Zorgvuldige choreografie op 1,5 meter afstand
PlusJessica Kuitenbrouwer
Voor de deur van de kleine boetiek staat een statement-kruk van steigerhout en gietijzer, met daarop een pomp handgel. De uitverkoopcollectie staat op straat uitgestald. Rieten strandtassen, kleurrijke sandalen en wikkeljurken in alle patronen en maten pronken aan rekken van hetzelfde gietijzer als de kruk. Vanachter het sjaaltjesdisplay zie ik hoe de vrolijke printjes en aantrekkelijke kortingen de aandacht van twee dagjesvrouwen vangen.
Systematisch werken ze de rekken door, keurig op 1,5 meter afstand van elkaar. De een ritst haar taupeleren jasje open en staat op het punt haar haar uit haar ogen te vegen, maar de ander houdt haar tegen.
“Niet met je handen in je gezicht!” roept ze met grote ogen.
Haar vriendin trekt geschrokken haar handen terug naar haar lichaam.
“Je hebt gelijk,” zegt ze zachtjes. “Ik heb in de trein van alles aangeraakt.”
Ze stapt met een grote boog om haar vriendin heen om bij de statementkruk een klodder gel te halen, maar haar vriendin houdt haar opnieuw tegen.
“Gebruik dit maar,” zegt ze met haar blik in haar gigantische handtas, waarin van alles zit, van nagelknippers tot mueslirepen en toetendoekjes, hoewel de kinderen van de vrouw waarschijnlijk al lang en breed de middelbareschoolleeftijd hebben bereikt.
Ze hangt tot haar elleboog in haar bagage en trekt dan triomfantelijk een spuitbusje uit de tas.
“Veel beter dan die plakgels,” stelt ze, terwijl ze de handen van haar vriendin inspuit.
Na wat browsen trekken de dagjesvrouwen vrijwel tegelijkertijd een tuniek en een overgooier tussen de andere kleding vandaan. “Kijk nou! Helemaal leuk voor jou toch?” zegt die met het taupeleren jasje.
“Nou! Ik heb nou juist iets voor jou te pakken!” roept die met de megatas.
Alsof ze hun 1,5 metershopprotocol in de trein hebben ingestudeerd, hangen beide vrouwen de kledingstukken even terug, stapt de een naar achter en beweegt de ander zijdelings naar waar de een net stond.
“Ja, enig! Ik weet alleen niet zeker of hij niet wat te klein is,” zegt die met de megatas, met de hanger van het tuniek tussen haar kin en haar borstbeen geklemd – de stof gespannen om haar middel.
“Zouden ze nog een maat groter hebben?”
“Ja kijk – aan deze kant,” zegt die met het taupeleren jasje.
Zorgvuldig herhalen ze de choreografie, maar in tegenovergestelde richting.
Over de smalle stoep komt een wat groezelige zwerver aangelopen. Hij loopt rakelings langs het taupeleren jasje en schampt de megatas. De uitdrukking op de gezichten van de dagjesvrouwen is een wonderschone mix van verontwaardiging en allesomvattend gruwelen.
Jessica Kuitenbrouwer (1993) is schrijver, columnist en audioproducer. Ze schrijft deze zomer over haar leven in de binnenstad.