PlusAchtergrond
Hirokazu Kore-eda (Shoplifters): al tijdens zijn debuut een meesterfilmer
Goede timing van streamingplatform Cinemember om drie vroege films van de Japanse meesterfilmer Hirokazu Kore-eda te laten zien. Ook al speelt de dood een hoofdrol.
“Een goede stoofpot heeft tijd nodig om op smaak te komen,” leert een oude moeder haar volwassen kinderen in After the Storm (2016) van de Japanse filmmaker Hirokazu Kore-eda (58). Het is een les die Kore-eda zelf duidelijk ook heeft geleerd, want zijn films hebben wel iets weg van een goede stoofpot. Door zorgvuldige en geduldige bereiding weet hij van de simpelste ingrediënten iets te maken met uitzonderlijke diepte en complexiteit.
Dankzij Cinemember, de streamingdienst van distributeur September Film, kunnen we nu zien dat die zorgvuldigheid en diepte er al vanaf het begin van Kore-eda’s filmcarrière waren. Vanaf woensdag zijn drie vroege films uit zijn uitzonderlijk consistente oeuvre exclusief op het platform te zien: speelfilmdebuut Maborosi (1995), opvolger After Life (1998) en het latere Still Walking (2008). (Nog eens vijf latere films van de regisseur waren al beschikbaar op het platform.)
In alle drie de nieuw beschikbare films speelt de dood een hoofdrol, maar alle drie draaien ze uiteindelijk om het leven. Om leven met verdriet en herinneringen, leven met de dood, leven na de dood.
Beeld op zwart
In de 25 jaar sinds zijn debuut is Kore-eda uitgegroeid tot de grootste Japanse filmauteur van zijn generatie. Het voorlopig hoogtepunt van dat oeuvre is Shoplifters (2018), winnaar van de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes en genomineerd voor een Oscar voor beste niet-Engelstalige film. Nu terugkijkend heeft zijn debuut Maborosi al alle elementen van Kore-eda’s meesterschap in zich.
De film draait om de jonge vrouw Yumiko (Makiko Esumi, in haar acteerdebuut). Aan het begin van de film is zij gelukkig getrouwd en moeder van een jonge zoon. Maar dan overlijdt haar man Ikuo (Tadanobu Asano) – hij komt onder een trein, en de onverklaarbaarheid ervan doet zelfmoord vermoeden, al wordt dat woord nergens in de film uitgesproken. Kore-eda richt zich niet op het rauwe verdriet waarin Yumiko direct na dat plotse verlies wordt ondergedompeld. Sterker nog: dat slaat hij volledig over, in een hartverscheurende ellips – het beeld gaat op zwart, een paar tergende seconden, en vervolgens is Yumiko’s zoontje ineens vijf jaar ouder.
De film draait om de vraag hoe Yumiko weer verder gaat leven. Ze trouwt opnieuw en verhuist naar het kleine kustplaatsje waar haar nieuwe man en diens dochtertje wonen. Het verdriet en het onbegrip over het verlies van haar eerste man verdwijnen er niet mee. Ze zijn hooguit niet meer alomtegenwoordig.
Dat het een kustplaatsje is waar Yumiko terechtkomt, is geen toeval: Maborosi draait om de eb en vloed van verdriet en geluk. Ze zijn geen tegenstelling, maar onderdeel van hetzelfde ritme. De titel van de film draagt die dubbelheid al in zich: hij is te vertalen als ‘betoverend licht’ maar ook als ‘dwaallicht’.
Soms is Yumiko ongecompliceerd blij, heel eventjes; wonderschone momenten van simpel geluk in de sombere film. Met haar echtgenoot hijgt ze na van een vrijpartij in de avondschemering. Met haar nieuwe gezin geniet ze van een watermeloen op de veranda, de kinderen spugen de pitjes over de rand en Yumiko lacht. Maar steeds weer ligt ook de somberte op de loer. Telkens als iemand vertrekt – haar zoontje gaat buiten spelen, haar man gaat naar zijn werk – voelt zij weer dat verlies.
De grote kunst van Kore-eda is dat hij ons dat laat meevoelen zonder melodramatische kunstgrepen. Elke keer denken ook wij weer eventjes aan dat laatste moment dat Ikuo bij haar wegging. Opgewekt liep hij de straat uit, zijn paraplu vrolijk slingerend langs zijn bijna huppelende lichaam.
Af en toe een buitenbeentje
Maborosi is de eerste film in de hoofdlijn van Kore-eda’s oeuvre, dat inmiddels veertien speelfilms omvat. Die hoofdlijn bestaat uit intieme films rond familiebanden, culminerend in Shoplifters en opvolger La vérité (2019), Kore-eda’s eerste film buiten zijn vaderland, die eerder dit jaar in de Nederlandse bioscopen draaide.
Die lijn onderbreekt Kore-eda af en toe met een buitenbeentje: films die een ander genre bespelen. Films zoals de samoeraifilm Hana (2006), het licht absurde sprookje Air Doll (2009) en de misdaadfilm The Third Murder (2017). Toch blijft ook daarin zijn bedachtzame stijl direct herkenbaar, en draaiden die films om dezelfde terugkerende thema’s – de kwetsbaarheid van familiebanden; omgaan met verlies; de helende werking van feilbare herinneringen.
Kore-eda’s tweede film After Life is de eerste van die buitenbeentjes, een fantasy-achtig verhaal dat zich afspeelt in een voorportaal van het hiernamaals. Recent gestorven mensen worden er gevraagd hun dierbaarste herinnering te kiezen. Die wordt dan door de medewerkers opnieuw in scène gezet en verfilmd, en daarmee voor de eeuwigheid vastgelegd. De rest vervliegt, zodat de drager van de herinneringen door kan naar het grote niets dat volgt.
After Life is losser gefilmd dan de rest van Kore-eda’s werk, maar zijn bedachtzame ritme blijft overeind (de regisseur is ook zelf de editor voor de meeste van zijn films). En thematisch is het Kore-eda ten top: het besef dat herinneren automatisch ook vergeten in zich draagt.
Intieme observaties
In de tien jaar tussen After Life en Still Walking, de derde film die Cinemember aanbiedt, maakte Kore-eda drie films en groeide de internationale aandacht. Still Walking is zijn eerste onvolprezen meesterwerk, de film waarin hij die stoofpot voor het eerst tot zijn rijke essentie weet in te koken. Het is ook de eerste van zes samenwerkingen met de legendarische, in 2018 overleden actrice Kirin Kiki, die in Shoplifters haar laatste rol speelde.
In Still Walking speelt zij de matriarch in een gezin dat bij elkaar komt voor een jaarlijks herdenkingsritueel, waarvan de betekenis pas gaandeweg de film duidelijk wordt. We brengen een dag door met de gezinsleden: de gepensioneerde ouders, hun zoon en dochter, diens echtgenoten en kinderen. Een plot is er niet – het dramatische incident dat de film voortstuwt, vond al vijftien jaar geleden plaats. Het geeft Kore-eda alle ruimte voor zijn zorgvuldige, intieme observaties van de kleine, dagelijkse dingen die zonder veel nadruk zo ontzettend betekenisvol zijn.
Precies dat is Kore-eda’s grote kracht: hoe hij uit een opeenvolging van vluchtige, schijnbaar doodgewone momenten telkens weer grote poëzie weet te weven.