Deep Purple is volledig democratisch: de meeste stemmen gelden.”

Vormen u en de andere twee oudgedienden, bassist Roger Glover en zanger Ian Gillan, dan niet altijd een meerderheid ten opzichte van de andere twee bandleden?

“Als het gaat om het gewone reilen en zeilen van de band zijn Roger, Ian en ik het altijd met elkaar eens. Als het gaat om de muziek ligt dat anders en wegen de stemmen van gitarist Steve Morse en toetsenist Don Airey echt even zwaar.”

Mijn veertienjarige ik zou in de jaren zeventig misschien wel zijn flauwgevallen bij de gedachte ooit een lid van de Deep Purple aan de telefoon te hebben. Hoe kijkt u terug op die tijd?

“Ik was in het begin van Deep Purple niet veel ouder, haha. Ik begon op mijn vijftiende te drummen, op mijn zeventiende werd ik professioneel muzikant en op mijn negentiende trad ik toe tot Deep Purple. De vroege jaren zeventig waren een muzikaal heel opwindende periode voor me. In Deep Purple speelde ik met muzikale zwaargewichten als gitarist Ritchie Blackmore en organist Jon Lord. Hun talent bracht ook mij veel verder, die twee stimuleerden me enorm. En als je jong bent, leer je heel makkelijk, ik maakte in korte tijd grote sprongen.”

null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

Herinnert u zich het optreden van Deep Purple in 1973 in de Oude RAI in Amsterdam, waarbij het publiek de zaal en jullie installatie kort en klein sloeg?

“Zulke dingen gebeurden vaker in die tijd, maar meestal als wij de zaal al hadden verlaten. Zeker in Duitsland, waar je toen een heel fanatieke radicaal-linkse beweging had, kon het wild toegaan. Dan werd er geëist dat we gratis concerten zouden geven en zo. In Heidelberg wisten we een keer maar net op tijd uit de kleedkamerramen te springen toen we werden belaagd door zulke types.”

“Dat concert in Amsterdam herinner ik me niet meer. Ik weet nog wel dat we optraden in het Concertgebouw – prachtige zaal, trouwens. Ian Gillan ging tijdens het concert iets te drinken halen in de kleedkamer. Toen hij terugkwam, struikelde hij op de trap naar het podium. Hij viel dat hele eind naar beneden, maar toen hij weer opstond, had hij zijn drankje nog gewoon in zijn hand.”

Het nieuwe album heet Whoosh! Waarom?

“Als iets heel snel voorbijgaat, zeggen Engelsen whoosh. Ik zit al 52 jaar in Deep Purple maar de tijd is voorbijgevlogen. Als ik terugdenk aan wat ons overkwam in de seventies, voelt dat alsof het gisteren is gebeurd.”

“Maar de titel slaat ook op de manier waarop wij mensen met de aarde omgaan. We zijn er nog maar relatief kort, maar als we niet snel het een en ander veranderen, zou onze tijd hier er binnenkort al eens kunnen opzitten. Ik denk niet dat de mens het langer op aarde volhoudt dan de dinosaurus. Whoosh: dat was de mensheid.”

Deep Purple’s debuutalbum begon met het nummer And the adress. Nu keert het terug op Whoosh!

“Idee van producer Bob Ezrin. Omdat dit ons laatste album leek te worden, vond hij het mooi om het eerste nummer van de eerste plaat terug te laten keren als het laatste nummer van de laatste plaat, waarmee de cirkel rond zou zijn.”

“Maar nu zitten we met corona. Er stond na het verschijnen van Whoosh! een uitgebreide tournee gepland. Gelukkig hebben we 95 procent van de optredens weten te verplaatsen naar volgend jaar, maar we gaan tot die tijd natuurlijk niet zitten niksen. De kans is groot dat we nóg een keer de studio ingaan.”

Zanger Ian Gillan haalt niet meer de hoge noten van vroeger. Heeft u als drummer ook moeten inleveren?

“Nee, maar ik ben wel efficiënter gaan spelen. Vroeger was mijn energie grenzeloos, dat is nu natuurlijk niet meer zo. Als je oude opnames van Deep Purple bekijkt, zie je mij voortdurend met mijn armen door de lucht zwaaien. Dat ziet er leuk uit natuurlijk, maar muzikaal levert het niets op. Het maakt niet uit of je een bekken of trommel raakt met een klap van dertig of tien centimeter; met de juiste versterking klinkt het even hard. Maar het bespaart je wel veel energie.”

Ik las dat u drumde op het Velvet Underground-album Squeeze uit 1973. Nooit geweten.

“Ik wist het heel lang ook niet, haha. Toen iemand er een keer over begon, had ik geen idee waar hij het over had. Met veel moeite wist ik me te herinneren dat ik tijdens een Amerikaanse tour eens een haastig studioklusje in New York had gedaan. Die opnames kwamen op Squeeze terecht. Met The Velvet Underground had het weinig te maken, hoor. Van de oude bezetting was alleen Doug Yule nog over.”

Een sessie die u zich wel zult herinneren: u drumde in 1999 op Paul McCartneys rock-’n-rollalbum Run Devil Run.

“Ja, geweldig! We hebben toen ook opgetreden in de Cavern in Liverpool. Als drummer met bassist Paul McCartney spelen is heel bijzonder, het voelt of je samen één muzikant wordt. Het hechte samenspel tussen McCartney en Ringo Starr is wat mij betreft ook het geheim van de muziek van The Beatles. Ringo is een van mijn favoriete drummers. Net als hij ben ik linkshandig. En voor wat het waard is: als kind hadden we allebei tuberculose.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden