PlusRecensie

De drie biggetjes en het wolfspak is een feestelijk metasprookje

Jessica Kuitenbrouwer
Wart Kamps als Knor (links) en Yamill Jones als Krul. Beeld Sanne Peper
Wart Kamps als Knor (links) en Yamill Jones als Krul.Beeld Sanne Peper

In bos Zwijnewoude dwalen drie biggetjes rond. Ze zijn niet díé biggetjes, al zijn ze wel bekend met hun historie, leggen broertjes Knor (Wart Kamps) en Krul (Yamill Jones) en zusje Knar (Jip Smit) uit. Op verzoek van hun moeder zijn ze onlangs van huis vertrokken. Voor het eerst aangewezen op zichzelf leidt het eigentijdse drietal de toeschouwer in De drie biggetjes en het wolfspak door een komisch coming-of-ageverhaal over zelfstandigheid, verantwoordelijkheid maar vooral ook loyaliteit.

Het klassieke sprookje is door Timothy de Gilde op vrolijke wijze met liedjes en veel popcultuurreferenties hertaald naar een metaspektakel over biggen in de moderne wereld, die zich bedienen van elektrische stepjes, iPads en hun zelfbedachte straattaal. Het concept staat bijzonder knap in het Amsterdamse Bos waar natuur en het moderne stadsleven elkaar dagelijks ontmoeten. Tussen het groen en de onregelmatige vormen van het bos prijkt een geometrisch toneelbeeld van Julian Maiwald en Janne Sterke en dansen de biggen in flitsende kostuums van Sabine Staartjes op elektronische, opzwepende muziek.

Wolventraining

Om hun grootste angst, een bezoekje van de Wolf, in goede banen te leiden houden de biggetjes er een streng regime van ‘wolventraining’ op na. In zoete saamhorigheid bereiden ze zich voor op mogelijke rampscenario’s, totdat broederlijke rivaliteit hen parten speelt – een interessante twist van schrijvers Joachim Robbrecht en Artun Alaska Arasli op het oorspronkelijke sprookje waar ‘survival of the fittest’ het hoofdthema is.

De schrijvers hebben de dynamiek van een modern gezin weten te vangen in liedjes en dialogen over de positie in de kinderrij, leeftijdsverschillen, lievelingen en relaties met ouders. Op invoelbare wijze brengen Robbrecht en Alaska zo het spanningsveld tussen ‘jezelf zijn’ en ‘ergens deel van uitmaken’ fraai en bijzonder geestig in kaart.

Eureka-achtige kreten

Wel hebben zij zich hier en daar wellicht iets laten verleiden door onnodige lolligheid. Zo valt de uitdrukking ‘wat de Fifa?’ bij gebrek aan verdere referenties aan voetbal of gamen bij het jonge publiek dood. Ook bijvoorbeeld de vondst ‘op ai-pad gaan’ (en vertrekken met een iPad als kaart) voegt weinig toe aan de tocht van de biggetjes.

Die ai-pad is overigens wel een voorbeeld van de speelse dubbelzinnigheden die de schrijvers verder goed onder de knie hebben. Al in de eerste scènes van het stuk zetten ze daarmee de toon wanneer de biggenbroertjes een gesprekje voeren over de verschillen tussen beven van angst en beven van kou – een analyse die vanaf de tribune door het jonge publiek met een aantal eureka-achtige kreten wordt beantwoord.

Dergelijke interactie met de zaal maakt De drie biggetjes en het wolfspak een bijzonder feestelijk metasprookje, dat niet alleen kind, maar ook begeleider uitnodigt tot reflectie op begrippen als angst, ego en loyaliteit.

De drie biggetjes en het wolfspak

Door Toneelmakerij
Gezien 21/7, Amsterdamse Bostheater
Te zien aldaar t/m 24/7 en 10-21/8

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden