PlusInterview

Christiaan Bastiaans is de nieuwe, tiende stadstekenaar van Amsterdam: ‘Het was een verrassing dat ze me vroegen’

Christiaan Bastiaans is door het Stadsarchief benoemd tot de nieuwe stadstekenaar van Amsterdam. Een belangrijk thema in zijn werk is wat hij noemt ‘de onthechte mens’. Als stadstekenaar hoopt hij inspiratie te vinden in de dans- en theaterwereld.

Peter van Brummelen
Christiaan Bastiaans (71) is de tiende stadstekenaar van Amsterdam: ‘Uiteindelijk moet het leiden tot zes werken. Tekeningen, ja, maar ik sluit niet uit dat ik daar ook foto’s in verwerk.’ Beeld Charlott Markus
Christiaan Bastiaans (71) is de tiende stadstekenaar van Amsterdam: ‘Uiteindelijk moet het leiden tot zes werken. Tekeningen, ja, maar ik sluit niet uit dat ik daar ook foto’s in verwerk.’Beeld Charlott Markus

Hier woont een kunstenaar, dat is duidelijk. Op de etage van Christiaan Bastiaans (71) in Oud-West hangen de muren vol eigen werk, kunst in wording vooral. Tekeningen, foto’s, aquarellen, geprinte teksten, maar ook ideeën voor films en tentoonstellingen. Op tafel liggen op vele manieren uit te klappen notebooks, met nog veel meer van die ideeën. Op een buitenstaander mag het geheel chaotisch overkomen, Bastiaans zelf weet precies waar alles staat, ligt of hangt.

Er hangt ook een forse bokszak. Om de frustraties op af te reageren als het een keer niet wil lukken met de kunst? Hij lacht: “Nee, nee, ik bedrijf martial arts, al sinds ik op de Rietveld zat. Mijn kunst en de vechtsport zijn twee rivieren die samenkomen. Ik oefen hier thuis weleens op de bokszak, maar dat gaat heel beheerst, hoor. Ik sta nooit kwaad tegen dat ding te schoppen of te slaan.”

Wat voor kunstenaar is hij? “Ik heb aan de academie schilderkunst en vrije grafiek gedaan, maar ik werk nu multidisciplinair. Ik maak video’s, doe performances. In de Laurierstraat is mijn atelier waar ik met uiteenlopende materialen uitgebreide constructies maak voor sculpturen. En ik teken ook, ja. Veel van wat ik doe, doe ik met anderen. Maar tekenen doe ik alleen, het is een heel geconcentreerde vorm van mijn kunstenaarschap.”

Tekst gaat verder onder beeld

Studie voor ‘Year Zero’ (2004). Beeld Christiaan Bastiaans
Studie voor ‘Year Zero’ (2004).Beeld Christiaan Bastiaans

Aquarellen

Evengoed was hij verbaasd toen het Stadsarchief hem polste of hij geïnteresseerd was een jaar lang stadstekenaar te zijn. “Ik zal het maar eerlijk zeggen: ik had weleens gehoord dat die functie bestond, maar wist er verder niets van af. Het was een verrassing dat ze me vroegen, maar ik heb er zin in.”

Vorig jaar was er ook al zo’n verrassing toen hij de Jeanne Oosting Prijs won, een jaarlijkse prijs voor figuratieve schilderkunst. Bastiaans kreeg hem als aquarellist. “Ik ben tegenwoordig vooral bekend als videokunstenaar, in kleine kring dan, maar ik maak inderdaad ook aquarellen. Ik leg me als kunstenaar niet vast. Ik kies het medium dat het best past bij het verhaal dat ik wil vertellen.”

Als de Amsterdamse stadstekenaar van 2023 heeft hij zich vanzelfsprekend ook verdiept in de negen kunstenaars die hem voorgingen. Mooi werk maakten ze, vindt hij. Mooi ook om te zien hoe divers de keuze van het Stadsarchief was. “Ik heb begrepen dat de stadstekenaar niet noodzakelijk uit Amsterdam hoeft te komen, maar de gekozen kunstenaars doen wel recht aan het huidige Amsterdam, dat multicultureel en internationaal is.”

Gastarbeiders

Als kind van Indische ouders maakte hij in de jaren vijftig en zestig het allereerste begin van Amsterdam als diverse stad mee. “Ik ben geboren in de Van der Doesstraat. Wij waren in de buurt de enige getinte mensen. Wat je toen nog wel had: Italiaanse en Spaanse gastarbeiders.”

Racisme was in die tijd zowel heel open als meer verborgen. “Wij waren thuis niet heel erg katholiek, maar kwamen wel in de Chassékerk. De koster daar noemde mij gewoon aap. Op het werk van mijn vader ging het subtieler. Hij werkte bij de Marine Inlichtingendienst en was heel goed in decoderen, maar werd toch meerdere keren gepasseerd voor een hogere functie.”

Pa was gemengd Javaans, Frans en Nederlands. “En hij stamde af van de Dajaks uit de binnenlanden van Borneo. Headhunters!” Van zijn moeder weet Bastiaans ook zo precies haar afstamming: Sumatraans-Armeens. “In de jaren veertig kwamen ze naar hier. Ik ben opgevoed zoals dat ging bij Indische Nederlanders: hard werken, zo Nederlands mogelijk doen, liefst nog een schep erbovenop.”

Conflictgebieden

Een vast thema in het werk van Bastiaans is wat hij de onthechte mens noemt. “Ik heb veel gereisd, ook in Indonesië. Ik ging naar de plekken waar mijn ouders hebben gewoond. Een grote verbondenheid voelde ik niet. Ik herkende geuren, smaken, maar ik ben toch echt iemand die in Nederland is geboren en opgegroeid.”

Behalve over migratie gaat het in het werk van Bastiaans veel over oorlog. “Ik vond dat ik als kunstenaar ook naar conflictgebieden moest. Ik ben in Sierra Leone geweest, Zuid-Soedan, Tsjaad, Congo. Ik ging met milities mee en was in kampen, waar ik vluchtelingen en oorlogsslachtoffers portretteerde. Ik maakte foto’s van mijn tekeningen, de originelen waren voor hen.”

Wat heeft hij voor plannen als stadstekenaar? “Ik wil iets doen met mensen uit de theater- en danswereld, die altijd al mijn interesse hebben gehad. Ik ben me nu aan het oriënteren, bezoek voorstellingen en ontmoet mensen. Maar ik ga ook kijken in, zeg maar, de echte wereld. Ik wil die theatermensen op de een of andere manier verbinden met mensen daarbuiten. Dat gaat weer notebooks vol notities en tekeningen opleveren. Uiteindelijk moet het leiden tot zes werken. Tekeningen, ja, maar ik sluit niet uit dat ik daar ook foto’s in verwerk.”

‘Rebel Fighter at Border Crossing’. Beeld Collectie Teylers Museum
‘Rebel Fighter at Border Crossing’.Beeld Collectie Teylers Museum

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden