PlusInterview
Drummer Joost Lijbaart: ‘In mijn eentje ben ik ook iemand’
Hij begon er schoorvoetend aan, maar drummer Joost Lijbaart heeft met Free een prachtige solo-cd gemaakt. ‘Ik kwam erachter dat ik in mijn eentje ook iemand ben’
Drummer Joost Lijbaart (52), lid van onder meer het Yuri Honing Acoustic Quartet en Under The Surface (met gitarist Bram Stadhouders en vocaliste Sanne Rambags), heeft de lockdown benut om een prachtige soloplaat te maken. Hij noemt Free zelf ‘een zoektocht’.
Lijbaart: “In je eentje iets maken is iets heel anders dan in een groep spelen. In een groep speel je altijd samen en ontwikkel je je in relatie tot een ander. Ik heb dertig jaar lang als drummer over de wereld gereisd en met anderen muziek gemaakt. In de coronatijd, waarin alles stilviel en ik acht internationale tours en tachtig gigs kwijtraakte, dacht ik opeens: wat ben ik nou eigenlijk nog als ik niet speel? Ik meet altijd alles af aan wat ik doe, niet aan wie ik ben. Free was daardoor ook een soort zelfonderzoek. Ik kwam erachter dat ik in mijn eentje ook iemand ben.”
Onzeker
Het was een project waar hij schoorvoetend aan begon. “Ik heb altijd wel gecomponeerd, maar nooit heel veel en ik was er altijd een beetje onzeker over, omdat mijn ideeën melodisch vaak heel simpel zijn. Gaandeweg merkte ik dat die ideeën gewoon goed waren en dat ik ten onrechte dacht dat het allemaal ingewikkelder moest zijn. Mijn inspiratiebronnen, etnische muziek vooral, zijn vaak ook simpele gegevens met een ritmische twist, waardoor ze toch interessant zijn. Een soloplaat boeiend houden was een zoektocht. Ik ben niet het soort drummer dat de nieuwe Mike Portnoy/Dream Theater-cd gaat maken. Ik wilde iets moois maken, met veel ruimte, stilte. Daarvoor moet je naar binnen durven kijken.”
Free is verder een indirect gevolg van de improconcerten die hij de laatste jaren heeft gegeven met Bram Stadhouders en Sanne Rambags, waarin hij zijn alsmaar uitbreidend instrumentarium kon beproeven, en van zijn liefde voor het klassieke slagwerk. “Ik heb op Free ook vibrafoon en glockenspiel gebruikt en dat heb ik echt even moeten studeren totdat ik ermee kon doen wat ik wilde. Ik ben uit mijn comfortzone gegaan, maar dat heeft wel iets opgeleverd.”
Het oeridee voor een soloplaat ontstond in 2014 al, toen Lijbaart ‘een soort crisis’ doormaakte. “Ik wist niet zo goed meer hoe het allemaal verder moest en heb zelfs overwogen helemaal iets anders te gaan doen. Ik was zo moe van al het gezeik en geregel en de geldperikelen. Ik was opgebrand. Er ontstonden toen desondanks een paar nieuwe stukken, die ik niet verder heb uitgewerkt, omdat Sanne (Rambags) belde met de vraag of ik met haar wilde samenspelen. Dat was zo inspirerend dat we, voor ik het wist, alweer vijf jaar verder waren.”
De titel Free suggereert wellicht lange vrije, vormloze improvisaties, maar niets is minder waar. Op de cd staan dertien korte, compacte stukken, elk met een specifieke sfeer, met als centrale punten drie ballads, waarin Lijbaart ook harmonium speelt. “Er staan ook een paar klankimprovisaties op en stukken die vanuit een ritmisch idee zijn ontstaan. Soms werkte ik met een clicktrack, omdat ik anders de verschillende lagen niet mooi op elkaar kon leggen. Ook op het eerste stuk van de plaat, Strangers from the sky heb ik met een click gewerkt, omdat het zo
langzaam is. Ik ben met de drumpartij begonnen en heb vervolgens de harmoniumpartij geïmproviseerd en daarna de aangestreken crotales opgenomen. De titel Free slaat vooral op de bevrijdende ervaring die dit project voor me was; het besef dat ik in mijn eentje ook iemand ben, muzikaal en psychologisch. Dit is hoe ik muziek hoor, hoe ik klanken voel.”
Free is een bijzonder mooie cd geworden. Vol stukken die bovenal een uniek talent verraden voor ‘precies genoeg doen’, voor ruimtelijkheid en voor sfeer, en met een voortdurende melancholieke ondertoon – dat is ook waar de ontroering zit.
Muziek die ‘niet af’ is
Free ontstond bijna terloops. Lijbaart ging naar de studio om soundscapes voor een film op te nemen en besloot zijn instrumentarium te laten staan om de volgende dag wat van de ideeën uit te proberen die hij tijdens de lockdown had bedacht. “Dat ging boven verwachting goed. En toen ben ik verder gegaan. Ik heb alles in vier dagen opgenomen.”
Om voor zichzelf te analyseren wat er mogelijk was, luisterde hij naar soloplaten van beroemde drummers als Tony Oxley, Max Roach (M’Boom), Jack DeJohnette (Pictures), Drum Suite van Art Blakey, Singing Drums van Pierre Favre. “Het brede scala aan mogelijkheden dat toen opdoemde, sterkte me in de gedachte dat ik gewoon mijn eigen weg moest gaan.”
Hij houdt van muziek die ‘niet af’ is. “Muziek moet voor mij een soort oneindigheid hebben. Ze moet een reis zijn die nooit af is. Vorig jaar gaf ik 97 concerten in 17 landen – permanent uit mijn comfortzone zijn, daar vaar ik wel bij. Het zoeken vind ik het interessantst. Ik hou van kunst die vragen stelt.”