PlusInterview
Hermitage exposeert 17de-eeuwse kunst uit de collectie van deze Amerikaanse miljardair
De Amerikaanse miljardair Thomas Kaplan kocht de afgelopen twintig jaar de ene Rembrandt na de andere, plus werk van leerlingen en tijdgenoten. Een deel van zijn The Leiden Collection is nu te zien in de Hermitage. ‘Ik ben getraumatiseerd door moderne kunst.’
“Als ik te lang voor dit schilderij sta, ga ik huilen. De manier waarop de schilder emotie in dat schilderij overbrengt is gewoon subliem.” Thomas Kaplan (60) staat voor een groot doek uit zijn omvangrijke collectie zeventiende-eeuwse schilderijen. Een schilderij van Carel Fabritius, misschien wel de beste leerling die Rembrandt gehad heeft.
Op het schilderij wordt het verhaal van Hagar en de engel verbeeld. Een Bijbels verhaal over Hagar, die haar zoon dreigt te verliezen in een kurkdroge woestijn. Terwijl de moeder snikkend zit te bidden, verschijnt een verlossende engel.
Het schilderij is een van zijn twee Holy Grails, vertelt Kaplan. “Er zijn maar dertien schilderijen van hem bewaard gebleven. Een ervan was in bezit van de graaf van Schönborn-Buchheim in Salzburg. Honderden jaren dacht men dat dit werk van Rembrandt was. Maar toen het schilderij werd schoongemaakt verdween de handtekening van Rembrandt en verscheen die van Fabritius.” De andere Holy Grail is overigens Borstportret van een oude man met baard, de kleinste Rembrandt van de wereld, iets groter dan een creditcard. Kaplan betaalde waarschijnlijk de hoogste prijs per vierkante centimeter voor een schilderij ooit.
Kaplan had op dat moment al een indrukwekkende verzameling schilderijen van de school van Rembrandt en zijn tijdgenoten aangelegd. Hij had niet alleen de grootste privécollectie Rembrandts in de wereld, maar was ook eigenaar van stukken van zijn leermeester Pieter Lastman en van schilders die bij Rembrandt in de leer waren geweest, zoals Ferdinand Bol, Gerrit Dou, Govaert Flinck, Samuel van Hoogstraten en Arent de Gelder. Ook andere zeventiende-eeuwse schilders zijn vertegenwoordigd, zoals Jan Steen, Gabriel Metsu en Frans van Mieris.
Maar Carel Fabritius ontbrak nog. Fabritius, de tovenaarsleerling die misschien zijn leermeester zou overtreffen, als hij niet op 32-jarige leeftijd was omgekomen bij een grote buskruitexplosie in Delft. “Dit schilderij was de missing link in de collectie. Er was er één in privébezit en dat was de allermooiste.”
Kaplan wist de eigenaar over te halen het werk te verkopen, met een ijzersterk argument. “Het is geen Rembrandt meer, maar ik betaal er de prijs voor van een echte Rembrandt. Toen ging de eigenaar akkoord.”
Leidse fijnschilders
Thomas S. Kaplan is rijk geworden door The Electrum Group LLC, een in New York City gevestigd investeringsbedrijf in onder andere zilver en goud. Hij begon op zijn veertigste te verzamelen. Samen met zijn vrouw, Daphne Recanati, startte hij in 2003 The Leiden Collection. Momenteel omvat de verzameling ongeveer 250 schilderijen en tekeningen. Het is een van de grootste en belangrijkste verzamelingen van 17de-eeuwse Nederlandse schilderijen in particuliere handen.
De collectie is genoemd naar Rembrandts geboortestad en richt zich op de werken van Rembrandt en zijn volgelingen. Daarnaast heeft Kaplan schilderijen van de Leidse fijnschilders. In The Leiden Collection bevindt zich ook een schilderij van Johannes Vermeer, dat is vanaf vrijdag te zien op de grote Vermeertentoonstelling in het Rijksmuseum.
Kaplan, in driedelig pak met zijn onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje-Nassau op zijn revers, zegt dat het altijd bijzonder is om weer in Amsterdam te zijn. “Toen ik 10 jaar was heb ik expliciet aan mijn ouders gevraagd of we naar Amsterdam op vakantie konden gaan. Op de vraag waarom, zei ik: omdat Rembrandt daar woonde.”
Wit doek met een streep
Zijn fascinatie voor Rembrandt gaat weer een paar jaar terug, toen Kaplan met zijn moeder een bezoek bracht aan het Metropolitan Museum of Art in New York. “Ik weet niet meer welk schilderij ik het eerst zag, maar ik weet dat ik mijn moeder aanspoorde om bijna elke week weer naar het museum te gaan.”
“Mijn moeder wilde mijn horizon een beetje verbreden en nam me mee naar het Museum of Modern Art. Ik weet nog dat ik afwijzend reageerde op een groot wit doek met een streep erop. Ik stond met mijn armen over elkaar en zei: ‘Neem me weer mee naar de Wembwandt.”
De kleine Thomas miste beide voortanden, vandaar die uitspraak. “Toen ik terug was in de Met, weet ik nog dat ik zeer onder de indruk was van het schilderij Aristoteles bij de buste van Homerus. “Ik was getraumatiseerd door moderne kunst en toen teruggebracht naar de baarmoeder waar ik thuishoorde: Rembrandt en de zeventiende eeuw.”
Mona Lisa
Een echte favoriet heeft hij niet, maar Kaplan wordt wel lyrisch bij Rembrandts schilderij Minerva in haar studeervertrek. “Het ontneemt je de adem. Ongelooflijk dat dit werk niet in een museum staat. Het maakt immers deel uit van een reeks schilderijen die nu hangen in het Prado, het Metropolitan, de National Gallery en de Hermitage. Deze Minerva is het equivalent van onze Mona Lisa, alleen vind ik Minerva veel mooier dan de Mona Lisa. Dit is fantastisch want hier zie je Rembrandt doen waar hij het meest van hield: geschiedenis schilderen. Toen ik het voor het eerst zag, kon ik gewoon niet geloven dat dit werk nog steeds in particuliere handen was.”
Kaplan benadrukt dat hij graag een collectie wilde opbouwen, maar nooit met het oog op het ophangen van de schilderijen in zijn huis. In plaats daarvan wilde hij ze delen met een breder publiek. “Mijn vrouw Daphne en ik hadden het idee om deze werken uit particuliere collecties te halen en ze terug te brengen naar het publieke domein. Het is in wezen een uitleenbibliotheek voor Oude Meesters.” Musea kunnen een verzoek indienen om een bepaald werk te lenen en dan lenen wij het gewoon uit. Tot nu toe heeft The Leiden Collection aan meer dan tachtig musea over de hele wereld bruiklenen verstrekt.”
Rembrandt & tijdgenoten, historiestukken uit The Leiden Collection, t/m 27 augustus in de Hermitage Amsterdam