Plus
Ed van der Elsken zag zijn leven als een roadmovie
'Ik bezing het leven,' zei fotograaf Ed van der Elsken. Hoe hij dat deed, in beelden, laat de grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk prachtig zien.
In twee filmfragmenten in de eerste zaal van de tentoonstelling maken we direct kennis met het vrijgevochten karakter van de hoofdpersoon. We kijken via een camera op de achterbank mee over de schouder van Ed van der Elsken (1925-1990) en zijn toenmalige vrouw Gerda, die hun kleine kind op schoot heeft.
"Moet dat nou, dat enorm harde rijden?" vraagt Gerda, terwijl Ed over een gracht tussen de dubbelgeparkeerde auto's scheurt. "Ik kan er niet tegen nu ik in verwachting ben." Daar voelt meneer niet veel voor en ook de suggestie om een 'deux-chevauxtje' van haar moeder over te nemen ziet hij niet zo zitten.
Toekomstplannen
In het andere fragment rijdt het gezin een paar jaar later met een jeep door een weiland. Van der Elsken vertelt over zijn toekomstplannen terwijl zijn zoontje van zeven de jeep bestuurt. Het bevestigt het beeld van Van der Elsken als een spontane, maar monomane fotograaf die het hele leven zag als een roadmovie. Of, zoals hij het in een van zijn films zegt: "Ik bezing het leven. Ingewikkelder ben ik niet. Maar ik bezing dan ook wel alles."
Maar in de volgende zalen komt een heel andere Van der Elsken naar voren: een fotograaf die planmatig en strategisch te werk kon gaan. En een fotograaf die vanaf het begin van zijn loopbaan ook heel filmisch dacht.
In de eerste vitrine ligt bijvoorbeeld een schetsje voor een fotoserie die hij had bedacht, waarin een Parijse clochard zich gaat wassen in de Seine. Het verhaal is als een storyboard getekend, waarbij de composities van alle foto's van tevoren zijn geënsceneerd. Van der Elsken dacht vanaf het begin niet alleen in beelden, maar vooral ook in beeldsequenties.
Drank en drugs
Dat was in 1951. Van der Elsken had Betondorp, waar hij opgegroeid was, verruild voor het kosmopolitische Parijs. In een reeks verduisterde kabinetten volgen we Van der Elskens werkwijze tijdens het ontstaan van een aantal belangrijke boeken die hij maakte.
Met afdrukken van de betreffende opnamen, brieven, aantekeningen en contactafdrukken krijg je een beeld van Parijs! (1981), Een Liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés (1956), Bagara (1958), Sweet Life (1966) en Jazz (1958). De boeken zelf doorbladeren kan helaas niet, want die zijn te kostbaar. Op een aantal beeldschermen is een video te zien waarin iemand dat doet.
Een Liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés was baanbrekend en is nog altijd een hoogtepunt in Van der Elskens oeuvre. De fotograaf volgde een aantal jonge mensen uit verschillende landen die zich in de Parijse cafés en restaurants verloren in drank en drugs.
Fotoroman
Hij maakte een fotoroman over de ontheemde vriendengroep, de Australische Vali Myers was zijn muze.
In het boek wordt een liefdesgeschiedenis verteld tussen de verleidelijke, eenzame hoofdpersoon Ann (Vali Myers' alter ego), die onbereikbaar is voor een zekere Manuel (Van der Elskens alter ego).
Van der Elsken koos nadrukkelijk een positie tussen feit en fictie, tussen autobiografisch en geromantiseerd. Hij herkende de existentiële levensvragen van de bohème van Saint-Germain-des-Prés, hun worsteling met het recente oorlogsverleden, maar hij hield genoeg afstand om zijn werk te kunnen maken.
Zwemmen in de gracht
Aan het eind van de donkere kabinetten blijkt ineens hoe de tentoonstelling in elkaar zit. In vier grote middenzalen hangen de foto's uit allerlei windstreken - Amsterdam, Parijs, Amerika, Japan en Afrika. Daaromheen zijn donkere zalen ingericht met meer documentatiemateriaal en vooral veel film- en televisiewerk van Van der Elsken. Met natuurlijk veel oude beelden van Amsterdam.
Van der Elsken scheurt opnieuw door de stad met zijn dashcam avant la lettre, waaruit nog maar eens blijkt dat Amsterdam enorm is veranderd en toch heel herkenbaar is gebleven. Hij laat jongens aan het woord die in de gracht zwemmen ('net zo smerig water als in het zwembad, want daar zeikt iedereen in') en een meisje dat de inhoud van haar tas laat zien voordat ze naar Artis gaat ('pinda's voor de apies en brood en een flesje voor mij en mijn zusje').
Het liefst wilde hij een camera in zijn hoofd laten transplanteren om zijn hele leven te kunnen vastleggen. Dat is er niet van gekomen, maar ook met een gewone camera werkt Van der Elskens levendige werkwijze nog steeds aanstekelijk. Aan het einde van de tentoonstelling ga je met een hoofd vol beelden weer naar buiten.
Ed van der Elsken: De Verliefde Camera. T/m 21 mei in het Stedelijk Museum.
Eye
Eye organiseert vier avonden rond verschillende thema's in Ed van der Elskens werk.
- Vrijdag 10 februari draait het om zijn leven in Amsterdam, met films als Een Fotograaf filmt Amsterdam (1982) en Het Waterlooplein verdwijnt (1967);
- Zondag 12 februari worden Welkom in het Leven, Lieve Kleine (1964) en De Verliefde Camera (1971) vertoond in het kader van 'de filmende fotograaf'.
- Dinsdag 21 februari wordt in Eye on Art ingegaan op Van der Elskens kunst- en kunstenaarsdocumentaires, waaronder Bewogen Beweging (1961) en Death in the Port Jackson Hotel (1972).
- Woensdag 22 februari wordt er werk vertoond van tijdgenoten, onder wie Louis van Gasteren, Johan van der Keuken en Emiel van Moerkerken.
In Eye en verschillende andere Amsterdamse bioscopen is momenteel ook De erfenis te zien, Joris Postema's soms beangstigend eerlijke documentaire over Eds zoon Daan.
Hee... Zie Je Dat?!
Naast de Stedelijk Museumpublicatie De Verliefde Camera, die focust op leven en werk van Van der Elsken, heeft Uitgeverij Rubinstein een fraaie box uitgegeven: Hee... Zie Je Dat?! De Films van Ed van der Elsken.
Die bevat acht essays van Joyce Roodnat en drie dvd's met ruim negen uur aan documentaire- en filmmateriaal - van het olijke introductiefilmpje dat Van der Elsken maakte bij de wereldreis met zijn vrouw Gerda (Zie De Wereld, 1959) tot zijn ontroerende zwanenzang Bye (1990).