Wat heb je aan overlevingsdrift als toch de sterkste wint?
PlusTheodor Holman
“Gek is dat,” zei sergeant Dmitri en haalde diep adem door zijn neus alsof hij op het strand stond en de zee rook.
“Wat is gek?” vroeg sergeant Yaroslav.
“Dat je went aan de geur van kruit. Ik vond het vroeger stinken, maar die lucht van kruit, vuur en ijzer is lekker geworden.”
“Dat heb ik met de dood,” zei sergeant Yaroslav.
“Eerst dacht ik dat ik nooit zou wennen aan de geur van de dood, maar toch ben ik eraan gewend.”
“Het is allemaal psychologie.”
“Hoe bedoel je?”
“Ruik je kruit, vuur en ijzer en doe je daar de geur van dood bij, dan weet je dat je moet haten. Dat is psychologie. En ook wel overlevingsdrift.”
“Parfum de guerre.”
De soldaten lachten. Was het goed Frans of niet? Volgens Dmitri wel. Die had wat Frans geleerd.
“Straks gaan we onze vrouwen gelukkig maken… Hier schat, hier heb je een parfum de guerre.”
“Dank je wel, lieverd. Opwindend. Ik zal wat opdoen voordat we naar bed gaan.”
“En dat je haar dan haat!”
“En neerschiet.”
Weer lachten de jongens. Ze werden stil. Dat gebeurde vaak als ze even aan hun vrouw of vriendin dachten.
“Overlevingsdrift…” zei sergeant Yaroslav na een tijdje. “Is dat ook niet een drift tegen beter weten in?”
“Hoezo… Je wil toch niet dood?”
“Nee, maar daar verderop willen ze ook niet dood. Daar hebben ze ook overlevingsdrift…”
“Ja, en de sterkste wint. Daar ruiken ze ook parfum de guerre.”
“Wat heb je aan je drift als toch de sterkste wint?”
“Ik zie dat je somber bent, kameraad. Je moet niet zulke dingen denken. Overlevingsdrift is goed. Geeft energie. De mens is ontstaan uit levensdrift en overlevingsdrift.”
“Je zou het net zo goed doodsdrift kunnen noemen. Levensdrift is doodsdrift. Om te overleven lopen we de dood tegemoet.”
“Je moet niet zo denken. Hier… Neem een sigaret van me… Denk niet zo.”
De mannen keken door hun kijkers naar de overkant. Ze zagen niets bewegen.
“Misschien kijken ze nu ook naar ons.”
“In een wolk van parfum de guerre.”
Yaroslav zei: “Ik dacht dat hun doden anders ruiken dan de onze.”
“Misschien eten ze anders,” zei Dmitri.
“Nee… het is gewoon niet zo. De dood heeft zijn eigen stank. Doden ruiken naar dood. Ik weet het nu. Die stank zit hier in dit land. Die moet er straks uit.”
“Hoe ruikt vrede? Weet je dat nog?”
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug iLees alle columns van Theodor Holman terug.
Reageren? t.holman@parool.nl.