PlusInterview
Diederik van Vleuten: ‘Mijn moeder was het meisje dat alles goed moest maken’
Diederik van Vleuten kon enorm met zijn moeder lachen, maar haar stemming sloeg soms razendsnel om. Toen ze begin dit jaar overleed, moést er een voorstelling komen over hun relatie.
Diederik van Vleuten (60) maakte eerder drie gelauwerde voorstellingen waarin hij grote gebeurtenissen op het wereldtoneel koppelde aan zijn rijke familiegeschiedenis. De laatste, Mijn nachten met Churchill, stamt alweer uit 2017.
Waarom heeft het vier jaar geduurd voor u met een nieuwe voorstelling kwam?
“Ik heb documentaires gemaakt over Leonardo da Vinci en de Tweede Wereldoorlog. En een boek geschreven over onze Indische familiegeschiedenis. Voor een vierde solo diende zich gewoon geen geschikte invalshoek aan. Joop van den Ende zei ooit tegen me: ‘Jij zit ook wel op een gouden berg hè? Je haalt een geschiedenisboek uit de kast en je hebt een nieuw programma.’ Maar dat is nou net wat ik níet doe. Ik loop niet zomaar met een boek over Napoleon het podium op. Ik moet een emotionele band voelen met het onderwerp.”
U werkte vorig jaar aan een theaterprogramma over Da Vinci.
“Daar heb ik precies twee try-outs van gespeeld voor de theaters dicht moesten. Dat beschouwde ik zelf overigens als een tussendoorprogramma voor in de coronatijd. Het was een theatercollege, al zocht ik daarbinnen wel naar wat Leonardo ten diepste bewoog. Hij wilde alles onderzoeken en beschrijven. Dat is onmogelijk. Hij moet als onwettig kind ergens een grote leegte hebben gevoeld. Die fascineert me.”
Toen overleed uw moeder.
“En kon alles de prullenbak in. Het was voor mij ondenkbaar dat ik Leonardo weer op zou pakken. Er kwam iets tussen van groter gewicht. Ik had op momenten een moeizame verhouding met mijn moeder. Het kon vriezen en dooien. Het ene ogenblik dronken we een borrel en was er plezier, maar niet zelden ontstond er plotseling kortsluiting in haar hoofd. Dan sloeg ze dicht en was er een donkere wolk. Een muur waar je niet doorheen kwam. Uitleg kreeg ik nooit. Dat moet te maken hebben met een emotioneel tekort en een verdrietig onvermogen.”
Wanneer besefte u dat haar oorlogsverleden daar een rol in speelde?
“Dat weet ik niet zeker, dat is mijn visie. Daar heb ik flink voor moeten graven, ook bij mezelf. Haar vormende jaren vielen samen met de Tweede Wereldoorlog. Ze heeft haar oorlogsherinneringen opgeschreven en ik doe daar op het toneel verslag van. Haar vader zat in het verzet, waardoor ze veel te snel volwassen moest worden en als als kind een grote verantwoordelijkheid droeg. De vraag is of ze daar voldoende erkenning voor heeft gekregen. Ik denk het niet. Het was het grote thema van haar leven. Ze zocht voortdurend erkenning, vooral bij haar kinderen. Ik beweer overigens niet dat mijn moeder een oorlogstrauma had. Ze heette geen Cohen, het had ook heel anders kunnen lopen. Maar ze was wél een oorlogskind. Ze heeft veel te verstouwen gehad en was het meisje dat alles goed moest maken. Moedig Voorwaarts gaat over het doorgeven van trauma’s, maar ook, vooral, over de heling ervan.”
Heeft u hier met een psychiater over gepraat?
“Zeker. Ik ben zeer geïnteresseerd in familiesystemen en ieders plek daarbinnen. Wat neem je over, wat geef je door? Je verwijt je ouders van alles om er later achter te komen dat je onbewust dezelfde patronen hanteert. Liep een gesprek met mijn moeder verkeerd, dan dacht ik altijd dat ik iets fout had gedaan. Dat ik mijn excuses moest aanbieden voor iets wat geheel buiten mij lag. Ik moest óók iets goedmaken, maar wat? Je ziet de herhaling van patronen. Onze aanvaringen stapelden zich emotioneel bij mij op. Daar heb ik hulp voor gezocht, want ik wilde voorkomen dat ik die bagage ook weer door zou geven. Het begint bij inzicht en vervolgens moet je zoiets verwerken. Dat is pijnlijk, confronterend en louterend.”
Is het gelukt?
“Dat moet je aan mijn kinderen vragen. Ik hoop het wel. Dit is in ieder geval mijn meest persoonlijke solo. Met Moedig Voorwaarts heb ik een klein monument willen oprichten voor mijn moeder en voor de tijden waarin zij moest opgroeien, de tijden die haar vormden.”
Moedig Voorwaarts van Diederik van Vleuten: 23 t/m 27/11 in De Kleine Komedie.