PlusKunstrecensie

Eerherstel voor de kamerplant in de expositie van Inge Meijer

Edo Dijksterhuis
De 'Tuin Auto' rijdt over een Fries dijkweggetje. Beeld Inge Meijer
De 'Tuin Auto' rijdt over een Fries dijkweggetje.Beeld Inge Meijer

Behalve een kunstverzameling heeft het Stedelijk Museum ook lange tijd een plantencollectie gehad. De sanseveria’s, fuchsia’s en vingerplanten stonden op zaal, naast de Mondriaans en Malevitsjen. Ze zorgden volgens museumdirecteur Willem Sandberg voor een huislijke sfeer, die de kennismaking met moderne kunst vergemakkelijkt.

De kamerplanten verdwenen in 1983 van zaal en gingen als zwart-witfoto’s het archief in. Daar werden ze gevonden door Inge Meijer, die er in 2019 een inmiddels klassieke publicatie mee maakte. Voor haar solotentoonstelling bij Galerie Akinci keren de foto’s terug als behang, waardoor je al die planten in één oogopslag ziet. Wat opvalt is dat velen er nogal treurig bijstaan: spichtig en geworteld in veel te krappe potten.

Meijer verbaast zich over die veronachtzaming van het groen om ons heen. Een groot deel van haar oeuvre kan beschouwd worden als een vorm van eerherstel. En daarin staat zij niet bepaald alleen. Nothing is Something to be Seen sluit aan bij een ware hausse aan tentoonstellingen over ecologie, bomen en planten, van De botanische revolutie in het Centraal Museum tot Rettet den Wald! in Museum Valkhof.

Executie van de bomen

Dwars door de galerie heeft Meijer draden gespannen met zakdoeken waar afbeeldingen van planten op zijn geprint. De flora is afkomstig uit de tropische kas van een adellijke familie. De zakdoeken behoorden toe aan de man die ze een halve eeuw lang liefdevol verzorgde en daar uitbundige groei en bloei voor terugkreeg. De installatie lijkt in eerste instantie op een verzameling waslijnen, maar heeft bij nader inzien meer iets weg van Tibetaanse gebedsvlaggen, die worden ingezet om de wereld in evenwicht te brengen.

Ze verbinden het plantenbehang met de foto’s en video’s van Car Garden. Meijer liet zich voor dit werk inspireren door een plantenverkoper in Colombia, die zijn waren aan de buitenkant van zijn auto vervoert. Maar het doet ook denken aan de autotuin, een opengezaagde Toyota volgestort met ingezaaide aarde, die in 1998 zijn entree maakte in Oud-Zuid. In 2005 moest hij het veld ruimen en was ‘de uitvaart’. Dat is precies het gevoel dat Meijer oproept met schitterende dronebeelden van haar beplante wagen die over een Fries dijkweggetje glijdt.

Juist het gebrek aan mobiliteit wordt de natuur vaak noodlottig. Bomen worden beschouwd als sta-in-de-weg, bijvoorbeeld aan de Kanaalweg in Leiden, waar Meijer een maquette van maakte die te zien is in achterruimte van de galerie. De kruinen zijn met netten omwikkeld om het nestelen van vogels en daarmee opschorting van de kapvergunning te voorkomen. Drie ventilatoren simuleren wind, het water in de sloot is hoogglanslak. Totaal kunstmatig, maar opgenomen door een camera en weergegeven op een tv-scherm is het hoogst realistisch en leef je mee met de bomen die worden voorbereid op hun executie. Normaal fietsen we er zo aan voorbij. Er is blijkbaar een kunstgreep nodig om het ons te laten zien.

Nothing is Something to be Seen, Inge Meijer

Galerie Akinci, Lijnbaansgracht 317
Te zien t/m 30/10

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden