‘Vervelend dat ze het zo ervaren heeft.’ Lees: zíj heeft een probleem
PlusRoos Schlikker
Onlangs belandde ik in een talkshowdiscussie over het vrouwenquotum. Eerlijk gezegd was ik nooit dol op die maatregel vanwege het excuustruzenargument. No way dat ik ergens zou willen werken puur omdat ik geen piem heb. Maar inmiddels kijk ik anders. Want ondanks alle braaf uitgesproken goede wil in boardrooms is nog steeds slechts één op de vijf bestuurders vrouw.
Dat wilde ik vertellen aan de tv-tafel. Tot ik om me heen keek. In de ogen van louter mannen. Ik maakte er nog een grapje van. “Hier gaat ’t ook niet helemaal lekker met de diversiteit.” De kerels schokschouderden, al snel meanderde het gesprek richting de stelling dat financiële resultaten van bedrijven met veel topvrouwen heus niet beter zijn dan van die met alleen kerels. Totaal bezijden het punt, leek me, maar ik kwam er niet helemaal uit waarom.
Dat begreep ik pas de volgende dag toen een vriendin mij vroeg: “Voelde je je niet onveilig aan die tafel?” “Tuurlijk niet,” blufte ik naar oud patroon. Ik ben zo vaak de enige vrouw. Altijd geweest. “Roos is net een kerel,” zei mijn vader niet zonder trots tijdens fietsvakanties met hem, zijn maten en mijzelf. Dat vond ik geinig. En stoer. In elk geval niet tuttig. Ik was liever one of the guys dan one of the girls.
Inmiddels realiseer ik me dat die positie lang niet prettig is. Want het buitenbeentje is altijd onveiliger dan de gevestigde orde. Kijk naar NOS Sport. Ik wil wegblijven van discussies over particuliere opmerkingen, buitenechtelijk gefoezeloevoos en de vraag of de benaming ‘hoer’ beschaafd is als je over een collega spreekt (mijns inziens niet, maar ik ben dan ook geen gelauwerde sportjongen). Wat telt is dat op die redactievloer decennialang een uitsluitingscultuur heerste. Redactiebokito’s brulden, de muisjes die ze vertrapten moesten niet piepen, die mochten blij zijn dat ze überhaupt een kansje kregen mee te doen.
One of the guys, er is niets mis mee. Maar degene between die guys kan ongelooflijk eenzaam zijn. Zelfs, of juist áls je zo moedig bent om je mond open te trekken.
Geconfronteerd met de Volkskrantbevindingen klonk onmiddellijk het Orkest der Verdediging dat altijd victimblamend toetert bij meldingen van grensoverschrijdend gedrag.
‘Het was als grap bedoeld.’ Lees: humorloze tut.
‘Ze had me er toch op kunnen aanspreken?’ Lees: eigen schuld als je je bek niet opentrekt.
‘Ik ben veel herinneringen kwijt van het verleden.’ Lees: het Ruttetje, de ultieme manier om verantwoordelijk weg te blazen.
‘Ik vind het vervelend dat ze het zo ervaren heeft.’ Lees: zíj heeft een probleem, niet ik.
Zolang degenen die hun boekje te buiten zijn gegaan in deze kramp schieten, komen we nergens. Overigens: wat mij betreft hoeft niemand gecanceld te worden. Niet degenen die beschuldigd worden, zolang ze maar begrijpen waar het fout ging. Maar wie nog minder gecanceld mogen worden, zijn zij die niet behoren tot het Gilde der Jongens van de Gestampte Pot.
Ik neem mijn hoed af voor de buitenbeentjes die eindelijk durven te praten. Zij staan nu op. Maar ze staan nog veel te vaak alleen.
Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool.
Reageren? r.schlikker@parool.nl.