Interview
Fotograaf Gregory Crewdson ensceneert de nachtmerrie van kleinstedelijk Amerika
Fotograaf Gregory Crewdson bouwt zijn foto’s op als scènes uit een Hollywoodfilm. Zijn nieuwste serie, Eveningside, ademt de sfeer van filmnoirthrillers. Het mysterie en de onderhuidse dreiging markeren de teloorgang van de Amerikaanse droom.
Als Gregory Crewdson de mogelijkheid krijgt naar Amsterdam te komen, vindt hij het natuurlijk fijn de opening van zijn eerste solo bij Reflex Gallery bij te wonen. Maar meer nog verheugt de Amerikaanse fotograaf zich op een bezoekje aan het Rijksmuseum, op een steenworp afstand. Graag zou hij de tentoonstelling zien van Vermeer, die hij een grote inspiratiebron en geestverwant noemt. “Net als hij gebruik ik interieurs, dramatische lichtinval en details om verhalen te vertellen.”
Maar er zijn ook grote verschillen. De 17de-eeuwse schilder werkte in zijn eentje achter een klein canvas. Crewdson, daarentegen, werkt met een crew die niet zou misstaan bij een Hollywoodfilm met een stevig budget. Op zijn set lopen soms wel honderd professionals rond, van acteurs en een artdirector tot verkeersregelaars en belichters. Allemaal om één beeld te schieten. Binnen de geënsceneerde fotografie staat Crewdson dan ook bekend als de koning van de megaproducties, die hijzelf overigens geheel in stijl typeert als ‘single frame movies’.
Zonder plot of motivatie
“Maar ik begin altijd in m’n eentje,” vertelt hij in een telefonisch interview. “Ik rijd wekenlang rond, op zoek naar geschikte locaties. Als ik die heb gevonden, schakel ik mijn vaste schrijver in met wie ik korte scenario’s op papier zet. Eén, twee alinea’s, niet meer. Een beetje in de trant van: ‘vrouw staat op verlaten straat in de regen, de deur van de woning is open en aan het einde van de straat doemt mist op’. Allemaal heel feitelijk, wat de camera ziet, zonder plot of motivatie.”
“Als we twee dozijn van dat soort scenario’s hebben bedacht, gaan we met de technische ploeg naar het gebied waar ik mijn oog op heb laten vallen. Dan is het: één dag opbouwen, één dag fotograferen, dan alles weer afbreken. En dat zes weken lang.”
Het leverde voor de nieuwe serie Eveningside, die nu te zien is bij Reflex, een totaal van twintig foto’s op. Maar in ieder beeld zijn tientallen, zo niet honderden shots verwerkt. Crewdson: “Op de set weet je als iets werkt en dan staat de camera geen minuut stil. Ieder detail wordt vastgelegd uit alle mogelijke invalshoeken. In de nabewerking puzzel je die onderdelen bij elkaar en komt het beeld voor een tweede keer tot leven.”
Alles zelf gemaakt
Rode draad in Crewdsons oeuvre is het leven in de suburbs, waar de Amerikaanse droom al decennia geleden is veranderd in een uitzichtloze nachtmerrie. Ook in Eveningside bestaat het decor uit armoedige huisjes met wrakkige veranda’s, morsige tankstations met de eigenaar in een vissenkomachtig kantoortje, een bar met te weinig flessen op de plank en scheuren in de gevel, straten vol dichtgetimmerde gevels.
“Ik heb een voorliefde voor non-descripte plekken, met winkels die op de rand van faillissement lijken te staan,” stelt de fotograaf. “Maar veel van wat je in de foto’s ziet, heeft mijn team speciaal gemaakt. Alle namen op de uithangborden, Madeline’s Beauty Shop of Jim’s House of Shoes, zijn fictief. Ook de meeste van de interieurs hebben wij zorgvuldig opgebouwd, tot de stoffige rommelhoekjes aan toe.”
Het is een werkwijze die Crewdson ‘het toevoegen van production value’ noemt – weer zo’n term uit de filmindustrie. In eerder werk, dat in 2006 te zien was in zijn laatste Nederlandse museumsolo in Fotomuseum Den Haag, leverde dat surrealistische resultaten op. Een vrouw die in een ondergelopen woonkamer lijkt te drijven als een moderne Ophelia. Een huisvader die ’s nachts graszoden uitrolt in zijn garage. Een man die midden in een bos de ene koffer na de andere opgraaft.
Wezenloos staren
De huidige serie is anders, alleen al door het gebruik van zwart-wit in plaats van kleur. “Ik zocht meer de sfeer van filmnoirthrillers,” zegt Crewdson. “Een beetje zoals The Night of the Hunter uit 1955, maar ook hedendaagse films als Roma. Die esthetiek combineerde ik met cutting edge digitale fotografie.”
Maar de verschillen gaan verder. De nieuwe foto’s lijken op het eerste gezicht minder raar en hebben toch iets verontrustends. De hoofdpersonen, vaak vrouwen, staren nog steeds wezenloos voor zich uit maar ze staan in de etalage van een schoenenwinkel met romantisch bosbehang of zijn schoonmakers die pauzeren onder een verroeste brug.
Van binnenuit gloeien
“Het drama is minder opera-achtig,” geeft Crewdson toe. “Dit werk is meer ingetogen maar de vervreemding zit dieper en in andere dingen. Zo heb ik grote doeken opgehangen aan hoogwerkers zodat er geen direct zonlicht op de gevels valt en je geen reflecties ziet. Je merkt het niet direct op, maar het ziet eruit als een diorama in een museum. Alle belichting is gedaan vanuit interieurs, auto’s of winkels, waardoor de voorstelling van binnenuit zachtjes lijkt te gloeien. En als je goed kijkt, zie je dat de reflecties in de spiegels niet natuurlijk zijn. Er zijn shots vanuit een andere invalshoek in gemonteerd.”
Spiegels keren regelmatig terug in Eveningside en zijn de enige plekken waar de kleinstedelijke middenstanders en uitgebluste sloofjes soms steels oogcontact maken met de kijker. Crewdson: “Ik plaats mijn personages vaak in interieurs. Ze zijn opgesloten, gevangen in een frame. Een spiegel is ook weer een frame binnen het frame van de foto, net als de schilderijen en open deuren die ik vaak afbeeld. Dat is een formeel spel met het medium waar ik van hou. Maar als iemand er commentaar op de politieke actualiteit in Amerika in wil zien, kan dat ook.”
Gregory Crewdson, Eveningside, t/m 6 mei in Reflex Gallery
Vier exposities die óók de moeite waard zijn
Keramiekrenaissance
Koos Buster werd bekend met een serie keramische werken van alledaagse objecten. Waterkoelers, schoonmaakwagens of brandblussers werden bij Buster pronkstukken. Inmiddels wordt hij gezien als de geestelijk leider van een heuse keramiekrenaissance in Nederland. De zelfbenoemde minister van Keramische Zaken presenteert bij Gallery Vriend van Bavink onder andere de serie ‘Employee of the Month’, met honderdvijftig zelfportretten. Daarnaast toont hij keramische internetmemes en diverse grote werken met Japanse invloeden, zoals twee pinapparaten van keramiek, Japanse Shrine Dogs en een energiedrankdispenser.
Vriend van Bavink, 10 maart t/m 8 april.
Pornobeelden en huishoudboekjes
Bij The Ravestijn Gallery opent een tentoonstelling met werk van Ruth van Beek en Mariken Wessels. In het nieuwe boek van Ruth van Beek zijn gewone objecten een eigen leven gaan leiden. Ze verkent de dunne scheidslijn tussen het atelier en het huiselijk leven en de aantrekkingskracht van handleidingen en huishoudboekjes. Een nieuwe serie werken van Mariken Wessels bestaat uit pornobeelden uit de jaren zeventig, waarbij de vrouwenlichamen zijn uitgesneden en deels vervangen door brokken klei, wat een nogal onsmakelijk resultaat oplevert.
The Ravestijn Gallery, 11 maart t/m 22 april.
Honderden hoofden
Levi van Veluw grijpt bij Galerie Ron Mandos terug naar het begin van zijn carrière, toen hij vooral veel zelfportretten maakte. Ook creëerde hij voor het eerst in tien jaar een nieuwe film waar hij zelf in figureert. Naast wandsculpturen maakte Van Veluw ook een ruimtelijke installatie. Tegen de wanden van een cilindrische kamer staan eindeloze kasten die van boven tot beneden gevuld zijn met honderden hoofden. Is dit een depot, een studio, of zit je in het brein van de kunstenaar?
Ron Mandos, 18 maart t/m 23 april.
Zelfverkozen ballingsoord
Victor Hugo zocht zijn toevlucht op het eiland Guernsey, Paul Gauguin vertrok naar de Marquesaseilanden, George Sand ging naar Mallorca en Jan Wolkers vond zijn paradijs op Texel. Het afzonderingsadres en zelfverkozen ballingsoord van fotograaf Koos Breukel ligt in Vinkeveen. Hij fotografeert er zijn kinderen en hun vrienden, de kringen in het water, traag voortbewegende wolken of de in nevelen gehulde ochtendzon. Zijn eiland is vertrouwd en huiselijk, het licht is prachtig en kinderen plonzen er zorgeloos in het water.
Eenwerk, 11 maart t/m 6 mei.