Plus
De Trojaanse geschiedenis vanuit vrouwelijk perspectief: ‘Een verhaal over oorlog, maar dan zonder veldslagen’
Theatercollectief Dood Paard maakt een bewerking van de Ilias waarin het niet draait om de bekende helden uit de Griekse oudheid, maar om de vrouwen die bij de strijd betrokken raken. Makers Manja Topper en Kuno Bakker: ‘We laten onze moeders de verhalen van de vrouwen van Troje vertellen.’
Wat voor stuk is Women in Troy, as told by our mothers?
Manja Topper (MT): “Een van de oerverhalen over de mens in oorlog in de Westerse literatuur is dat van de Trojaanse oorlog. De bloedmooie Helena, vrouw van de koning van het ene land, wordt ontvoerd door een prins van het andere land en daarmee begint een jarenlange strijd. Wij vertellen het verhaal over die oorlog, maar dan zonder de veldslagen. Het verhaal van de achterkant, van wat een oorlog doet met degenen die niet vechten, maar die wel te dealen hebben met alle verschrikkelijke narigheid ervan. Dus de vrouwen.”
“De geschiedenis is vaak verteld door mannen, ook die van de Trojaanse oorlog: Homerus, Euripides – dat zijn de schrijvers. De verhalen van vrouwen verdwijnen vaak, of hun stemmen worden geannexeerd door de mannelijke schrijver. Over die scheve toestand wilden we het eens goed hebben met ons publiek.”
Kuno Bakker (KB): “Het historisch perspectief is steevast dat van de helden, dat zijn geweldige mensen die geweldige dingen doen, en de vrouwen krijgen bijrollen: een slavin, iemands moeder of een bloedmooie buit. Dat zijn de verhalen die telkens worden doorverteld, met vrouwen in een slachtofferrol.”
“Verhalen zijn heel belangrijk, bijvoorbeeld in het denken over onze identiteit en wat we verwachten van een maatschappij. Dus die focus op conflicten en heldendaden heeft iets gedaan met het denken over onszelf. Over de waarden waar we aan hechten, de rol die we voor onszelf zien. Als je kijkt naar die overlevering is de conclusie: vechten, dat vinden we belangrijk. Als je doodgaat is dat tragisch, maar als je maar hebt gevochten heeft het zin gehad, want je sterft als een held.”
Zou dat anders zijn als de Trojaanse gebeurtenissen waren doorverteld door vrouwen?
MT: “Dat is precies de vraag die we stellen.”
KB: “En welke wereld zouden we dan nu hebben?”
MT: “Dat maken we letterlijk tot onderwerp: we laten onze moeders de verhalen vertellen van de vrouwen in Troje.”
En toch hebben jullie voor dit stuk een man gevraagd om met jullie te schrijven, Tiago Rodrigues.
MT: “Je kunt wel met alleen vrouwen aan het werk gaan, maar dan ben je nog steeds maar met ongeveer de helft van de mensen. De problemen die dat dominante mannelijke perspectief opleveren, bijvoorbeeld dat we bang zijn om onze dochters alleen in het donker over straat te laten gaan, kunnen we pas aanpakken als iedereen een denkomslag kan maken. Je kunt je dochters wel beschermen, maar je moet je zoons ook opvoeden.”
“De wereld zoals die nu is, is echt een heel ander verhaal als je een vrouw bent. En die oorlog is een soort snelkookpan waarin we dat razendsnel zichtbaar kunnen maken. Wij vinden dat we naar een verhaal toe moeten dat door mannen én vrouwen wordt gedragen. En daarom hebben we dit stuk als groep gemaakt en staan we met ons vieren op het toneel, twee mannen, twee vrouwen – wijzelf, Tomer Pawlicki en Alesya Andrushevska.”
“We hebben al eerder met Tiago gewerkt – in 2011 maakten we de voorstelling The Jew met hem – dus we wisten: hij kan goed op dit soort kwesties reflecteren. Hij weet de nuance te vinden en schrijft heel persoonlijk. Dat maakt wat hij doet ontroerend.”
KB: “Hij was degene die met het idee kwam om zijn moeder te vragen hoe zij zich het verhaal van Troje herinnert. En vervolgens hebben we hem alle vier brieven geschreven over onze moeders. De moeders van drie van ons hebben ervaring met oorlog. Zo heeft mijn moeder in het Jappenkamp gezeten, iets wat het hele verdere verloop van haar leven heeft beïnvloed. De moeder van Alesya en zijzelf zijn de oorlog in Oekraïne ontvlucht. Tiago heeft die brieven en de kern van onze moeders die daaruit oprijst op een prachtige manier verbonden aan de karakters van Hecuba, Cassandra, Andromache en Helena. Het is een soort koorzang geworden waarin al die vrouwelijke perspectieven doorklinken. Inclusief de vraag waarom een man ze opschrijft.”
En dat klinkt in het Engels. Waarom is dat?
MT: “Dat is de taal waarin het stuk is geschreven, en waarin we met elkaar over de onderwerpen hebben gesproken, want Alesya spreekt nog geen Nederlands. We wilden heel graag met haar werken, ze is een hele mooie actrice en ze komt vanuit een actuele oorlogssituatie, dus ze heeft ons veel te vertellen. Het Engels maakt dat niemand van ons op achterstand staat, want dat is voor ons allemaal een tweede taal.”
Theater
Dood Paard – Women in Troy, as told by our mothers. Te zien in Frascati 18 t/m 22 oktober, première 20 oktober. Engelstalige voorstelling met boventiteling