PlusInterview

George Kooymans: ‘De spieren gaan sneller achteruit dan ik dacht’

Vreemde Kostgangers in 2017: Boudewijn de Groot, Henny Vrienten en George Kooymans. Beeld Frank Jansen
Vreemde Kostgangers in 2017: Boudewijn de Groot, Henny Vrienten en George Kooymans.Beeld Frank Jansen

Deze week kwam Mist, het laatste album van Vreemde Kostgangers uit, in omstandigheden die niemand had gewild. George Kooymans is ongeneeslijk ziek en sinds de dood van Henny Vrienten, vorig jaar, is het trio niet meer compleet. Boudewijn de Groot en George Kooymans doen hun verhaal.

Alexander van Eenennaam

Mist had zeker anders geklonken wanneer het lot zijn twee kameraden niet zo ongenadig had getroffen, zegt Boudewijn de Groot (78). Op het titelnummer bijvoorbeeld, zingt Henny Vrienten de coupletten, terwijl hij ze eigenlijk had willen afwisselen met Kooymans en De Groot, de mannen met wie hij sinds 2016 Vreemde Kostgangers vormde.

Al in 2020 begonnen de drie met schrijven, spelen en opnemen. Corona, eerst de ziekte van Kooymans en daarna ook die van Vrienten maakten samenwerken in de studio onmogelijk. “Was dat wel gelukt, dan zouden bepaalde instrumenten door anderen gespeeld zijn,” zegt De Groot. “Henny wilde dat ik een paar gitaarpartijen akoestisch speelde. Alle koortjes zouden door ons drieën gedaan zijn, terwijl nu vrijwel overal de demoversies zijn gebruikt. George doet zijn eigen koortje, Henny grotendeels ook.”

Het zijn uiteindelijk details van een album dat door de omstandigheden op voorhand al muziekhistorie schrijft. Zo staat de laatste gitaarsolo van George Kooymans erop. Die zit in een lied van Boudewijn de Groot, Ik speel gitaar. “Dat vind ik ontroerend. Het is gewoon een eer dat George dat heeft gedaan in een liedje van mij.”

Vriendschap en respect voor elkaars muziek tekenden Vreemde Kostgangers, zegt De Groot. “Ik vond het ontzettend eervol om met George en Henny te spelen, tussen ons drie ging het altijd gemakkelijk. Onenigheid, voor zover die er was, werd altijd simpel opgelost. Ik was zelf gestopt met optreden, maar de concerten met Vreemde Kostgangers bleven voor mij altijd een feest, iets om naar uit te kijken.”

De Groot is er de man niet naar om dramatische woorden te gebruiken bij het slotstuk van het driemanschap. “Ik begeef me niet op dat hellende vlak van emotie en blijf evenmin hangen in het sentiment van verlies en herinnering. Dat heeft geen enkele zin. Als ik naar deze plaat luister, vind ik het vooral een schitterende plaat. Het is alleen jammer dat we er niet meer mee kunnen touren.”

Fysiek afspreken wil George Kooymans (75) niet meer. De medeoprichter van Golden Earring ervaart de slopende effecten van de spierziekte ALS, die hem anderhalf jaar geleden trof. Toch ziet hij in het verschijnen van Mist een goede aanleiding voor een interview. Dat gaat via een videoverbinding, vanuit zijn woning in het Belgische Rijkevorsel.

Tekst loopt door onder foto:

George Kooymans in 2016. Beeld ANP
George Kooymans in 2016.Beeld ANP

Hoe gaat het?
George Kooymans: “Het gaat kut. Ik loop met een rollator, met mijn handen kan ik bijna niks. De spieren gaan achteruit, je wordt gewoon een beetje invalide. Dat gaat sneller dan ik dacht en dat is shit. Ik moet er maar mee dealen. Bij dit soort rotziektes wordt altijd gezegd: alles wat je nog wel kunt, is meegenomen. Pluk de dag. Dat probeer ik te doen. Af en toe valt dat niet mee, maar het gaat.”

Kunt u zich nog bezighouden met muziek?
“Alleen zingen lukt af en toe nog. Soms is mijn stem ineens goed en heb ik mazzel. Ik had hier in huis een muziekstudio, maar die wordt nu voor mij omgebouwd. Anticiperen op wat gaat komen. Mijn dochter komt bij mij en m’n vrouw in huis wonen. In de oude studio houd ik een klein hoekje voor muziek, daar zet ik een laptop neer. Er zijn allerlei mogelijkheden om een computer te bedienen, misschien kan ik zo nog iets doen. Muziek is mijn leven geweest en dat wordt me een beetje ontnomen. Ik probeer daar op deze manier nog wel iets aan te doen. Mijn gitaren raak ik in elk geval niet meer aan.”

Terwijl die een leven lang uw verlengstuk waren. Kunt u ze nog wel in uw buurt verdragen?
“Ik kijk er alleen nog naar. Dat is ook mooi, hoor. Net als vroeger, toen ik als jong pikkie voor de winkel stond te turen naar Fenders en Gibsons, met mijn neus tegen de etalageruit.”

Op het album van Vreemde Kostgangers staat uw laatst opgenomen gitaarsolo. Hoe luistert u daarnaar?
Hij grijnst: “Vooral met het idee dat het wel iets beter had gekund. Ik hoor dat de beperkingen al een beetje aanwezig zijn. Ik weet: that’s it, meer kon ik gewoon niet doen. Toch heb ik vooral het idee: we hebben het toch maar mooi geflikt. De trots overheerst. Ik vind het een prachtige plaat, die we ondanks de ziektes van Henny en mij alledrie graag wilden afmaken.”

Ik vermoed dat u er met gemengde gevoelens naar luistert?
“De teksten waren al geschreven voordat Henny en ik ziek werden, sommige daarvan hebben een andere lading gekregen. De Luie Liefde, bijvoorbeeld, daarin zing ik Er zijn nog jaren te gaan/en ze kruipen voorbij. Henny had dat met Tijd Tekort, waarin hij zingt dat hij nog zoveel te doen heeft. Zo was hij ook, een energieke gast. En ik zing De liefde kent geen tijd, een tekst van Thé Lau. Het frappante daarvan is dat het lijkt alsof hij recht in mijn ziel heeft gekeken. Een tekst waarin je reflecteert op wat je hebt gedaan en gevoeld, dat klopt heel goed.”

Staat u nog onder behandeling?
“Nee, alleen onder controle bij het ziekenhuis in Leuven. En ik krijg fysiotherapie, meer niet. Er is geen genezing voor deze ziekte, je moet een beetje geluk hebben dat het niet te snel gaat. Ik heb soms wel van die gedachtes: gisteren was het beter dan vandaag, of vorige week kon ik dit nog en nu niet meer. Hoe meer afleiding ik heb, hoe beter het is.’’

Het lijkt me zwaar, ook voor uw familie. In hoeverre bent u al bezig met het einde?
“We hebben het er op momenten allemaal moeilijk mee, eigenlijk zijn we al aan het rouwen en dat trekt een wissel op iedereen. Veel meer is het nog niet, ik ben er nog niet zo mee bezig. Toch moet ik nergens over zeuren. Als ik terugkijk op mijn leven, heb ik een prachtig bestaan gehad. Dat is weinig mensen gegeven, zo moet je het zien.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden