PlusInterview
Boekenweekauteurs Lize Spit en Raoul de Jong: ‘Jouw werk geeft me zin om te schrijven en om te bestaan’
Vandaag start de Boekenweek met Lize Spit (geschenk) en Raoul de Jong (essay) als auteurs. Een jong duo, kritisch op het heden. ‘Flippo’s, daarmee maakte je in de jaren negentig pas écht verbinding met elkaar.’
Nooit eerder werd zo’n jong boekenweekduo gekozen. Toch mijmert Lize Spit (35) in haar boekenweekgeschenk al over vroeger en kocht Raoul de Jong (38) pas een smartphone tijdens de reis die hij maakte voor het boekenweekessay – normaal heeft hij een klaptelefoontje bij zich. “We blijven schrijvers, hè!”
Vanaf de start van de Boekenweek op zaterdag zal het duo een week door Nederland touren, en Spit en De Jong zijn duidelijk blij met elkaar als compagnon. “Ik word zo blij van je werk,” zegt Spit in een café in Rotterdam. “Het geeft me zin om te schrijven en zin om te bestaan.”
De Vlaamse Spit debuteerde in 2016 met de bestseller Het smelt, gevolgd door een tweede roman in 2020, Ik ben er niet. De Jong schreef voor Vrij Nederland, NRC en Het Parool en publiceerde acht boeken. Net als in zijn zevende boek Jaguarman (2020) onderzoekt hij met het boekenweekessay wat men kan leren van schrijvers die de slavernij hebben overleefd.
U schrijft in het essay dat u moest huilen toen u werd gevraagd.
De Jong: “Tranen van geluk! Ik had het totaal niet zien aankomen, het leek onmogelijk voor mensen zoals ik. En het klopt: ik ben de eerste bruine man die hiervoor gevraagd is.”
Spit: “Ik was ook erg verrast door de vraag. Nou ja, eigenlijk is het geen vraag hè? Je wilt op dat moment vooral duidelijk maken hóé enthousiast je bent. Nog steeds voelt het een beetje onwerkelijk. Soms denk ik: heb ik me al genoeg bewezen om het geschenk te mogen schrijven?”
Zorgt die twijfel voor extra druk?
Spit: “Af en toe wel. Al probeer ik schrijvende zo min mogelijk van buitenaf naar mezelf te kijken, want dat zit het schrijven in de weg. Maar als boekenweekauteur ben je een ambassadeur van het lezen en de literaire wereld – een rol die soms groter voelt dan je eigen schrijverschap. Een beetje alsof de literatuur wordt gevierd en jij uit de taart mag springen.”
De Jong: “Ja, alsof je examen doet. Tijdens het schrijven van Jaguarman wist ik niet hoeveel mensen het zouden gaan lezen, en nu had ik een groot publiek voor ogen.”
Spit: “Ik liet me daar niet echt door beïnvloeden; ik schreef waar ik zin in had en dacht niet aan de hoeveelheid lezers.”
De Jong: “Ik juist wel. Ik zie het als een kans om een verhaal te vertellen aan een groot publiek dat het anders niet zou horen. Dit boek kan je niet wegleggen of verstoppen op plankjes als ‘Suriname’ of ‘Zuid-Amerika’ zoals bij Jaguarman is gedaan. Het krijgt hoe dan ook aandacht. Voor een ‘gewoon boek’ had ik een ander onderwerp gekozen.”
Heeft u tijdens het schrijven rekening gehouden met het boekenweekthema ‘Ik ben alles’?
Spit: “Eigenlijk past die thematiek bij alles wat ik tot nu toe heb gemaakt. Ook het geschenk – een kind dat bevriend raakt met een vluchteling in zijn dorp – gaat over identiteit, verbinding en alle verschillende personages die in je schuilen.”
De Jong: “En het verwijst naar hoe boeken toegang geven tot verschillende perspectieven; dat je met boeken ook je eigen grenzen kan overstijgen en anders naar de wereld gaat kijken.”
Spit: “Ik ben blij dat het niet alleen over ‘identiteit’ gaat. Identiteit heeft onnodig een hele negatieve lading gekregen. Tegenwoordig krijgt alles wat mensen uit elkaar drijft aandacht. Dat is waar mensen op klikken, in plaats van wat werkelijk de problemen zijn. We zijn te druk de ander als vijand te zien, terwijl die mensen juist kansen bieden om te leren.”
De Jong: “Wat dat betreft had het thema beter ‘We zijn alles’ kunnen zijn. ‘Ik’ is niet het antwoord. We moeten de deur uit en praten met elkaar. Je wordt ‘alles’ door juist niet te veel te focussen op jezelf.”
Spit: “Wat me ook opvalt: bij identiteit gaat het meestal over afkomst. Bij mij bepalen het feit dat ik diabetes heb en dat ik een jonge vrouw ben ook mijn identiteit. Het aspect ‘afkomst’ maakt deel uit van een heel spectrum waar mensen uit bestaan, maar is wel wat vaak het meest in het oog springt. Er zijn meer raakvlakken dan dat.”
Tegelijkertijd is het met de keuze voor u als boekenweekauteurs veel over uw afkomst en identiteit gegaan.
Spit: “Een gegeven paard moet je nooit in de bek kijken. We krijgen deze geweldige kans juist omdat dit het thema is, dus het is logisch dat daar de nadruk op ligt. Soms vind ik dat wel jammer; waarom mag onze aanwezigheid niet vanzelfsprekend zijn? Toen Arnon Grunberg op jonge leeftijd werd gevraagd, zei dat vooral iets over Grunberg, maar wanneer ik als jonge Belgische vrouw wordt gevraagd, zegt dat vooral iets over de tijdgeest.”
De Jong: “Ik snap ook waarom ik ben gevraagd bij dit thema. Mijn moeder is wit en mijn vader Surinaams. Ik heb blauwe ogen, een bruine huid en ik val op mannen. Mijn voorouders zijn Chinees en Frans. Er werd denk ik van mij verwacht dat ik zou schrijven hoe al die dingen zich in mij verenigen. Maar ik wilde juist de kans grijpen om lezers een ‘ander’ te geven die ze nog niet kennen.”
Met dit thema wil het CPNB laten zien dat boeken voor verbinding kunnen zorgen. Toch werd Pim Lammers als kinderboekenweekdichter met de dood bedreigd. Hoe kijken jullie hiernaar?
Spit: “Boeken hoeven niet tot polarisatie te leiden. Als mensen ze grondig lezen heb je altijd genoeg inhoud om over te praten, ook als je het er niet mee eens bent. Het gros van de mensen dat zich uitlaat over Pim Lammers heeft het verhaal niet eens gelezen. Het is naar om de hele dynamiek eromheen te zien, hoe mensen uit twee kampen steeds verder uit elkaar drijven. Waar treffen we elkaar weer? Fictie is nu alomtegenwoordig en wordt op den duur ongrijpbaar.”
De Jong: “Vaak worden uitspraken ook totaal uit z’n verband getrokken. Rondom de excuses van het Nederlandse slavernijverleden werd mij regelmatig om reactie gevraagd. Ik heb een heel boek nodig om er echt wat over te vertellen: 250 bladzijden en ik heb er zeven jaar over gedaan. Alles wat ik binnen 30 seconden zendtijd kan zeggen maakt mensen boos, dan is er geen ruimte voor nuance.”
Heeft u het idee dat u in het boekenweekessay wel deze nuance kwijt kan?
De Jong: “Met dit essay wil ik mensen een cadeau bieden. Het is een verdrietig verhaal en een echt verhaal, maar ik heb het verwerkt op zo’n manier dat je er niet depressief van wordt. Voor een compleet beeld moeten mensen toch Jaguarman lezen. In die zin vormt het essay een uitnodiging voor mensen om zich verder te verdiepen in een groots, leuk, onbekend universum waar iedereen veel van kan leren.”
Het boekenweekgeschenk gaat terug naar de wereld van Het smelt.
Spit: “Ik wilde graag terug naar die schuur in het dorp waar ik vandaan kom. En naar de jaren negentig, vlak voor de opkomst van het internet. Ik ben heel dankbaar dat er nog geen telefoons waren in mijn jeugd: de tijd die ik achter mijn scherm doorbreng sla ik niet op als zintuiglijke herinnering. Toen vormden de hype van het verzamelen van flippo’s en bikkels een manier van écht verbinding maken met elkaar.”
Is dat ook de reden om voor een oude Nokia te kiezen?
Raoul de Jong: “Haha, ja, om nog in contact te staan met de werkelijkheid. Sinds ik ook een smartphone heb vind ik het moeilijker om een boek te lezen, terwijl je met boeken hele andere verhalen meekrijgt. Bij boeken is het minder duidelijk wat het doel is, je kan zelf kiezen wat je eruit wil halen.”
Spit: “Precies! Bij boeken voel ik: niemand heeft mij in de gaten. Dit boek gaat mij vormen en daarna kies ik een nieuw boek. Ik vind dat prettiger dan zo’n algoritme; je hebt meer controle over hoe je je laat beïnvloeden. Bij boeken heb ik ook nooit het idee dat het een mening over me heeft, terwijl ik van sociale media zo streng word voor mezelf. Een boek vormt een klein wereldje tussen de schrijver en de lezer: een ongelofelijke vrijheid.”
Bij besteding van minimaal 15 euro aan Nederlandstalige boeken krijgen lezers tijdens de Boekenweek (11 t/m 19 maart) De eerlijke vinder cadeau. Het boekenweekessay Boto Banja kost 5 euro. Er zal ook een Friese en Vlaamse editie van het boekenweekgeschenk verschijnen.