PlusTheodor Holman
Waarom ik altijd achter de boeren sta
Bart en ik gingen in 1970 op vakantie in Frankrijk. We waren zeventien. Ons reisdoel was een camping in de Dordogne waar je ’s avonds kon dansen. We hoopten daar Franse meisjes te ontmoeten over wie we hadden gehoord dat ze al je erotische dromen waarmaakten.
Ik zal een lang verhaal met veel ellende kort vertellen. Ik raakte dolverliefd op Sophie en die nam me mee naar de boerderij van haar ouders. Het was alsof ik in 1600 terecht kwam. De keuken leek van het Muiderslot naar de Dordogne verplaatst.
Haar vader, een man met wie ik geen ruzie wilde hebben, liet me aan de grote keukentafel zitten, waar ik allemaal vogellijkjes op een bord uitgestald zag naast een bloederig pas gevild konijn, en vroeg me in een Frans met veel rollende r’en of ik met zijn dochter wilde trouwen. Ik begreep onmiddellijk dat ik me door mijn geilheid in de nesten (van die vogels op het bord) had gewerkt.
Door mijn niet te overwinnen leugenachtige lafheid, veroorzaakt door angst, zei ik: “Peut-être.”
Ik hoorde het mezelf zeggen, en zag een blije boerenfamilie, terwijl ik vluchtplannen verzon.
“Maar Theodor, zou je me morgen willen helpen, dan kan ik je ons bedrijf laten zien.”
Ja, dat wilde ik wel. Ik zou uiteraard in de schuur slapen. (Ik moet het verhaal weer bekorten, ik zal het wel eens een keer uitgebreid vertellen.)
Afijn, een van mijn wensen kwam ongeveer uit (een coïtus interruptus, maar over het interruptusgedeelte was ik niet zeker), maar daarna moest ik alleen slapen in die schuur vol ratten.
De volgende dag werd ik om vijf uur gewekt en moest ik Sophie meehelpen met het melken van de koeien en reeds om half tien was ik volkomen uitgeput, was mijn paniek totaal en wilde ik naar Amsterdam vluchten.
Dat is mij gelukt en ik heb me meer dan schandalig tegenover de verliefde Sophie en haar familie gedragen.
In twee dagen was ik in Amsterdam.
Mijn vader heeft me toen een brief in het Frans gedicteerd waarin ik mijn excuses maakte. Van Sophie kreeg ik twee jaar later het bericht dat ze getrouwd was.
Ik vertel dit verhaal omdat ik in de vijf uur dat ik in het boerenbedrijf werkzaam ben geweest, ervaren heb dat dit het zwaarste beroep ter wereld is, en daarom sta ik altijd achter de boeren!
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.
Reageren? t.holman@parool.nl