PlusMuziekrecensie
De bonkig rampestampende cowpunk van Steve Earle is een hoogtepunt
In 2010 kwamen bij een ongeluk in een mijn in West Virginia 29 mijnwerkers om het leven. In het nummer It’s about Blood noemt singer-songwriter Steve Earle de namen van alle 29 ongelukkigen. Verwacht daarbij geen stemmige treurmuziek. Earle is razend om wat er tien jaar geleden gebeurde in de mijn en uit zijn woede op bonkig rampestampende cowpunk.
Op de rest van het album Ghosts of West Virginia horen we vooral americana: country natuurlijk, het genre dat het meest bij Steve Earle hoort, maar ook folk, blues en – helemaal aan het begin van de plaat in het nummer Heaven ain’t going nowhere – zelfs gospel. Zeven van de tien songs schreef Earle voor de aan de mijnramp gewijde theatervoorstelling Coal Country; zoals Grieks drama een koor heeft, heeft dit stuk een ‘man met gitaar’.
Ghosts of West Virginia laat zich goed beluisteren als een op zichzelf staand werkstuk. In de niet aflatende stroom albums die Steve Earle sinds de jaren negentig op zijn fans losliet, is het zelfs een hoogtepunt. Heel sterk is Earles zang: dat zijn stem nog rauwer dan voorheen klinkt, lijkt zijn voordracht alleen maar overtuigender te maken. Dat het album in mono is, komt doordat de zanger zelf aan één oor doof is. Fijne grap van Earle in het persbericht bij het album: ‘Als ik het niet in stereo kan horen, dan jullie ook niet.’