Theodor Holman. Beeld Artur Krynicki
Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

Wij mensen zijn in feite ook beesten

PlusTheodor Holman

Theodor Holman

De spullen van de dode soldaten werden verzameld.

Veel mobiele telefoons en huissleutels, trouwringen uiteraard, identiteitsplaatjes. Het zou allemaal teruggestuurd worden.

Hij zag een bebloed stuk papier dat in een borstzak had gezeten.

Een kindertekening. Hij liet hem uit zijn handen vallen alsof hij was geschrokken.

Misschien was hij ook wel geschrokken.

Hij pakte de tekening van de grond en vouwde hem weer op.

Moest hij hem weggooien of niet?

De tekening bleef voor zijn geestesoog zweven en etste een beeld dat voor altijd in zijn hersens zou branden.

Een volwassene had ‘voor papa,’ geschreven en de tekening zelf bestond uit twee dieren: een klein en een groot. Dat het dieren waren, kon je aan de vier poten zien, die bestonden uit dunne rechte strepen die uit de vermoedelijke lichamen staken. Op de ruggen werd met kleine streepjes haar gesuggereerd. Beide beesten hadden twee ogen die uit stippen bestonden. Het was met een dunne viltstift getekend.

Toen hij een collega zag, stopte hij de tekening weer bij de persoonlijke bezittingen.

“Ik vind dat de horloges en de ringen gewoon voor ons zijn,” zei de luitenant die tussen de spullen aan het neuzen was. “Zij pikken die ook van onze jongens.”

“Je doet maar,” zei hij.

Hij liep naar buiten om in de openlucht een sigaret te roken.

“Waarom houden kinderen van beesten? Omdat ze weten dat wij mensen in feite ook beesten zijn. Ze zien ons als beesten en zichzelf ook. Ze willen beestjes zijn. Het zijn de enige wezens die ze echt begrijpen. Als kind dacht ik dat ik met de koeien, de paarden, de honden en de katten kon praten. Mijn moeder sprak met de vogels.”

Terwijl hij dat dacht, keek hij omhoog, maar zag niets dat duidde op leven. In de verte zwarte wolken waarachter zich de dood verborg.

De luitenant kwam naar buiten met wat gouden ringen en kettinkjes en vroeg: “Welke wil jij?”

“Ik wil niks.”

“Waarom niet?”

“Ik vind ze niet mooi.”

De luitenant haalde zijn schouders op en propte zijn buit in zijn zak.

De kindertekening met bloedvlekken verscheen weer voor zijn geestesoog. Wat zou het kind hebben bedoeld? Een draak en een muis? Een paard en een hond? Een koe en een geit?

Hoe oud zou het handje zijn geweest dat dit had getekend?

Hij liep naar binnen en haalde de tekening uit de zak.

Maar weggooien kon hij niet.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden