PlusTen slotte
Fred Florusse (1938-2023): de beste acteur van Don Quishocking, de hogeschool van het cabaret
De dinsdag overleden Fred Florusse was een van de oprichters van de befaamde cabaretgroep Don Quishocking. De econoom uit een PvdA-nest was ook een succesvol regisseur van theatershows, revues en andere cabaretiers.
Fred Florusse weigerde om mee te zingen met De K., het vrolijk-grimmige lied over kanker van cabaretgroep Don Quishocking uit het derde programma Kinderen en militairen half geld uit 1969. Hoewel hij helemaal achter het motto van de groep ‘Een knots voor de lange tenen’ stond, had hij bezwaar tegen de slotzin ‘want bij ons zit de kanker voornamelijk hier’, waarbij op het eigen hoofd werd gewezen.
Pas toen het lied in het vierde programma Waar het valt daar legt het (1971) de definitieve vorm kreeg met de slotzin ‘want de angst voor kanker zit ons tot hier’, waarbij een gebaar werd gemaakt alsof de keel wordt afgesneden, had het voor Florusse de betekenis die het nodig had en deed hij weer mee.
Fred Florusse (85) is dinsdagmiddag overleden, in het bijzijn van zijn vrienden van Don Quishocking, Jacques Klöters en George Groot.
Florusse, die al geruime tijd had besloten zich niet verder te laten behandelen voor darmkanker, kwam uit een proletarisch SDAP/PvdA-nest, waar elk dubbeltje moest worden omgedraaid. Zijn opa van moederskant vocht op de hoek van de straat met stenen tegen de kapitalisten. Freds vader werkte als ongediplomeerd bankwerker op rederij De Schelde en stierf op zijn 77ste aan longkanker door contact met asbest. Florusse nam de weerzin van zijn ouders tegen katholieken en kapitalisten over.
Bedrijfseconoom
Naast een actief theaterleven bij verschillende toneelverenigingen kwam hij als bedrijfseconoom bij Philips terecht. Via het Philipstoneel kwam hij in aanraking met pianist Pieter van Empelen. Deze legde weer het contact met het echtpaar George en Anke Groot van het Amsterdamse Helios-cabaret. Later voegde zich Jacques Klöters bij het gezelschap en Don Quishocking was geboren. In 1968 won de groep cabaretfestival Cameretten, voor de zeer teleurgestelde en gefrustreerde Freek de Jonge en Bram Vermeulen (Neerlands Hoop).
Na de klassieke Grote Drie (Toon Hermans, Wim Sonneveld en Wim Kan) werd het cabaretlandschap in de jaren zeventig gedomineerd door een nieuwe Grote Drie: Kabaret Ivo de Wijs, Neerlands Hoop en Don Quishocking. De laatste groep beheerste eigenlijk alle facetten van hoogstaand cabaret: onbekommerde lol, maatschappelijk geëngageerd, gevoelige en cynische, literaire teksten en prachtige meerstemmige zang. De meeste teksten waren van Groot en Klöters, terwijl Florusse de beste acteur van het gezelschap was en de zakelijke kant van de groep beheerde.
Spanningen
Na zeven succesvolle programma’s met interne discussies liepen de spanningen binnen de groep bijzonder hoog op, toen George en Anke Groot zich aansloten bij de Bhagwanbeweging. Klöters en de oernuchtere Florusse waren allergisch voor de Indiase goeroe. Florusse vergeleek het probleem met een socialistisch gezin waarin iemand opeens katholiek werd.
In het programma Wij zijn volstrekt in de war (1981) werd de richtingenstrijd binnen de groep keihard uitgevochten. Don Quishocking spatte uit elkaar. De scheuring bleek tijdelijk, na een stevige pauze werden nog vier reünieprogramma’s gemaakt onder de naam VDQS (Voorheen Don Quishocking). Op voorspraak van Florusse verving Joke Bruijs in twee programma’s de definitief gestopte Anke Groot. De verrassende keuze voor de volkse Rotterdamse zangeres pakte bijzonder goed uit.
Florusse bleek artistiek en financieel niet afhankelijk van Don Quishocking. Hij speelde in de musical Oh Johnny over Johnny Jordaan, was gastdocent aan de Amsterdamse kleinkunstacademie en werd een veelgevraagde regisseur van theatershows, revues, musicals en meerdere cabaretiers, onder wie Karin Bloemen, Hans Dorrestijn, Joke Bruijs, Paul de Leeuw en Jack Spijkerman.
Hij was jarenlang de spil van het cabaret van Vara-radioprogramma’s In de Rooie Haan en Spijkers met Koppen. Met Pieter van Empelen maakte hij historische cabaretoverzichten als Een wandeling door honderd jaar cabaret en Een vleugje spruitjes tussen de schuifdeuren.