PlusAchtergrond
Debuutroman van Julian Barnes opnieuw uitgegeven: ‘Iedere keer ontdek je een nieuwe laag’
Veertig jaar na verschijnen wordt Metroland, het debuut van Julian Barnes, opnieuw uitgegeven. Een roman over jeugdige idealen en hoe die vaak in schoonheid sterven.
Toen Metroland uitkwam was Julian Barnes 34 jaar. Hij had meer dan acht jaar aan het manuscript gewerkt, vaak getwijfeld of hij het wel moest afmaken, en het toen toch maar de wereld in gestuurd. Het kon op weinig enthousiasme rekenen van proeflezers en een aantal vrienden, maar één redacteur zag er wat in en besloot het uit te geven.
‘De meeste literaire carrières moeten het hebben van drie dingen: talent, hard werken – en geluk. Dat laatste lachte mij precies op het juiste moment toe (al is dat waarschijnlijk nu juist de definitie van geluk: iets wat precies op het juiste moment plaatsvindt),’ zo blikt Barnes terug op zijn entree in de literaire wereld. Inmiddels is hij een van Engelands meest gevierde hedendaagse auteurs, wiens werk bekroond werd met vele prijzen, waaronder de prestigieuze Man Booker Prize voor zijn roman Alsof het voorbij is.
Barnes’ debuut speelt zich grotendeels af in Metroland, een slaperige buitenwijk in het Londen van de jaren zestig. In het eerste deel van de roman volgen we scholier Chris en zijn vriend Toni. Ze hangen wat rond en worstelen met de gebruikelijke puberongemakken, maar zijn ook een tikje pedant: ze filosoferen gewichtig over kunst en cultuur en over hun toekomst, waarvan ze buitengewoon veel verwachten.
Hun grootste angst is om later te zwichten voor de verlokkingen van geld, veiligheid en comfort, zoals hun klasgenootjes ongetwijfeld zullen doen: ‘‘Stel dat de héle school, behalve wij, bankdirecteur wordt. Lijkt dat je niet fantastisch?’ Grandioos zou het zijn. Perfect zou het zijn. ‘En hoe zie je ons dan?’ ‘Ik zie ons,’ antwoordde Toni, ‘als docent kunstschilderen in een nudistenkolonie.’ Dat zou ook grandioos zijn; perfect.’’
Gevreesde zekerheid
Een paar jaar later, in het revolutiejaar 1968, vinden we een inmiddels jongvolwassen Chris terug in Parijs. Dankzij een studiebeurs heeft hij volop tijd om in de Franse hoofdstad te lanterfanten. Zijn leven draait uitsluitend om hemzelf – hij heeft voor het eerst seks, geniet van het alleen in het buitenland zijn en krijgt een relatie met de Franse Annick. Chris krijgt niks mee van alle opstanden en rellen in de stad, hij richt zich slechts op zijn eigen gevoelens en zijn vriendin: ‘Op de dag dat de Bastille viel, ging Lodewijk xvi (neem me de vergelijking niet kwalijk) uit jagen, kwam thuis en schreef die avond in zijn dagboek: ‘Rien.’ Ik schreef weken achter elkaar ‘Annick’ wanneer ik thuiskwam.’
Toch zwicht Chris uiteindelijk voor de door hem zo gevreesde zekerheid, zo blijkt uit het laatste deel van de roman waarin hij weer in Metroland woont. Hij is een getrouwde dertiger met een hypotheek, een baby en een vaste baan. Tot zover zijn jongensdromen over een onburgerlijk leven.
De wijk Metroland werd ooit gebouwd met hooggestemde verwachtingen: door het uitgebreide metronetwerk zouden haar inwoners in verbinding staan met de wijde wereld. Maar zo ging het niet: Metroland ontwikkelde zich tot een doodgewone buitenwijk. De loze belofte en lichte teleurstelling die de wijk in zich draagt vormen het ironische decor voor het verhaal van Chris, die met het opgroeien zijn jeugdige dromen laat varen.
Niet zozeer het plot, maar vooral de overpeinzingen van Chris en de gesprekken met zijn vrouw Marion en schoolvriend Toni beklijven. Toni, die een gefrustreerde schrijver is geworden wiens werk door bijna niemand wordt gelezen, verwijt Chris zijn principes te hebben verloochend. Als Toni hem aanvalt op zijn ‘verraad’ – ‘Vrouw, baby, vaste baan, hypotheek, blóémentuin, mij kun je niets wijsmaken’ – neemt Barnes je mee in Chris’ twijfels. Is het erg dat hij de grote verwachtingen uit zijn jeugd niet waar heeft gemaakt? Maar waarom bevalt zijn leven hem nu dan zo goed?
Volwassen worden
Natuurlijk fantaseert hij soms over de andere levens die hij had kunnen leiden, of vraagt zich af of hij voor zijn dood het bed nog met een andere vrouw zal delen, maar dat betekent toch niet meteen dat hij niet gelukkig is?
Metroland gaat over de ambivalentie van volwassen worden, over de nederlaag die vrijwel ieder opgroeiend mens op enig moment lijdt tegenover zijn of haar oorspronkelijke idealen – en over de vraag of dat eigenlijk wel zo erg is. Tegelijkertijd is deze roman een zoektocht naar de betekenis van liefde en geluk.
Deze thematiek ziet Ronald Vlek, die het recente werk van Barnes in het Nederlands vertaalde, terug in zijn latere oeuvre: ‘Barnes onderzoekt het ogenschijnlijk alledaagse. Opgroeien, volwassen worden en de herinnering aan wat hierbij verloren ging speelt in zijn werk altijd een grote rol. Zijn personages zijn vaak mensen die terugblikken op gebeurtenissen uit hun verleden.’
‘Hij zoekt naar wat zijn personages voelen, wat ze zich herinneren en hoe hun eigen leefwereld die zaken kleurt.’ Barnes laat zien hoe het schijnbaar gladde oppervlak van vrijwel ieder volwassen leven door zaken als twijfel, (on)trouw en jaloezie wordt verstoord, en onderzoekt dit alles met merkbaar plezier.
Hoewel Barnes in zijn veertigjarig schrijverschap de grote thema’s niet schuwt, zijn zijn verhalen doorgaans opmerkelijk luchtig en grappig. Altijd is daar zijn Britse ironie en humor, waarmee hij de lezer scherp houdt en bij het verhaal betrekt. ‘Barnes is een kunstenaar op de vierkante centimeter. Hij heeft een stijl van schrijven, vol ironie, die bedrieglijk nonchalant overkomt maar dat lang niet altijd is. Het lijkt bij Barnes eenvoudig, maar niks is minder waar. Als lezer moet je blijven opletten dat je niet in de valkuilen van Barnes trapt.’
Vlek besluit: ‘Elk boek van Barnes verdient het om minstens twee keer gelezen te worden. Net als bij echt goede films en schilderijen geldt dat voor zijn boeken ook; iedere keer weer ontdek je een nieuwe laag.’
Fictie
Julian Barnes
Metroland
Vertaling Else Hoog
Atlas Contact, €15,-, 200 blz.